10.De beslissing
-verklaart de officier van justitie niet ontvankelijk in de vervolging met betrekking tot de dagvaarding met parketnummer 08.135240.15;
vrijspraak/bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat verdachte het in de dagvaarding met parketnummer 08.166172.15 onder 1 primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen, dat verdachte het voor het overige tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
- bepaalt dat een gedeelte van de straf, groot drie maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
- omdat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- omdat de veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of omdat de veroordeelde geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden;
- omdat de veroordeelde geen medewerking aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht heeft verleend, medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- omdat de veroordeelde tijdens de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt als
bijzondere voorwaarden
- dat de veroordeelde zich op eerste uitnodiging van de reclassering meldt en zich gedurende de proeftijd blijft melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht en zich houdt aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft;
- dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal laten opnemen in FPA De Boog te Warnsveld, althans een soortgelijke intramurale instelling, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die de verdachte in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-) directeur van die instelling zullen worden gegeven;
- dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd onder behandeling zal stellen van een instelling voor ambulante zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, op de tijden en plaatsen als door of namens die zorginstelling aan te geven, teneinde zich te laten behandelen voor zijn psychische gesteldheid;
- de verdachte gedurende de proeftijd zal verblijven in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, en zich zal houden aan het (dag-)programma dat deze instelling in overleg met de reclassering zal opstellen;
- dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal onthouden van het gebruik van alcohol en (hard)drugs en zich verplicht ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan bloedonderzoek of urineonderzoek;
- draagt deze reclasseringsinstelling op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
- beveelt dat de op grond van artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 14d van het Wetboek van Strafrecht uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn;
- bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] af;
- verklaart de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 2] ,
[slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] niet-ontvankelijk;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van de dag dat het voorarrest gelijk wordt aan de opgelegde onvoorwaardelijke straf.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. M. van Bruggen en
mr. E. Leentjes, rechters, in tegenwoordigheid van D.D. Drost, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 24 december 2015.
Buiten staat
Mr. Leentjes is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Met betrekking tot de dagvaarding met parketnummer 08.100853.15:
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina's uit het dossier van de Politie Eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2015250684. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Een proces-verbaal van aanhouding [verdachte] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisanten [slachtoffer 11] , medewerker van Politie Eenheid Oost-Nederland en [slachtoffer 12] , aspirant van Politie Eenheid Oost-Nederland:
Op 24 mei 2015 waren wij, verbalisanten [slachtoffer 11] en [slachtoffer 12] , in uniform gekleed en belast met de noodhulp in Zwolle. Omstreeks 22.15 kregen wij de melding om te gaan naar de Zeven Alleetjes te Zwolle. Ter plaatse troffen wij de ons bekende [verdachte] . (…) Na aanspreken bleek dat er met hem geen land te bezeilen was. Wij hoorden dat de verdachte ons kankerpolitie en kankerlijers noemde. Op dat moment liepen er burgers langs. Wij voelden ons in onze goede naam en eer aangetast.
2. Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 25 mei 2015, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
Ik lag gisteravond op een bankje in een park in Zwolle te slapen. Ik had wijn gedronken en was dronken. Toen werd ik door de politie wakker gemaakt. Hier werd ik erg kwaad om. (…) Dat waren kankerpolitieagenten. Ik heb dat ook tegen hen gezegd.
Met betrekking tot de dagvaarding met parketnummer 08.125215.15:
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina's uit het dossier van de Politie Eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2015306644. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Een proces verbaal van aangifte [slachtoffer 2] , brigadier van Politie Eenheid Oost-Nederland, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangeefster:
Op 24 juni 2015 was ik samen met mijn collega [slachtoffer 1] belast met een noodhulpdienst in Zwolle. Wij kregen de melding te gaan naar de Wethouder Alferinkweg te Zwolle. Daar zou een persoon lopen te schreeuwen op straat. Ter plaatse zag ik de ons ambtshalve bekende [verdachte] lopen. Ik zag dat [verdachte] er druk in zijn gedrag deed. Op het moment dat mijn collega en ik ons dienstvoertuig hadden geparkeerd, hoorde ik [verdachte] wartaal schreeuwen. Vervolgens heb ik samen met mijn collega getracht een gesprek te voeren met [verdachte] . Op een gegeven moment hoorde ik [verdachte] in de richting van mijn collega [slachtoffer 1] hardop roepen: "Kankerwout." Mijn collega en ik voelden ons door deze bewoordingen in onze goede naam en eer aangetast. Hierop heb ik samen met collega [slachtoffer 1] verdachte [verdachte] aangehouden ter zake belediging. Vervolgens heb ik samen met mijn collega verdachte [verdachte] geplaatst in een dienstvoertuig ter overbrenging. Tijdens het aanbrengen van de handboeien hoorde ik [verdachte] zeggen: "Ik maak jullie dood," of woorden van gelijke strekking. Ik zag dat hij mij hierbij aankeek. Tevens zag ik dat hij collega [slachtoffer 1] aankeek. In het dienstvoertuig hoorde ik [verdachte] zeggen en schreeuwen: "Als ik vrijkom, vermoord ik jullie." Verder hoorde ik hem zeggen: "Wacht maar af, wacht maar af." Tijdens deze bedreigingen bleef hij ons aankijken.
