11.De beslissing
vrijspraak/bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen wat verdachte is tenlastegelegd
- in de dagvaarding met parketnummer 08.955475.14 onder 2, 3 en 4;
- in de dagvaarding met parketnummer 08.730354.14 onder 2, 3 en 4;
- in de dagvaarding met parketnummer 08.730449.14 onder 1, 2 en 3
en spreekt haar daarvan vrij;
- verklaart bewezen, dat verdachte het in de dagvaarding met parketnummer 08.955475.14 onder 1 en het in de dagvaarding met parketnummer 08.730354.14 onder 1 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt haar daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
- bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- wijst de vordering van de benadeelde partij
- veroordeelt de benadeelde partij tot betaling van de kosten die de verdachte heeft gemaakt voor rechtsbijstand met betrekking tot deze vordering. De rechtbank begroot die kosten op nihil;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 6] van een bedrag van
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij
[slachtoffer 9]niet-ontvankelijk is in haar vordering;
- bepaalt dat de benadeelde partij
[slachtoffer 14]niet-ontvankelijk is in haar vordering;
- bepaalt dat de benadeelde partij
[slachtoffer 1]niet-ontvankelijk is in haar vordering;
tenuitvoerlegging na voorwaardelijke veroordeling
Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Bruggen, voorzitter, mr. F. van der Maden en
mr. L.J. Bosch, rechters, in tegenwoordigheid van D.D. Drost, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 29 december 2015.
Buiten staat
Mr. M. van Bruggen en mr. L.J. Bosch zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
in de dagvaarding met parketnummer 08.955475.14:
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina's uit het dossier van de Politie Eenheid Midden-Nederland met registratienummer PL0900-2014251260. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
feit 1
De rechtbank constateert dat de tenlastelegging en de bewezenverklaring uit een verzameling van meerdere feiten bestaan. Voor de overzichtelijkheid zullen de bewijsmiddelen hieronder per aangever worden uitgewerkt.
Met betrekking tot aangever[slachtoffer 6] :
1. Een proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 6] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangeefster:
Hierbij doe ik aangifte van diefstal van geld door middel van diefstal van een pinpas van mij. Op 3 (de rechtbank begrijpt: 4) februari 2014, om 11.45 uur heb ik bij het Kruitvat-filiaal, gelegen aan de Passage te Veenendaal enige goederen met mijn pinpas afgerekend. (…) Vervolgens ben ik terug gelopen naar de [supermarkt 2] om boodschappen te gaan doen. Toen ik omstreeks 12.35 uur bij de [supermarkt 2] wilde afrekenen, merkte ik dat mijn mapje met pasjes uit mijn handtas was weggenomen. Ik ben gelijk naar de ING-bank gelopen om mijn pasjes te laten blokkeren. Ik hoorde van een baliemedewerkster dat de dader(s) al gepind had(den) met mijn ING-bankpasje en wel voor een totaalbedrag van € 1250,-.
De dader(s) heeft/hebben die dag omstreeks 11.59 uur bij de ING-bank te Veenendaal
€ 1000,- gepind met mijn ING-pinpas en vervolgens is door de dader(s) om 11.59 uur met mijn ING-pas € 250,- gepind bij de Rabo-bank te Veenendaal.
Noot verbalisant: De ING-bank en de Rabo-bank zijn ongeveer zestig meter van elkaar verwijderd.
Ik kan u verklaren dat ik gemerkt heb dat tussen genoemde tijdstippen één persoon tegen mij aan stootte.
2. Een proces-verbaal van bevindingen, inclusief de als bijlage gevoegde fotobladen 1 t/m 18, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant
[verbalisant] :
Ik werk als wijkagent in de gemeente Nieuwegein. Vanuit die functie ben ik regelmatig op huisbezoek geweest op de [adres 5] te Nieuwegein. Daar woonde [verdachte] . Eveneens ontmoette ik [verdachte] regelmatig in Nieuwegein. Door een collega werd ik attent gemaakt op foto's op RI on line van "Geldopname met gerolde bankpas in Maarssen." Op die foto's herkende ik [verdachte] . Hierna ben ik verder gaan zoeken op RI online en Operationeel op Intranet. Ik herkende op een aantal foto's [verdachte] . Hierna heb ik bij de Infodesk van politie gevraagd wie de mededaders van [verdachte] zijn. Daarop ontving ik de gegevens en de foto van [medeverdachte] .
