1.
hij op of omstreeks 22 april 2014 te Goor, gemeente Hof van Twente,
opzettelijk brand heeft gesticht aan/bij (de voordeur van) een woning (gelegen
aan de [adres]), immers heeft verdachte toen aldaar opzettelijk de
inhoud van een afvalcontainer voor de deur van voornoemde woning
gestort/verspreid en/of (daarbij/vervolgens) benzine, althans een brandbare
vloeistof op/over dit/het afval gegoten en/of (vervolgens) het afval en/of
deze brandbare vloeistof aangestoken, in elk geval opzettelijk (open) vuur in
aanraking gebracht met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan de
voordeur van de woning gelegen aan de [adres] geheel of gedeeltelijk
is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, terwijl daarvan gemeen gevaar
voor voornoemde woning en/of omliggende panden, in elk geval gemeen gevaar
voor goederen en/of levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel
voor de bewoner van/(een)perso(o)n(en) verblijvende aan de [adres]
en/of bewoners van omliggende woningen, in elk geval levensgevaar en/of gevaar
voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te duchten was;