In de zaak van de verdachte, geboren in 1969 en wonende in Hengelo, is op 23 november 2015 door de kantonrechter te Enschede een vonnis gewezen. De verdachte had een strafbeschikking ontvangen van € 140, vermeerderd met € 7 administratiekosten, voor het niet opruimen van hondenuitwerpselen op een niet door het college aangewezen plaats. De tenlastelegging stelde dat de verdachte op of omstreeks 3 maart 2014, als eigenaar van een hond, niet had gezorgd dat deze hond zich niet van uitwerpselen ontdoet op de Hasselerbaan. De kantonrechter heeft de zaak behandeld tijdens een openbare zitting op 9 november 2015, waar de officier van justitie en de verdachte hun standpunten hebben toegelicht.
De kantonrechter overwoog dat de tekst van de tenlastelegging niet overeenkwam met de tekst van de strafbeschikking. De tenlastelegging miste een cruciaal woord, waardoor onduidelijk was welke plaatsen door het college waren aangewezen. De officier van justitie kon geen bewijs leveren dat de Hasselerbaan een door het college aangewezen plaats was waar honden niet mochten poepen. De kantonrechter concludeerde dat er geen bewijs was voor de beschuldiging zoals die in de tenlastelegging stond.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de opgelegde strafbeschikking vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde gedraging. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en de kantonrechter heeft benadrukt dat de onduidelijkheid in de tenlastelegging leidde tot de vrijspraak.