Zoals gemeld herkende ik [verdachte] . Zij stond onder andere bij pintransacties op de foto's Ik heb de foto's van de pintransacties vergeleken met de politiefoto van [verdachte] . Bij verschillende foto's stond [verdachte] steeds met dezelfde vrouw op de foto. Dit blijkt, na vergelijking van politiefoto's en foto's bij pintransacties, [medeverdachte] te zijn. Ik heb haar politiefoto naast de foto's van de pintransacties gelegd. Ik herkende haar aan de vorm van haar gezicht en aan haar haardracht. Vervolgens heb ik een foto-bijlage samengesteld. Op blad 2 en 3 staan verschillende foto's die in het politiesysteem bekend zijn van [verdachte] . Op blad 4 en 5 staan verschillende foto's die in het politiesysteem bekend zijn van [medeverdachte] . Op de volgende foto's heb ik de verdachten herkend:
(…)
Op 4 februari 2014, tussen 12.45 en 12.35 uur vond in de Passage te Veenendaal een diefstal plaats van een portemonnee met daarin enkele bankpassen. Met die passen werd geld opgenomen. Van deze opname zijn foto's. Op de eerste foto, blad 15 is [verdachte] door mij herkend. Op de foto op blad 16 is bij de geldopname de dame links op de foto te herkennen als [medeverdachte] en de dame rechts is [verdachte] .
3. De eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting van 15 december 2015, voor zover inhoudende dat verdachte qua postuur, vorm van het gezicht en haardracht/haarinzet sterke gelijkenis vertoont met de afgebeelde persoon op fotoblad 16, op pagina 80, onderste afbeelding, - vanuit de kijker gezien - rechts afgebeelde persoon. Dit betreft een still van een geldopname te Veenendaal, waarop voorts de volgende data zichtbaar zijn:
04-02-2014 11:59.
Geldopname.
Gekozen bedrag EUR 250,00.
met betrekking tot aangever[slachtoffer 7]
1. Een proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 7] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangeefster:
Hierbij doe ik aangifte van diefstal/zakkenrollerij. Op 28 februari 2014 was ik tussen 15.45 en 16.05 uur bij de Blokker op de Utrechtsestraat te IJsselstein. Ik had mijn portemonnee in mijn jaszak gestoken. Ik had bij de kassa mijn aankoop met mijn bankpas van de Rabo per pin afgerekend. Na het pinnen stopte ik mijn bankpas weer in mijn jaszak. Na de Blokker ben ik naar twee andere winkels gelopen op de Utrechtsestraat. Dit was eerst Kaatje, een chocolaterie, en hierna liep ik richting Van Rooyen, een parfumerie. Het viel mij op dat ik bij van Rooyen twee vrouwen zag met een zigeuner uiterlijk die bij Kaatje aan de deur hadden staan rommelen, terwijl ik naar binnen wilde. Dit werd een beetje een getrek en geduw. Uiteindelijk zijn wij elkaar gepasseerd. Deze vrouwen hebben niets tegen mij gezegd. Het viel mij op dat zij beide een zwarte jas aanhadden. (…) Ik liep direct vanaf van Rooyen naar mijn fiets op de Overtoom bij het gemeentehuis. Ik wilde mijn fietssleutel uit mijn jaszak pakken en voelde dat mijn portemonnee weg was. Ik ben direct naar de naastgelegen Rabo-bank gelopen om mijn bankpas te laten blokkeren. De medewerker van de bank heeft mijn pas geblokkeerd en zag op mijn rekeningoverzicht dat er inmiddels met mijn bankpas geld was opgenomen. Op 28 februari 2014, om 16.01 uur is er bij een geldautomaat van de Rabo een bedrag van € 1200,- opgenomen en bij de ING Bank IJsselstein om 16.08 uur een bedrag van € 50,-.
2. Een proces-verbaal van bevindingen, inclusief de als bijlage gevoegde fotobladen 1 t/m 18, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant
[verbalisant] :
Ik werk als wijkagent in de gemeente Nieuwegein. Vanuit die functie ben ik regelmatig op huisbezoek geweest op de [adres 5] te Nieuwegein. Daar woonde [verdachte] . Eveneens ontmoette ik [verdachte] regelmatig in Nieuwegein. Door een collega werd ik attent gemaakt op foto's op RI on line van "Geldopname met gerolde bankpas in Maarssen." Op die foto's herkende ik [verdachte] . Hierna ben ik verder gaan zoeken op RI online en Operationeel op Intranet. Ik herkende op een aantal foto's [verdachte] . Hierna heb ik bij de Infodesk van politie gevraagd wie de mededaders van [verdachte] zijn. Daarop ontving ik de gegevens en de foto van [medeverdachte] .
