In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 26 oktober 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de directeur van een sauna en de bedrijfsleider van een pluimveebedrijf. De directeur werd beschuldigd van illegale omgang, opslag en afvoer van asbest. De rechtbank oordeelde dat zowel de directeur als de bedrijfsleider verantwoordelijk waren voor de onjuiste verwerking van verontreinigd puin van een afgebrande buitensauna en afgebroken kippenschuren. De directeur kreeg een voorwaardelijke celstraf van twee maanden, met een proeftijd van drie jaar, en een taakstraf van 180 uur opgelegd. De bedrijfsleider kreeg een maand voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar, en een taakstraf van 120 uur. Daarnaast werd de B.V. van de sauna veroordeeld tot een boete van 4.000 euro en het pluimveebedrijf tot 20.000 euro. De rechtbank rekent het de mannen zwaar aan dat zij, deels willens en wetens, tekortgeschoten zijn in de regels rond de omgang met asbest, en dat zij de risico's voor mens en milieu op de koop toe hebben genomen, vooral gezien de financiële motieven die hen leken te drijven. De uitspraak benadrukt de strenge regels die gelden voor de omgang met asbest en de verantwoordelijkheden van leidinggevenden in dit soort situaties.