Op 5 februari 2015 heeft de Rechtbank Overijssel een 38-jarige man uit Groningen veroordeeld voor het doen van een valse bommelding bij de rechtbank in Groningen op 15 april 2014. De zaak werd behandeld door de Rechtbank Overijssel omdat de Rechtbank Noord-Nederland zelf betrokken was bij het incident. De verdachte werd veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden en een taakstraf van 200 uur. De rechtbank verklaarde de Rechtbank Noord-Nederland niet-ontvankelijk in haar vordering, omdat deze geen rechtspersoonlijkheid bezit en dus geen vordering kan indienen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, door het doen van de bommelding en het plaatsen van een nepbom, onrust heeft veroorzaakt en dat de rechtbank te Groningen ontruimd moest worden, wat voor veel overlast zorgde. De officier van justitie had een werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf geëist, en de rechtbank volgde dit advies. De verdachte had de feiten bekend en was bereid om zich aan de voorwaarden van Reclassering Nederland te houden. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze waren begaan, evenals met de persoon van de verdachte. De rechtbank legde de verdachte een taakstraf op en bepaalde dat hij zich gedurende de proeftijd moet houden aan de voorschriften van de reclassering.