Zoals gemeld herkende ik [verdachte] . Zij stond onder andere bij pintransacties op de foto's Ik heb de foto's van de pintransacties vergeleken met de politiefoto van [verdachte] . Bij verschillende foto's stond [verdachte] steeds met dezelfde vrouw op de foto. Dit blijkt, na vergelijking van politiefoto's en foto's bij pintransacties, [medeverdachte] te zijn. Ik heb haar politiefoto naast de foto's van de pintransacties gelegd. Ik herkende haar aan de vorm van haar gezicht en aan haar haardracht. Vervolgens heb ik een foto-bijlage samengesteld. Op blad 2 en 3 staan verschillende foto's die in het politiesysteem bekend zijn van [verdachte] . Op blad 4 en 5 staan verschillende foto's die in het politiesysteem bekend zijn van [medeverdachte] . Op de volgende foto's heb ik de verdachten herkend:
(…)
Pintransactie van 28 februari 2014 in IJsselstein. Op de foto's op blad 6 en 7 staan [verdachte] en [medeverdachte] .
3. Een proces-verbaal van bevindingen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant [verbalisant] :
Op 20 maart 2014 deed ik onderzoek naar camerabeelden die ik had ontvangen op een cd-rom met opschrift 28/2/2014 Overtoom. Op de cd-rom stonden vier videobestanden. Ik bekeek de beelden en heb in alle beelden twee vrouwen gezien. Ik kan de vrouwen als volgt omschrijven:
Vrouw A:
Ik zag een vrouw van tussen de 20 en 30 jaar oud. Ze had bruin haar tot op de schouders, vrij smal gezicht en een slank postuur. Zij droeg een donkere jas met een bontkraag en daaronder een rode top.
Vrouw B:
Ik zag een vrouw van tussen de 20 en 30 jaar oud. Ze had donker haar dat strak naar achter zat, een wat voller gezicht en een dikker postuur. Zij droeg een roze sjaal, die zij dubbel om had en een donkere jas.
4. De eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting van 15 december 2015, voor zover inhoudende dat verdachte qua postuur, vorm van het gezicht en haardracht/haarinzet sterke gelijkenis vertoont met de afgebeelde persoon op fotoblad 7 (pagina 71, afbeelding rechts, de - vanuit de kijker gezien - rechtsvoor afgebeelde persoon). Dit betreft een foto van een geldopname te IJsselstein op 28 februari 2015.
met betrekking tot aangever[slachtoffer 8] :
1. Een proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 8] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangeefster:
Hierbij doe ik aangifte van tassenrollerij. Op 7 maart 2014 omstreeks 14.20 uur bevond ik mij op de markt op het Burgemeester Van Stamplein te Hoofddorp. Ik heb toen zelf bij de SNS bank een bedrag van 20 euro gepind van mijn bankrekening voorzien van nummer [rekeningnummer 1] . Ik heb op de markt wat goederen aangeschaft en betaald. Ik heb mijn portemonnee na het betalen weer terug gedaan in mijn schoudertas. Omstreeks 14.25 uur ben ik richting de "Coolcat" gelopen in het winkelcentrum. In "Coolcat" heb ik een kledingstuk uit de rekken gehaald. Op het moment dat ik besloot het goed te gaan kopen, heb ik mijn schoudertas van de grond opgepakt en zag toen gelijk dat de rits van mijn tas open stond. Ik heb in de schoudertas gekeken en zag gelijk dat mijn portemonnee was weggenomen. Ik ben toen naar de ABN-AMRO bank gegaan, gevestigd aan de Kruisweg te Hoofddorp en ik heb daar aangegeven dat ze mijn pas moesten blokkeren. Toen dit gedaan werd, verklaarde de medewerker van de bank dat na de 20 euro die ik zelf had gepind er van de betaalrekening een bedrag van € 570,- euro gepind was. Dit is gebeurd vanaf de rekening [rekeningnummer 1] , bij GEA automaat nummer S1L197, aan de Nieuweweg nummer 63 te Hoofddorp, op 7 maart 2014 om 14.33 uur. Er is tevens een bedrag van € 250,- van mijn spaarrekening afgehaald. Dat is gepind van de spaarrekening voorzien van nummer [rekeningnummer 2] , bij GEA automaat S1L197, aan de Nieuweweg nummer 63 te Hoofddorp, op 7 maart 2014 om 14.38 uur.
