ECLI:NL:RBOVE:2015:5719
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens onduidelijke tenlastelegging en gebrek aan bewijs in hondenpoepzaak
In de zaak voor de Rechtbank Overijssel, sector Kanton te Enschede, is op 23 november 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het niet opruimen van hondenuitwerpselen op een openbare plaats. De verdachte had een strafbeschikking ontvangen van € 140, vermeerderd met administratiekosten, voor een gedraging die plaatsvond op 11 maart 2014 te Hengelo. De tenlastelegging volgde de tekst van de strafbeschikking, maar bleek onduidelijk en niet goed onderbouwd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de tekst van de tenlastelegging niet overeenkwam met de feiten zoals deze in het proces-verbaal waren vastgelegd.
Tijdens de zitting heeft de verdachte haar verweer toegelicht, waarbij zij stelde dat haar hond last had van maagklachten en dat zij niet in staat was om de uitwerpselen op te ruimen voordat de verbalisant haar aansprak. De kantonrechter heeft de officier van justitie gevraagd naar de relatie tussen de tenlastelegging en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) Hengelo 2014. De officier van justitie concludeerde dat de tenlastelegging en de APV goed op elkaar aansloten, maar de kantonrechter was van mening dat de tenlastelegging onduidelijk was en niet voldoende bewijs bood voor de beschuldiging.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter geoordeeld dat er geen bewijs was voor de beschuldiging zoals die in de tenlastelegging was geformuleerd. De kantonrechter heeft de strafbeschikking vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde gedraging. Dit vonnis is uitgesproken door mr. F.C. Berg, kantonrechter, en is openbaar gemaakt op 23 november 2015.