ECLI:NL:RBOVE:2015:5941
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de schuldsanering wegens herhaaldelijk niet voldoen aan de sollicitatie- en informatieplicht
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 8 september 2015 uitspraak gedaan over de beëindiging van de schuldsaneringsregeling van een verzoekster, die in 2013 was toegelaten tot deze regeling. De rechter-commissaris had op 13 juli 2015 voorgedragen om de schuldsanering tussentijds te beëindigen, omdat de verzoekster niet naar behoren aan haar informatie- en sollicitatieplicht had voldaan. Tijdens de zitting op 25 augustus 2015 was de verzoekster aanwezig, vergezeld van haar bewindvoerder en twee andere personen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekster eerder al in gebreke was gebleven en dat zij geen sollicitatiestukken had aangeleverd sinds november 2014. De rechtbank had haar eerder een laatste kans gegeven, maar de verzoekster heeft opnieuw niet voldaan aan haar verplichtingen.
De rechtbank overwoog dat de verzoekster, ondanks eerdere waarschuwingen, niet had aangetoond dat zij om medische redenen niet in staat was om te solliciteren. De rechtbank benadrukte dat een vrijstelling van de gemeente niet automatisch betekent dat de verzoekster ook vrijgesteld is van de sollicitatieplicht in het kader van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank concludeerde dat de verzoekster haar informatieplicht niet naar behoren had nagekomen en dat haar tekortkomingen dusdanig ernstig waren dat de schuldsaneringsregeling moest worden beëindigd. De rechtbank heeft de schuldsanering beëindigd op grond van artikel 350 derde lid onder c van de Faillissementswet (Fw) en het salaris van de bewindvoerder vastgesteld.
De rechtbank heeft verder bepaald dat, indien er boedelactief is, dit door de bewindvoerder informeel onder de bekende schuldeisers zal worden verdeeld. Tegen deze uitspraak kan binnen acht dagen hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof, zoals bepaald in de Faillissementswet.