2. Een proces-verbaal van bevindingen, inclusief de als bijlage gevoegde fotobladen 1 t/m 18, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant
[verbalisant] :
Ik werk als wijkagent in de gemeente Nieuwegein. Vanuit die functie ben ik regelmatig op huisbezoek geweest op de [adres 5] te Nieuwegein. Daar woonde [verdachte] . Eveneens ontmoette ik [verdachte] regelmatig in Nieuwegein. Door een collega werd ik attent gemaakt op foto's op RI on line van "Geldopname met gerolde bankpas in Maarssen." Op die foto's herkende ik [verdachte] . Hierna ben ik verder gaan zoeken op RI online en Operationeel op Intranet. Ik herkende op een aantal foto's [verdachte] . Hierna heb ik bij de Infodesk van politie gevraagd wie de mededaders van [verdachte] zijn. Daarop ontving ik de gegevens en de foto van [medeverdachte] .
Zoals gemeld herkende ik [verdachte] . Zij stond onder andere bij pintransacties op de foto's Ik heb de foto's van de pintransacties vergeleken met de politiefoto van [verdachte] . Bij verschillende foto's stond [verdachte] steeds met dezelfde vrouw op de foto. Dit blijkt, na vergelijking van politiefoto's en foto's bij pintransacties, [medeverdachte] te zijn. Ik heb haar politiefoto naast de foto's van de pintransacties gelegd. Ik herkende haar aan de vorm van haar gezicht en aan haar haardracht. Vervolgens heb ik een foto-bijlage samengesteld. Op blad 2 en 3 staan verschillende foto's die in het politiesysteem bekend zijn van [verdachte] . Op blad 4 en 5 staan verschillende foto's die in het politiesysteem bekend zijn van [medeverdachte] . Op de volgende foto's heb ik de verdachten herkend:
(…)
Bankpasfraude na zakkenrollerij in Hoofddorp. Op de foto, op fotoblad 11, op de voorgrond [verdachte] en op de achtergrond en profile [medeverdachte] .
3. Een proces-verbaal van bevindingen, inclusief de bijgevoegde stills, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant [verbalisant] -Brouwer:
Omschrijving beelden van de ABN-AMRO, gelegen aan de Nieuweweg 63 te Hoofddorp met zicht op de pinautomaat.
De datum: 7 maart 2014.
Tijdstip: 14.34 uur. Er staan twee vrouwen voor de automaat.
Signalement van de pinnende vrouw:
Leeftijd tussen de 20 en de 30 jaar;
Postuur normaal;
Lang donker steil haar tot halverwege haar rug;
Donker gekleurde jas met bontkraag om de capuchon.
Signalement van de tweede vrouw:
Leeftijd tussen de 25 en 30 jaar;
Lang donker haar naar achter weggestoken;
Postuur vol;
Donker kleurige jas.
Deze vrouw staat achter de pinnende vrouw en kijkt met haar mee, praat met haar en kijkt veel opzij.
4. De eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting van 15 december 2015, voor zover inhoudende dat verdachte qua vorm van het gezicht, oogopslag, kaaklijn en haardracht/haarinzet sterke gelijkenis vertoont met de afgebeelde persoon op fotoblad 11 (pagina 75, onderste afbeelding, de - vanuit de kijker gezien - linksvoor afgebeelde persoon). Dit betreft een foto van een geldopname te Hoofddorp op 7 maart 2014.
