ECLI:NL:RBOVE:2015:927
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in hennepkwekerij- en elektriciteitsdiefstalzaak
Op 20 februari 2015 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het hebben van een hennepkwekerij en het stelen van elektriciteit. De rechtbank sprak de verdachte vrij van beide tenlastegelegde feiten. De zaak kwam voor de rechtbank na een onderzoek op de openbare terechtzitting van 6 februari 2015, waar de officier van justitie, mr. W.A.L. Pustjens, de vordering indiende. De verdachte, geboren in Irak en woonachtig in Nederland, werd beschuldigd van het telen van hennepplanten in de periode van 1 maart 2013 tot en met 14 augustus 2013 en het wegnemen van elektriciteit in dezelfde periode. De officier van justitie achtte de beschuldigingen wettig en overtuigend bewezen en vorderde een taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf.
De verdediging voerde aan dat de verdachte niet betrokken was bij de hennepkwekerij en dat er onvoldoende bewijs was voor de diefstal van elektriciteit. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. P.W.E. Hoezen, geloofwaardig waren en dat de officier van justitie niet had aangetoond dat de verdachte betrokken was bij de tenlastegelegde feiten. De rechtbank concludeerde dat er geen wettig en overtuigend bewijs was voor de beschuldigingen en sprak de verdachte vrij van alle aanklachten. Dit vonnis werd uitgesproken door de meervoudige kamer voor strafzaken van de rechtbank Overijssel.