2. Een proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , brigadier van Politie Eenheid Oost-Nederland, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
Op 24 juni 2015 was ik samen met mijn collega [slachtoffer 2] belast met noodhulpdienst te Zwolle. Wij kregen de melding te gaan naar de Wethouder Alferinkweg te Zwolle, alwaar een persoon liep te schreeuwen. Ter plaatse zag ik en mijn collega [slachtoffer 2] de ons ambtshalve bekende [verdachte] lopen. Wij zagen dat hij erg druk in zijn gedrag deed.
Op het moment dat mijn collega en ik ons dienstvoertuig hadden geparkeerd, hoorde ik [verdachte] wartaal schreeuwen. Vervolgens heb ik en mijn collega [slachtoffer 2] getracht een gesprek te voeren met [verdachte] . Op een gegeven moment hoorde mijn collega [slachtoffer 2] [verdachte] in mijn richting hardop zeggen: "Kankerwout." Ik en mijn collega [slachtoffer 2] voelden ons door deze bewoordingen, tijdens de uitoefening van ons beroep, in onze eer en goede naam aangetast. Hierop hebben wij [verdachte] aangehouden ter zake belediging. Vervolgens is verdachte [verdachte] geplaatst in een dienstvoertuig ter overbrenging. In het dienstvoertuig hoorde ik [verdachte] zeggen en schreeuwen: "Als ik vrijkom, vermoord ik jullie." Verder hoorde ik hem na deze woorden zeggen: "wacht maar af, wacht maar af." Tijdens de autorit hoorde ik hem zeggen: "Ik maak je af, ik maak je af, dood ga je." Ik hoorde [verdachte] de woorden: "Ik vermoord je, ik maak je dood" in verschillende zinsnedes tijdens de autorit naar het politiebureau keer op keer herhalen. Vlak voordat we het hoofdbureau binnenreden, hoorde ik [verdachte] zeggen: "Als ik hieruit ben of kom, sla ik je kapot", of woorden van gelijke strekking.
3. Een proces-verbaal van verhoor [verdachte] d.d. 24 juni 2015, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
De agent zei dat het mijn dood zou worden als ik zo door zou gaan. Ik zei vervolgens tegen de agent dat ik hem dood zou maken. Ik weet niet tegen welke agent ik dit heb gezegd.
Met betrekking tot de dagvaarding met parketnummer 08.158059-15:
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina's uit het dossier van de Politie Eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2015380810. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
ten aanzien van feiten 1 en 2:
1. Een proces-verbaal van bevindingen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant [verbalisant] :
Op 4 augustus 2015 was ik, verbalisant [verbalisant] , belast met het toezicht op de openbare orde in de gemeente Zwolle. Ik bevond mij op de Luttenbergstraat te Zwolle. Op genoemde locatie zag ik de mij ambtshalve bekende [verdachte] lopen, die verder in het proces-verbaal verdachte zal worden genoemd. Het is mij bekend dat verdachte een gebiedsverbod heeft voor de binnenstad van Zwolle en bepaalde gebieden daar omheen. Het is mij bekend dat de Luttenbergstraat binnen het eerder genoemde verbod valt. Ik heb hierop de collega's van noodhulp bijgeproken die vervolgens verdachte hebben aangehouden.