met betrekking tot aangever[slachtoffer 10]
1. Een proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 10] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
Ik ben houder van een bankrekening van de ING Bank. Mijn bankrekeningnummer is 3248538. Op 14 december (
de rechtbank begrijpt: maart) 2014 omstreeks 16.00 uur heb ik een boodschap gedaan bij drogisterij Etos aan het Handelplein te Nieuw Vennep. Ik heb mijn boodschap afgerekend met mijn bankpas. Toen ik klaar was bij drogisterij Etos ben ik naar mijn personenauto gelopen, nabij het Handelplein. Toen ik vlakbij mijn auto was, kwam een vrouw naar mij toegelopen en deze vrouw vertelde mij dat mijn jas erg vies was op de rug. De vrouw had een tissue bij zich en had mijn jas wat afgeveegd om mij te laten zien wat er op mijn jas zat. Omdat ik net in mijn auto wilde stappen, heb ik mijn jas uitgetrokken en op de stoel naast mij neergelegd. Ik heb een spierziekte waardoor ik minder flexibel ben in mijn handen, ik heb dus wat moeite moeten doen om de jas uit te trekken. Ik heb het vermoeden dat men toen de kans heeft gezien de bankpas uit mijn broekzak weg te nemen. Ik had mijn bankpas opgeborgen in mijn rechterbroekzak. De vrouw heeft nog even om mij heen gestaan en ik denk dat zij ook een dochter bij zich had. Op 15 maart 2014 omstreeks 20.00 uur kwam ik erachter dat ik mijn bankpas niet meer in bezit had. Ik heb op 15 maart 2014 direct mijn bankpas laten blokkeren, maar toen hoorde ik van een medewerker van de bank dat mijn bankpas inmiddels al was geblokkeerd. Ik kreeg te horen dat er diverse bedragen van mijn rekening waren afgeschreven. Via de mail heb ik een overzicht van mijn bankrekening gekregen, hierop is te zien dat de volgende bedragen zijn afgeschreven:
- ING Nieuw Vennep 14-03-2014 16.14 uur 1000,00 euro
- MUA-048 Nieuw-Vennep 14-03-2014 16.21 uur 1009,00 euro
- MUA-048 Nieuw-Vennep 14-03-2014 16.23 uur 1009,00 euro
- Venneperstraat 1 te Nieuw-Vennep 14-03-2014 16.26 uur 250,00 euro
2. Een proces-verbaal van bevindingen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant [verbalisant] :
Op 18 maart 2014 heeft [slachtoffer 10] aangifte gedaan van zakkenrollerij/tassenrollerij. Hij verklaarde op 14 maart 2014 een boodschap te hebben gedaan bij de Etos in Nieuw-Vennep. Buitengekomen werd hij aangesproken door een vrouw die vertelde dat zijn jas aan de achterzijde was besmeurd. Uit de ontvangen beelden van de ABN-AMRO bank Nieuw-Vennep blijkt een vrouw om 16.26 uur te hebben gepind. De vrouw is in gezelschap van nog een vrouw.
Van deze beelden zijn afdrukken gemaakt welke bij het proces-verbaal zijn gevoegd.
De pinnende vrouw is als volgt te omschrijven:
- leeftijd tussen de 20 en 35 jaar;
- lang stijl donker gekleurd haar;
- half lange jas met bontkraag;
De vrouw die in haar gezelschap was, is als volgt te omschrijven:
- leeftijd tussen de 25 en 40 jaar;
- licht gekleurd t-shirt;
- lange rok, tot op de enkels;
- donker haar in een knot.
3. Een proces-verbaal van bevindingen, inclusief bijgevoegde stills, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant [verbalisant] :
Naar aanleiding van het onderzoek, waarbij gepind is bij de ABN-AMRO bank, met een gestolen bankpas, zijn de volgende beelden voor opsporing ter beschikking gesteld.
Omschrijving beelden in de ABN-AMRO, gelegen aan de Venneperstraat te Nieuw-vennep met zicht op de toegangsdeur.
- 16.20 uur: komen twee dames de ABN-AMRO bank binnenlopen.
Signalement van de voorste vrouw:
Leeftijd tussen de 20 en 35 jaar;
Postuur normaal;
Lang donker stijl haar tot halverwege haar rug;
Lange broek;
Heup-jas met bontkraag;
Signalement van de tweede vrouw:
Leeftijd tussen de 25 en 40 jaar;
Kort donker haar in een knot;
Postuur vol;
T-shirt met opdruk;
Lange rok tot ver over de knieën met split achter;
Gewatteerde lichte jas.
- 16.20 uur: Dames zijn in de ABN-AMRO bank.
- 16.25 uur: Dames verlaten de bank en lopen rechtsaf naar de aldaar gelegen pinautomaat.
Omschrijving beelden van pinautomaat, buiten, aan de Venneperstraat te Nieuw-Vennep op 14 maart 2014.
- 16.25 uur: Er staat een jonge vrouw voor de pinautomaat.
- 16.26 uur: Er verschijnt een tweede, iets oudere vrouw bij haar.
- 16.26 uur: De vrouw is klaar met pinnen en loopt weg.
- 16.26 uur: De tweede vrouw loopt haar achterna.
