Op 22 december 2015 heeft de Rechtbank Overijssel, afdeling Strafrecht, uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een 27-jarige man, geboren in 1988, die momenteel verblijft in de FPC Oostvaarderskliniek. De rechtbank heeft de vordering van het openbaar ministerie om de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, toegewezen. De man was eerder ter beschikking gesteld door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 oktober 2013, met de termijn die begon op 9 november 2013 en oorspronkelijk eindigde op 9 november 2015. De vordering tot verlenging werd op 28 september 2015 ingediend, tijdig volgens de wet.
Tijdens de zitting op 8 december 2015 werd de man, bijgestaan door zijn raadsman mr. W. Hendrickx, gehoord. De deskundige M.L. Sikkens, verbonden aan de FPC Oostvaarderskliniek, gaf aan dat de man gediagnosticeerd is met een antisociale persoonlijkheidsstoornis en ADHD, en dat hij meerdere geweldsdelicten heeft gepleegd. De rechtbank overwoog dat de man een verstoorde agressieregulatie vertoont en dat zijn middelengebruik een belangrijke rol speelt in zijn gedrag. Ondanks enige vooruitgang in zijn behandeling, blijft het recidiverisico op de lange termijn hoog, vooral zonder adequate begeleiding.
De rechtbank concludeerde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen vereisen dat de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd. De rechtbank zag onvoldoende grond voor een kortere verlenging, zoals door de raadsman was bepleit. De rechtbank baseerde haar beslissing op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht en relevante artikelen van het Wetboek van Strafvordering. De beslissing werd genomen in het belang van de veiligheid en de voortgang van de behandeling van de betrokkene.