2. Een proces van aanhouding [verdachte] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisanten [slachtoffer 3] en [verbalisant] :
Op 4 augustus 2015 waren wij, verbalisanten [slachtoffer 3] en [verbalisant] , belast met noodhulpdienst in de gemeente Zwolle. Wij kregen door middel van portofonisch contact te horen dat de ons ambtshalve bekende [verdachte] zich zou bevinden op de Luttenbergstraat te Zwolle. Het is ons bekend dat [verdachte] een gebiedsverbod heeft voor het centrum van Zwolle. Tevens mag hij zich niet bevinden op de Luttenbergstraat. Vervolgens zagen wij dat [verdachte] zich bevond op de Assendorperstraat te Zwolle. Hierop is [verdachte] aangehouden.
3. Een schriftelijk stuk, te weten een vanwege de burgemeester H.J. Meijer opgesteld gebiedsverbod d.d. 6 juli 2015, betreffende [verdachte] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op grond van artikel 172a van de Gemeentewet ter handhaving van de openbare orde, hierbij het bevel om u gedurende een periode van 3 maanden, aanvangende op 7 juli 2015 en eindigend op 7 oktober 2015, niet te begeven, dan wel te verblijven in de gebieden, zoals deze op de bij dit besluit horende kaart wordt aangegeven.
4. Een proces-verbaal van bevindingen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant [slachtoffer 13] , surveillant van Politie Eenheid Oost-Nederland:
Dinsdag 4 augustus 2015 is door mij, verbalisant [slachtoffer 13] , een poging gedaan om verdachte [verdachte] te horen. Ik hoorde het volgende: "Kutkanker politie, kankerwouten." Deze woorden bleef verdachte herhalen.
Met betrekking tot de dagvaarding met parketnummer 08.166172.15:
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina's uit het dossier van de Politie Eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2015400143. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
ten aanzien van feiten 1, 2 en 3:
1. Een proces-verbaal van aanhouding [verdachte] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisanten [slachtoffer 5] , hoofdagent van Politie Eenheid Oost-Nederland en [slachtoffer 6] , hoofdagent van Politie Eenheid Oost-Nederland:
Op 16 augustus 2015 waren wij, verbalisanten [slachtoffer 6] en [slachtoffer 5] belast met horecatoezicht in het centrum van Zwolle. Wij waren in uniform gekleed en reden in een opvallend dienstvoertuig. Wij kregen van de meldkamer het verzoek te gaan naar het Grote Kerkplein in Zwolle. Daar zou iemand zijn lastiggevallen door een man. Omstreeks 01.50 uur kwamen wij ter plaatse aan bij het Grote Kerkplein. Wij zagen een man staan. Wij herkenden deze persoon als de ons ambtshalve bekende [verdachte] . Het was ons bekend dat [verdachte] een door de burgemeester van Zwolle uitgevaardigd gebiedsverbod heeft voor de binnenstad van Zwolle. Het Grote Kerkplein behoort tot dit aangewezen gebied. Omstreeks 2.00 uur hebben wij [verdachte] aangehouden voor overtreding van genoemd gebiedsverbod en hebben [verdachte] overgebracht naar het cellencomplex van het politiebureau in Zwolle. Tijdens het overbrengen hoorden wij dat [verdachte] meerdere keren "kankerpolitie" tegen ons zei. Wij hoorden ok dat hij meerdere keren tegen ons zei: "Geef mij jullie pistool maar, dan schiet ik jullie door je kop."
2. Een schriftelijk stuk, te weten een vanwege de burgemeester H.J. Meijer opgesteld gebiedsverbod d.d. 6 juli 2015, betreffende [verdachte] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op grond van artikel 172a van de Gemeentewet ter handhaving van de openbare orde, hierbij het bevel om u gedurende een periode van 3 maanden, aanvangende op 7 juli 2015 en eindigend op 7 oktober 2015, niet te begeven, dan wel te verblijven in de gebieden, zoals deze op de bij dit besluit horende kaart wordt aangegeven.
Met betrekking tot de dagvaarding met parketnummer 08.167716.15:
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina's uit het dossier van de Politie Eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2015402977. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
ten aanzien van feiten 1 en 2:
1. Een proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 7] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
Ik ben werkzaam als hoofdagent bij het basisteam Zwolle van de Politie Eenheid Oost-Nederland. Op 18 augustus 2015 hield ik samen met collega [slachtoffer 14] een verdachte aan terzake belediging. Deze verdachte was genaamd [verdachte] , [verdachte] . Tijdens het overbrengen van deze verdachte naar het bureau hoorde ik dat deze tegen mij zei: "Ik maak je dood, wacht maar tot de handboeien af zijn. Ik ben erg sterk ik schiet je dood." Althans woorden van gelijke strekking. Hierbij keek [verdachte] mij aan. Ik zat op dat moment op de achterbank naast hem op de achterbank van het dienstvoertuig. Door deze bewoordingen voelde ik me bedreigd.