4. De eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting van 15 december 2015, voor zover inhoudende dat verdachte qua postuur, vorm van het gezicht en/of haardracht/haarinzet sterke gelijkenis vertoont met de op pagina 128, onderste foto en de op pagina 130, vanuit de kijker gezien, links afgebeelde persoon. Dit betreft een foto van de entree van een ABN-AMRO filiaal te Nieuw-Vennep. Op beide foto's zijn tevens de volgende data te zien: 2014-03-14 16:26.
met betrekking tot aangever[slachtoffer 12]
1. Een proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 12] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
Ik doe aangifte van diefstal uit mijn woning. Bij de diefstal is mijn bankpas weggenomen waarmee in korte tijd € 2125,28 van mijn bankrekening gestolen is. Op 30 mei 2014 ben ik omstreeks 12.00 uur naar de Jumbo op de Lange Voort te Oegstgeest gegaan. Ik heb bij de Jumbo boodschappen gedaan en heb rond 12.15 uur afgerekend bij de kassa. Ik heb bij het afrekenen gebruik gemaakt van mijn pinpas. Ik heb na het pinnen mijn pinpas in mijn portemonnee gedaan. Ik heb daarna mijn portemonnee in de binnenzak van mijn jas gedaan. Nadat ik de boodschappen had afgerekend heb ik de winkel verlaten en ben ik naar huis gegaan. Eenmaal thuis heb ik mijn scootmobiel in de logeerkamer neergezet. Ik heb mijn jas over de scootmobiel gehangen. Nadat ik ongeveer 10 minuten in de woning was, werd er aangebeld. Ik zag dat er een jonge vrouw met zwart haar voor de hoofdingang stond. Ik hoorde dat de vrouw vertelde dat ze van een school was en kwam om mij te interviewen. Omdat wij wel vaker mensen van scholen over de vloer krijgen, vond ik dat niet raar en heb de vrouw binnengelaten. Even later stond de vrouw voor mijn voordeur en deed ik open. Ik heb de vrouw vervolgens mijn woning binnengelaten en we gingen naar de woonkamer. Op een gegeven moment vroeg de vrouw mij of ze de rest van het huis mocht bekijken. Ik vond dat geen probleem, omdat ik de vrouw wel vertrouwde. Omdat ik slecht ter been ben, bleef ik in de woonkamer achter. De vrouw is vervolgens in het huis gaan kijken. Ik zag dat ze de logeerkamer ook in ging om te kijken. Na een tijdje kwam de vrouw de woonkamer in en heeft ze mij gedag gezegd. Hierna heeft de vrouw mijn woning verlaten.
Op 3 juni 2014 ging ik samen met mijn vrouw boodschappen doen bij dezelfde Jumbo als waar ik 30 mei 2014 geweest was. Ik wilde mijn eigen bankpas gebruiken, maar deze zat niet meer in mijn portemonnee. Eenmaal thuis hebben we onze zoon gebeld. Hij heeft een machtiging van ons om onze bankzaken te kunnen bekijken. Mijn zoon kwam erachter dat er geen saldo meer op de bankrekening stond. Hij zag dat er vanaf 30 mei 2014 €2125,78 euro van onze rekening gepind is. Ik heb het vermoeden dat de jonge vrouw welke in mijn woning is geweest mijn bankpas heeft weggenomen. Dit denk ik omdat ik mijn bankpas nog in mijn portemonnee had toen ik 30 mei 2014 thuis kwam van het boodschappen doen.
2. Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige:
Op 30 mei 2014 was ik werkzaam bij parfumerie de [drogisterij 2] , gelegen te [adres 6] te Leiden. Op een gegeven moment kwamen er twee vrouwen de winkel in. De ene vrouw had een gezet postuur en de andere vrouw was slank en had een spits gezicht. De vrouwen verzamelden nogal gehaast meerdere producten. Nadat ze de producten hadden verzameld, kwamen de vrouwen naar de kassa. Ik zag dat de vrouwen niet gezamenlijk afrekenden, maar apart. Ze kwamen nogal gehaast op mij over, waardoor ik wat meer ging opletten. Volgens mij gaven de vrouwen de pinpas waarmee ze afrekenden over aan elkaar. Het gedrag van de vrouwen was erg opvallend, omdat ze meerdere keren de pinpas gebruikten om producten af te rekenen. Ik werd op 5 juni 2014 gebeld door de politie met de vraag of ik mij kon herinneren of er op 30 mei 2014 opvallende transacties waren geweest. Ik herinnerde mij gelijk de twee vrouwen. Ik heb vervolgens de camerabeelden van 30 mei 2014 bekeken en daarop stonden de twee vrouwen die ik herkende als de vrouwen die nogal gehaast producten hadden gekocht.
