K: Je komt aan, jij achterop de scooter, [verdachte 3] bij [verdachte 2] . Wat gebeurt er dan?
N: (…) naast de deur heb je een raam en daar zaten allemaal foto's op van [verdachte 1] .
K: [verdachte 1] ?
N: Ja die eigen .. die vrouw van [verdachte 4] . Die eigenaars.
K: Oké, [verdachte 1] is de vrouw van [verdachte 4] en dat zijn de eigenaars.
N: Ja.
K: Hoe weet je dat?
N: Dat heeft [verdachte 2] mij verteld, van dat is [verdachte 4] , dat is de eigenaar, dat is zijn vrouw
[verdachte 1] .
(…)
K: Ik heb (onverstaanbaar) ik ga even (onverstaanbaar) toen jullie voor de voor de
deur stonden, deed er iemand de deur open?
N: Ja [verdachte 1] .
(…)
V: En toen ging je aan de bar zitten en wat gebeurde er toen.
N: Nou toen kwam er die man.
V: Ja. Hoe ging dat.
N: Dan komt hij op je af lopen, tenminste hij liep naar mij toe.
V: Hmhm,
N: En toen zei [verdachte 2] van loop maar met hem mee.
V: Ja,
N: En zei hij toen zei zij van als hij wat vraagt van is dit je werk dan zeg je ja.
V: Ja. En toen?
N: Moest ik met hem mee naar zo’n kamertje, beneden ergens,
(…)
V: Hmhm. En dan komen jullie de kamer binnen en wat wordt er dan gezegd?
N: Hij begon mij te zoenen.
V: En waar zoende bij jou?
N: In mijn nek en gewoon op mijn mond,
V: En hoe zoende bij jou?
N: Ja met de tong. (Onverstaanbaar)
V: Hmhm. En toen?
N: (zegt niets)
V: Hij zoende je met zijn tong zeg jij en in je nek en op je mond en wat gebeurde er
daarna.
N: Toen deed hij mijn panty’s uit,
V: Ja, bij deed jou panty’s uit, stond jij toen of zat jij toen, lag jij toen?
N: Ik lag op bed.
V: Jij lag op bed. En hij?
N: Hij stond nog.
V: Hij stond nog. Hij deed bij jou de panty’s uit, verder nog?
N: En verder deed hij ook nog mijn string uit,
V: Ja, Dat deed bij bij jou, deed bij ook nog wat bij zichzelf?
N: Nee.
V: Toen was jou string uit en wat gebeurde er daarna?
N: Nou toen befte bij me en toen later zei hij dat van van is dit je werk, toen zei ik ja en toen liep hij in één keer zomaar weg. Ik ga niet betalen zei hij.
V: Oké.. Hij befte jou. Wat wat deed hij bij jou? Waarmee befte hij?
N: Met z’n tong.
V: En waar zat hij met zijn tong?
N: Bij mijn geslacht.
V: Oké. En was dat op je geslacht of naast je geslacht of
N: Op.
V: Op je geslacht. En lag jij op je rug of op je buik.
N: Ik lag op mijn rug.
V: En hoe waren jouw benen?
N: Wijd want dat deed hij.
V: Oké. Hij deed jou benen wijd.
N: (zegt niets)
V: Oké. m hoe is dat toen gestopt dat hij jou aan het beffen was?
N: Nou hij begon opeens van van is dit je werk en toen zei ik van ja. En toen zei hij zo van toen ging hij staan en toen zei hij nou ik ga niet betalen en toen liep hij weg.
V: En toen liep hij weg. Oké. Wat vond jij er van dat hij met zijn tong op jou
geslacht zat?
N: Vond ik niet leuk. Vies,
V: Hmhm. En hoe kwam het dat je want je zegt van ik vond het ik vond het vies, ik
vond het niet leuk, hoe kwam het dat je dat toch m door hem liet doen?
N: Omdat hij mijn benen, ja bene hij pakte mijn benen hard vast en deed hij wijd dus ik durfde niks te doen.
V: Jij durfde niks te doen. Nee. Hoe kwam dat?
N: Omdat ik bang was.
V: Hmhm. Want?
N: Nou gewoon voor hem.
V: Voor hem ook.
N: Hmhm.
V: Hé en toen was hij weggelopen en toen?
N: En toen liep ik naar [verdachte 2] gauw, deed ik eerst alles gauw weer aan,
V: Oké je hebt eerst alles gauw weer aan gedaan en toen liep je naar [verdachte 2] ,
N: Toen pakte ik mijn tas en toen liep ik naar [verdachte 2] ,
V: Hmhm,
N: En toen zei ik dat tegen [verdachte 2] en [verdachte 2] zei tegen mij van ja dan had je maar
eerder dan had je maar van tevoren moeten vragen of hij dat ja dat hij moest betalen.
K: Waar zat [verdachte 2] toen?
N: Gewoon aan de bar.
(…)
K: Toen zaten jullie weer aan de bar, je zat daar met . . . Met wie zat je toen aan de bar?
N: [verdachte 3] en [verdachte 2] .
K: En [verdachte 2] . Wat gebeurde er toen?
N: Nou gewoon wat gedronken.
K: Ja.
N: Want ik kreeg drinken van [verdachte 2] , die zei tegen die [verdachte 1] van heb je cola
Beerenburg, toen gaf [verdachte 2] mij een cola Beerenburg.
V: Hoe veel hoe vaak heb jij m wat gedronken daar?
N: Drie of vier glazen.
V: En wat heb je gedronken?
N: Beerenburg van [verdachte 2] .
(…)
V: Nou dan krijg je een cola Beerenburg en hoe gaat het dan verder?
N: Ja toen kwam er weer iemand.
(…)
V: (…) en met hoe veel m mannen ben je mee geweest die avond?
N: Vier.