2. Een proces-verbaal van aanhouding [verdachte] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisanten [slachtoffer 7] , hoofdagent van politie Eenheid Oost-Nederland en [slachtoffer 14] , agent van politie Eenheid Oost-Nederland, dan wel één hunner:
Op dinsdag 18 augustus 2015 bevonden wij, verbalisanten, ons in de gemeente Zwolle. Wij waren in uniform gekleed en reden in een opvallend dienstvoertuig. Wij ontvingen een melding om te gaan naar de Jumbo supermarkt aan de Hogenkampseweg te Zwolle. Voor de ingang van de supermarkt zou een man levenloos op de grond liggen. Ter plaatse zagen wij de ons ambtshalve bekende [verdachte] liggen. Ik, [slachtoffer 7] , sprak hem aan. Ik zag dat [verdachte] hierop niet reageerde. Hierop heb ik hem aangetikt en wederom aangesproken. Wij hoorden dat [verdachte] tegen ons zei: "Wat moet je kankerpolitie." Wij hebben [verdachte] vervolgens meerdere malen medegedeeld dat het niet was toegestaan te slapen waar hij nu lag. Wij zagen dat [verdachte] plots opsprong en dreigend tegenover ons ging staan. Wij hoorden dat hij zei: "Kanker politie, kanker anus, jullie zijn, kankeranus politie" Wij zagen dat [verdachte] hierbij in onze richting spuugde. Hierop hebben wij [verdachte] aangehouden. Tijdens de rit naar het politiebureau bleef verdachte [verdachte] constant scheldwoorden naar ons roepen. Ook hoorden wij dat [verdachte] zei: "Ik maak je dood, wacht maar tot de handboeien af zijn. Ik ben erg sterk ik schiet je dood.
Met betrekking tot de dagvaarding met parketnummer 08.730600.15:
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina's uit het dossier van de Politie Eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2015468973. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Een proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 8] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
Op 25 september 2015, omstreeks 10.30 uur, was ik aan de Burgemeester Dijbersingel in Zwolle. Ik was daar aan de voorzijde van popcentrum de Hedon. Ik was samen met [naam 1] , hij is cameraman en we hebben daar samen een promotieclip voor de Hedon gemaakt. Omstreeks 10.30 uur heb ik mijn zwarte, canvas schoudertas aan een rekje van een fietsenrek gehangen. Omstreeks 11.00 uur wilde ik op mijn telefoon kijken. Deze had ik in mijn tas. Op dat moment zag ik dat mijn tas verdwenen was. Tijdens het opnemen van de clip had ik een zwerverstype zien lopen. Achteraf denk ik dat deze zwerver mijn tas gestolen heeft. [naam 1] en ik zijn vervolgens gaan zoeken naar de zwerver. Wij zagen hem bij de Jumbo supermarkt aan de Hogenkampsweg te Zwolle. Wij hebben hem daar aangesproken en hem gevraagd of hij mijn tas had. Hij reageerde daarop agressief. Wij hebben hem daarop met rust gelaten en zijn terug naar de Hedon gegaan. In de Hedon hebben wij de beveiligingsbeelden bekeken die om het gebouw hangen. Hierop zag ik dat de zwerver aan de zijkant aan kwam lopen. Ik zag dat hij naar mijn tas liep en deze pakte en meenam.
In mijn tas zaten de volgende spullen: huissleutel, fietssleutel, vaseline, portemonnee met een bankpas, ov-kaart, rijbewijs, I-phone 6.
2. Een proces-verbaal van bevindingen, betreffende een beschrijving van camerabeelden van een camera buiten poppodium Hedon, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant [slachtoffer 5] :
Ik zie dat de camerabeelden starten op 25 september 2015, om 10.26 uur. Ik zie dat de camera is bevestigd aan de gevel van het pand van Hedon. Ik zie dat na 55 seconden een persoon vanaf de achterzijde van het pand naar de voorzijde van de fietsenstalling loopt. Ik zie dat deze persoon een rugzak op zijn rug draagt. In zijn linkerhand heeft hij twee plastic tassen en over zijn rechter schouder hangt een weekendtas. Ik herken deze persoon als de mij ambtshalve bekende [verdachte] .
