Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eisers], [eiser 1] en [eiser 2], allen wonende te [plaats 1], eisers,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 18 februari 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers, bewoners van [plaats 1], en de burgemeester van Steenwijkerland. Eisers hebben beroep ingesteld tegen de weigering van de burgemeester om handhavend op te treden tegen de coffeeshop [Coffeeshop], die volgens hen de voorwaarden van de gedoogverklaring voor de verkoop van softdrugs zou hebben overtreden. De burgemeester had eerder, op 31 maart 2014, het verzoek van eisers om handhaving afgewezen, en dit besluit werd later in een bezwaarprocedure bevestigd.
Tijdens de zitting op 26 januari 2015 hebben eisers hun bezwaren toegelicht, waarbij zij stelden dat de coffeeshop de achterdeur niet alleen voor noodgevallen gebruikt, wat in strijd zou zijn met de gedoogverklaring. Ook wezen zij op overlast door hangjeugd en andere verstoringen die volgens hen aan de coffeeshop te wijten waren. De burgemeester en zijn gemachtigden hebben echter betoogd dat er geen overtredingen zijn geconstateerd en dat de controles adequaat zijn uitgevoerd.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat er onvoldoende bewijs is geleverd door eisers om de gestelde overtredingen te onderbouwen. De rechtbank concludeert dat de burgemeester terecht heeft geoordeeld dat er geen overtredingen zijn geconstateerd en dat het beroep van eisers ongegrond is. De rechtbank benadrukt het belang van goede communicatie en registratie van controles door de burgemeester, maar oordeelt dat de handhaving in deze zaak niet noodzakelijk was. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.