3. Een proces-verbaal van bevindingen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant [verbalisant] :
Op 4 juni 2014 is door [slachtoffer 12] aangifte gedaan van diefstal. Met de weggenomen RABO bankpas van aangever is vervolgens geld opgenomen bij een geldautomaat van de Rabobank en met de pas is gepind bij supermarktketen Jumbo en bij [drogisterij 2] te Leiden. Naar aanleiding van het onderzoek heb ik de beelden van de Rabobank ontvangen.
Het beeldmateriaal van [drogisterij 2] en van supermarkt Jumbo zijn vrijwillig aan de politie overhandigd.
Toen ik, verbalisant, het bewegende beeldmateriaal van deze betrokken bedrijven zag, herkende ik de vrouwen die in beeld kwamen uit het proces-verbaal PL1600-201406449. Ik herkende de vrouwen aan hun gelaat, postuur, hun haardracht en de manier waarop zij zich bewogen. Ik zag dat er andere foto's van deze vrouwen op RI-online stonden en dat de identiteit van de vrouwen bekend was. Ik heb toen contact opgenomen met collega [verbalisant] , die de herkenning van deze vrouwen op RI-online had geplaatst. [verbalisant] heeft mij de identiteitsgegevens van beide vrouwen doorgegeven:
[verdachte] . Dit is de jongste vrouw met het steile donkere haar en spitse gezicht. [medeverdachte] . Dit is de vrouw met het gezette postuur en het lange donkere haar met slag/krul, met het ronde gelaat.
Een overzicht van het beeldmateriaal:
Fotobijlage [drogisterij 2] 7, 8 en 9:
Deze foto's zijn van [drogisterij 2] , gevestigd op het [adres 6] te Leiden. Op deze fotobijlagen is zichtbaar dat beide vrouwen de winkel binnenkomen. Aan het postuur en de kleding zijn de vrouwen herkenbaar.
Fotobijlage Rabo 10:
Foto van de beveiligingscamera van de Rabobank Leiden en Omstreken. Op het beeld is de datum 30.05.2014 en tijd 13.24 uur zichtbaar. [verdachte] loopt in de richting van de geldautomaat, terwijl [medeverdachte] op een stoel heeft plaatsgenomen bij de ingang van de bank.
Fotobijlage Rabo 11:
Foto van de beveiligingscamera van de Rabobank Leiden en Omstreken, datum 30.05.2014, tijd 13:24:26 uur. [verdachte] doet een pintransactie. Op de achtergrond is [medeverdachte] zichtbaar.
4. De eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting van 15 december 2015, voor zover inhoudende dat verdachte qua vorm van het gezicht en haardracht/haarinzet sterke gelijkenis vertoont met de afgebeelde persoon op pagina 197 (bijlage 1). Dit betreft een still van beelden van de Jumbo te Oegstgeest, en dat verdachte qua postuur sterke gelijkenis vormt met de afgebeelde persoon op pagina 206, welke qua vorm van het gezicht en haardracht dezelfde persoon als afgebeeld op pagina 207 en 208. Dit betreffen stills van de beelden van de Rabobank Leiden/Oegstgeest.
in de dagvaarding met parketnummer 08.730354.14:
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina's uit het dossier van de Regiopolitie IJsselland met registratienummer PL04DO-2014058240. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Een proces-verbaal van aangifte [naam 1] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
Ik ben als bedrijfsleider van [supermarkt 2] , gevestigd aan de [adres 1] te Ommen, gerechtigd tot het doen van aangifte van winkeldiefstal. Op 1 juli 2014 werd ik door een medewerkster, genaamd [getuige 2] , aangesproken. Zij had twee dames in de winkel gezien die zij niet vertrouwde. Hierop is zij naar de camera's gegaan om de dames in de gaten te houden. Het betroffen een stevige dame met opgestoken haar, zigeunerachtig uiterlijk en een slankere dame, klein met donker lang haar met eveneens een zigeunerachtig uiterlijk. Op een gegeven moment, ik stond toen bij de camera's, zag ik dat ze iets in de tas stopten. Ik ben toen nnaar beneden gelopen en zag dat de dames zich bij de kassa splitsten en allebei bij een andere kassa iets afrekenden. Ik heb de slankere dame in de gaten gehouden en zag dat zij alleen een toiletblokje afrekende. Nadat zij de kassa waren gepasseerd, heb ik de dames aangesproken. Op mijn verzoek hebben ze hun tas geopend en ik zag dat de slankere dame drie DVD's, die wij verkopen, in de tas had zitten. De andere, stevige dame had twee pakjes ondergoed in de tas zitten die zij niet had afgerekend. Ik heb de dames aangehouden en mee naar ons kantoor genomen. Hier heb ik de politie gebeld. De slanke dame heeft zich als [verdachte] aan mij voorgesteld.