Ik zie dat [verdachte] zich bukt en zijn weekendtas en zijn twee plastic tassen op de grond zet. Terwijl hij zich bukt, zie ik dat hij een zwarte vierkante tas met hengsels in zijn rechter hand heeft. Ik zie dat hij de zwarte tas op zijn weekendtas legt. Ik zie dat hij vervolgens alle tassen oppakt en wegloopt.
3. Een proces-verbaal van bevindingen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant [slachtoffer 14] :
Op vrijdag 25 september heb ik in de fouillering van verdachte [verdachte] gekeken. Ik was op zoek naar een Apple Iphone 6 welke gestolen zou zijn. In de fouillering heb ik een Apple Iphone 6 aangetroffen welke aan de omschrijving van het gestolen toestel voldeed. Tevens zag ik dat er een zwart hoesje omheen zat. Ik had van de aangever gehoord dat er een zwart hoesje omheen zat. Aangever verklaarde dat er een sticker op het hoesje zit. Op de door mij aangetroffen Iphone 6 zat geen sticker. Echter zag en voelde ik een plakkerige massa aan de achterzijde van het hoesje, wat mij bevestigde dat er een sticker had gezeten.
4. Een proces-verbaal van bevindingen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant [verbalisant] :
Tijdens het opnemen van een getuige verklaring in het park de Weezenlanden in verband met een eerder gepleegde diefstal van een tas en een mobiele telefoon werd ik aangesproken door een man uit het dak- en thuislozencircuit. Ik hoorde dat de man anoniem wenste te blijven, omdat hij de verdachte goed kende en bang was voor mogelijke represailles. Ik hoorde van de man dat hij 's middags samen met een andere dakloze in een parkje had gezeten achter de Zerboltstraat in Zwolle. Ik hoorde van de man dat [verdachte] bij de man in het parkje was gekomen. [verdachte] had tegen de man gezegd: "hier heb je een tasje die moet je begraven." De man had gezien dat [verdachte] een zwarte schoudertas bij zich had. De man zag dat de zwarte tas bestond uit een soort van canvas. De man had gezien dat [verdachte] de tas in een aldaar aanwezige groen prullenbak had gestopt.
Ik verbalisant ben ter plaatse gegaan naar het parkje achter de Zerboltstraat. Ik zag in het parkje de groene vuilnisbak staan. Ik zag dat in de prullenbak een zwarte canvas tas lag. Ik zag in de tas een sleutelhanger en een portemonnee liggen. Nadat ik de portemonnee had geopend, zag ik een rijbewijs waarop de volgende naam stond vermeld: [naam 2] .
Met betrekking tot de dagvaarding met parketnummer 08.730613.15:
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina's uit het dossier van de Politie Eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2015474444. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Een proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 9] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
Op 28 september 2015 kwam ik bij mijn woning aan de [adres] in Zwolle. Ik zag 3 mensen voor mijn woning staan. Ik zag dat één man veel drukte maakte, hij was aan het schreeuwen. Ik zag dat hij een winkelwagentje bij zich had. Ik vroeg of hij een eindje verderop wilde gaan staan. Ik hoorde dat hij zei: Ik verbouw je gezicht, ik sla je in elkaar en ik breek al je botten. Ik kende de man niet en werd door deze uitspraken erg angstig. Ik zag dat de politie even later bij de man stond die de bedreigingen naar mij heeft geuit.
2. Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van getuige:
Op 28 september 2015 was ik aan de [adres] . Op een gegeven moment zag ik een man, aan komen lopen. Ik zag dat hij een winkelwagentje bij zich had. Vervolgens zag ik een man uit zijn woning komen. Ik hoorde dat er ruzie was tussen de twee personen. Ik hoorde dat de man met de winkelwagen tegen de andere man zei: "Ik sla je kop in elkaar", of woorden van gelijke strekking. Hierna was de politie snel ter plaatse. Ik zag dat de man met de winkelwagen en welke de bedreiging had geuit werd gearresteerd.
