Op 27 oktober 2015 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte, geboren in 1964 in Libanon, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland verbleef. De verdachte werd beschuldigd van het witwassen van een geldbedrag van € 250.390,- en het voorhanden hebben van een stroomstootwapen. De rechtbank heeft het vonnis gewezen na openbare terechtzittingen op 14 april, 12 mei en 13 oktober 2015, waarbij de officier van justitie, mr. G. Oosterveld, een gevangenisstraf van 14 maanden had geëist. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging.
De rechtbank heeft vastgesteld dat op 6 januari 2015 in de auto van de verdachte een groot contant geldbedrag van € 250.390,- werd aangetroffen, verpakt in plastic tassen. De verdachte verklaarde dat hij het geld had gekregen van een persoon genaamd "[naam 1]" om Caterpillars te zoeken. De rechtbank oordeelde dat de verdachte onvoldoende bewijs had geleverd voor de legale herkomst van het geld. De omstandigheden waaronder het geld werd aangetroffen, in combinatie met de verklaringen van de verdachte, leidden de rechtbank tot de conclusie dat het geld uit misdrijf afkomstig was.
Daarnaast werd vastgesteld dat de verdachte op dezelfde dag een stroomstootwapen voorhanden had. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan beide feiten en legde een gevangenisstraf op van acht maanden, met aftrek van voorarrest. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten, waarbij het witwassen van crimineel geld een bedreiging vormt voor de legale economie en de veiligheid in de samenleving. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 27 oktober 2015.