Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
ambtshalve beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Overijssel
d.d. 15 september 2015
[A] (roepnaam [A] ),
[D] ,
[E] ,
Jeugdbescherming Overijssel,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Overijssel op 15 september 2015 een ambtshalve beschikking gegeven met betrekking tot de omgangsregeling tussen de vader en zijn drie minderjarige kinderen, [A], [B] en [C]. De kinderen, die bij hun moeder wonen, hebben via brieven hun wensen kenbaar gemaakt over de omgang met hun vader. De kinderrechter heeft op basis van deze verzoeken en eerdere gesprekken met de kinderen en ouders, alsook op basis van rapportages van de Raad voor de Kinderbescherming en Jeugdbescherming Overijssel, de situatie beoordeeld. De ouders zijn niet met elkaar gehuwd en er is sprake van gezamenlijk ouderlijk gezag. De vader had eerder een voorlopige omgangsregeling die door de voorzieningenrechter was vastgesteld, maar de kinderen gaven aan deze regeling niet te willen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er tussen de ouders geen overleg mogelijk is en dat de vader niet in staat lijkt om rekening te houden met de emotionele behoeften van de kinderen. Gezien deze omstandigheden heeft de kinderrechter besloten dat er geen rechtens afdwingbare omgangsregeling meer geldt tussen de vader en de kinderen. Deze beslissing is genomen in het belang van de kinderen, waarbij de kinderrechter benadrukt dat de vader de mogelijkheid heeft om in een bodemprocedure een andere regeling te verzoeken. De beschikking is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden naar de Raad voor de Kinderbescherming.