Toen de politie met de dames weg was, heb ik de beelden nagekeken. Ik zag hierbij dat de beide dames vanaf het einde van het parkeerterrein over het terrein naar de winkel toe liepen. Ik zag dat de slanke dame, [verdachte] , DVD's in haar tas stopt en dat de dikkere dame twee pakjes ondergoed in haar tas stopt. [verdachte] stopt ook nog iets in haar tas in het shampoo-pad. Van u heb ik begrepen dat er in haar tas ook nog 3 tubes bodyscrub zaten van het merk Traecle Moon. Deze verkopen wij inderdaad en bij navraag bij mijn collega vertelde hij dat het vak ook praktisch leeg is.
2. Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige:
Ik ben werkzaam in het filiaal van [supermarkt 2] , gevestigd aan de [adres 1] te Ommen. Op 1 juli 2014 was ik ook aan het werk. Omstreeks 14.50 uur a 15.00 uur was ik aanwezig op de winkelvloer en zag ik dat er twee dames in de winkel liepen. Zij vielen mij op door hun uiterlijk. Ik zag dat een dikkere dame betrof en een dame die duidelijk slanker was. Ik zag dat beide dames een tas bij zich hadden, waarvan de rits helemaal openstond. Ik ben naar de ruimte gelopen waar de camera's uitgekeken kunnen worden. Ik zag op de live beelden dat de dikkere dame bij het vak met ondergoed stond en hiervan een aantal pakjes in haar openstaande tas stopte. [naam 1] is vervolgens naar de ruimte voorbij de kassa gelopen, om de dames aan te kunnen houden. Ik bleef achter in de kantoorruimte. Ik zag vervolgens op de camerabeelden dat beide dames een aparte kassa kozen om af te rekenen. Toen beide dames voorbij de kassa waren, heeft mijn collega [naam 1] hen aangehouden op verdenking van winkeldiefstal.
Later heb ik samen met [naam 1] de camerabeelden uitgekeken en ze op de camera's gevolgd. Ik zag dat zij gezamenlijk de winkel binnen liepen. Het merendeel van de tijd liepen ze ook gezamenlijk door de winkel. Op de beelden had ik de indruk dat zij elkaar zo nu en dan afschermden. Ook zag ik dat de dunnere dame op een gegeven moment in het gangpad van de shampoo stond. Ik zag dat ze een paar flesjes of iets dergelijks vasthield. Vervolgens zag ik op de beelden dat ze dat in haar tas stopte. Vermoedelijk zijn dit de ontvreemde tubes bodyscrub geweest.
3. Een proces-verbaal van aanhouding door burger, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] , dan wel één hunner:
Op 1 juli 2014 werd door directeur/eigenaar [supermarkt 2] vestiging te Ommen [naam 1] aan ons overgedragen de door hem op dinsdag 1 juli 2014 te [adres 1] te Ommen op heterdaad aangehouden verdachte:
[verdachte] .
4. Een proces-verbaal van aanhouding door burger, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] , dan wel één hunner;
Op 1 juli 2014 werd door directeur/eigenaar [supermarkt 2] vestiging te Ommen [naam 1] aan ons overgedragen de door hem op dinsdag 1 juli 2014 te [adres 1] te Ommen op heterdaad aangehouden verdachte:
[medeverdachte] .
5. Een proces-verbaal van verhoor verdachte, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
Ik was vandaag, 1 juli 2014, in Ommen. Bij mij was [medeverdachte] , zij is een vriendin van mij. We zijn naar de [supermarkt 2] gegaan. Ik ben samen met [medeverdachte] naar binnen gegaan. Ik pakte 3 dvd's. Vervolgens pakte ik wc-blokjes en stopte ik de dvd's in mijn tas. Ik heb daarna de wc-blokjes afgerekend. Ik doe afstand van deze dvd's.
6. Een proces-verbaal van verhoor verdachte, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
U laat mij 3 tubes body scrub zien. U zegt mij dat de [supermarkt 2] in Ommen deze scrubs mist. Ja, sorry, ik was de scrub helemaal vergeten. Ik heb ze bij de [supermarkt 2] in Ommen weggenomen, samen met de dvd's.