3. Een proces-verbaal van aanhouding [verdachte] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisanten [slachtoffer 3] , agent van Politie Eenheid Oost-Nederland, en [verbalisant] , brigadier van Politie Eenheid Oost-Nederland, dan wel één hunner:
Op 28 september 2015 waren wij, verbalisanten, in herkenbaar uniform gekleed en reden wij in een opvallend dienstvoertuig. Wij hoorden dat een centralist een melding doorgaf dat een melder had doorgegeven dat er zojuist bij hem aan de [adres] te Zwolle een zwerver had gestaan, die tegen melder zou hebben geroepen: "Ik sla je in elkaar, ik verbouw je gezicht." De man zou een winkelwagen bij zich hebben. Daarop gingen wij ter plaatse. Wij troffen vervolgens op de [adres] de verdachte aan die ons ambtshalve bekend is en van wie wij ambtshalve weten dat de verdachte meerdere keren dit gedrag heeft vertoond. Vervolgens hielden wij verdachte aan ter zake vermoedelijke overtreding van artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht. Wij brachten vervolgens verdachte over naar het politiebureau. Ik, [slachtoffer 3] , nam plaats achterin het dienstvoertuig naast de verdachte. Onderweg naar het hoofdbureau hoorde ik dat verdachte tegen mij riep: "Je bent een kankerjood en een kankerlijer." Toen verdachte deze woorden sprak, zag ik dat hij mij aankeek. Door de woorden die verdachte sprak, voelde ik mij beledigd en in mijn goede naam en eer aangetast.
4. Een proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 29 september 2015, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
V= vraag verbalisant.
A= antwoord verdachte.
V: Wat is er gebeurd gister?
A: (…) Toen kwamen jullie, kankerpolitie. Toen werd ik meegenomen door die kankerjood.
V: Heb jij in de auto tegen mijn collega gezegd: "Kankerjood, kankerlijer"?
A: Ja, dat is toch ook zo? Dat zei ik net. Hij is een kankerjood.
Met betrekking tot de dagvaarding met parketnummer 08.730674.15:
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina's uit het dossier van de Politie Eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2015519129. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Een proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 10] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
Ik was op 4 oktober 2015 aan het werk in het winkelcentrum "De Dobbe" in Zwolle. Ik had mijn jas op een trolley met goederen gelegd achter de achterwand van de stand die wij hadden gebouwd. In de mouw van de jas had ik mijn vest gestopt. Omstreeks 15.00 uur zag ik een man lopen met de jas aan die ik op de trolley had gelegd. Ik keek op de trolley en zag dat de jas weg was. Ik ben samen met een collega naar de man gelopen om zeker te zijn of het mijn jas was. Ik zag dat de man meerdere jassen aan had. De bovenste jas was mijn jas. Ik zag het aan de gebruiksporen op de jas. Ik heb de man gevraagd of ik mijn jas terug mocht. Ik merkte dat de man wat moeilijk deed. Nadat ik mijn stem verhier en boos werd, gaf hij mijn jas terug. Ik kwam omstreeks 16.00 uur tot de conclusie dat ik mijn vest mis. Het moet wel zo zijn dat de man die man jas had gepakt, ook het vest had. Ik heb het vest niet gezien op dat moment.
2. Een proces-verbaal van aanhouding [verdachte] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] , dan wel één hunner:
Op 24 oktober 2015 waren wij, verbalisanten, belast met noodhulpsurveillance in de gemeente Zwolle. Wij hoorden dat een centralist de melding uitgaf dat door een melder was gebeld, die doorgaf dat bij de Jumbo bij de Dobbe te Zwolle een zwerver zat die het gestolen vest van melder bij zich had. Op een gegeven moment werd ik, [verbalisant] , gebeld en had ik de melder aan de lijn. Ter plaatse zagen wij een man staan in de nabijheid van de rotonde bij de Dobbe. Ik, [verbalisant] , vroeg deze man of hij de man was met wie ik zojuist een telefonisch gesprek had gehad. Deze man bevestigde dit. De man wees naar een man die verderop op een bankje zat en vertelde dat dit de man was die zijn vest had gestolen. Wij, verbalisanten, zagen dat andere collega's reeds bij de verdachte stonden. Wij vervoegden ons bij deze collega's en zagen dat het om de ons ambtshalve bekende [verdachte] ging. Wij hielde vervolgens verdachte aan.
3. Een proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
V= vraag verbalisant.
A= antwoord verdachte.
V: Je bent gister, 24 oktober 2015, aangehouden vanwege het plegen van diefstal. Wat is er gebeurd?
A: Ik heb gepakt (…). Een leren jas en een vestje. Ik heb de jas teruggegeven.