ECLI:NL:RBOVE:2015:5805
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om bijdrage in levensonderhoud door meerderjarig kind
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, op 23 september 2015 uitspraak gedaan in een verzoek van een meerderjarig kind, hierna te noemen [verzoeker], tot vaststelling van een bijdrage in de kosten van zijn levensonderhoud door zijn vader, hierna te noemen [verweerder]. Het verzoek is ingediend op 14 april 2015 en betreft een wijziging van omstandigheden, aangezien [verzoeker] op 25 december 2014 21 jaar is geworden en stelt dat hij nog steeds behoefte heeft aan alimentatie. Hij heeft een behoefte berekend van € 335,10 per maand, gebaseerd op zijn studiekosten en beperkte inkomsten uit een bijbaan als trainer.
De vader heeft verweer gevoerd en stelt dat [verzoeker] niet in zijn eigen levensonderhoud kan voorzien, maar de rechtbank oordeelt dat [verzoeker] in staat is om te werken, ondanks zijn studie. De rechtbank verwijst naar artikel 1:392 van het Burgerlijk Wetboek, waarin staat dat de verplichting tot het verstrekken van levensonderhoud aan kinderen van 21 jaar en ouder alleen bestaat in geval van behoeftigheid. De rechtbank concludeert dat [verzoeker] niet in een situatie van behoeftigheid verkeert, omdat hij in staat is om door arbeid in zijn eigen levensonderhoud te voorzien.
De rechtbank wijst het verzoek van [verzoeker] af, omdat er geen sprake is van een uitzonderingssituatie die zou rechtvaardigen dat de vader een financiële bijdrage levert aan de studie van [verzoeker]. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, G.H. Mensink-Heuver.