ECLI:NL:RBOVE:2015:5365

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
8 december 2015
Publicatiedatum
8 december 2015
Zaaknummer
08.770092.14 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van seksuele handelingen met verstandelijk beperkte vrouw

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel op 8 december 2015, stond de verdachte terecht op beschuldiging van het dwingen van een vrouw met een verstandelijke beperking tot seksuele handelingen. De rechtbank heeft op basis van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 24 november 2015 geoordeeld dat er onvoldoende bewijs is voor de tenlastegelegde feiten. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 24 maanden geëist, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, maar de rechtbank concludeerde dat de verklaringen van de verdachte en het slachtoffer lijnrecht tegenover elkaar stonden en dat er geen getuigen waren die de beschuldigingen konden bevestigen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdachte ontkende de beschuldigingen en zijn raadsman pleitte voor vrijspraak, stellende dat de verklaring van het slachtoffer onvoldoende steun vond in andere bewijsmiddelen. De rechtbank concludeerde dat, hoewel er mogelijk seksuele contacten tussen de verdachte en het slachtoffer waren geweest, er niet kon worden vastgesteld dat de verdachte de seksuele handelingen had afgedwongen zoals ten laste gelegd.

Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van zowel de primair als subsidiair tenlastegelegde feiten, omdat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was. De benadeelde partij, het slachtoffer, werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte was vrijgesproken van de tenlastelegging.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.770092.14 (P)
Datum vonnis: 8 december 2015
Vonnis op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1981 in [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 24 november 2015. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. A.C.J. Nettenbreijers en van hetgeen door de verdachte en diens raadsman
mr. C.F. Roza, advocaat te Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 21 september 2012 tot 22 maart 2013 in de gemeente Kampen door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot liet ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , hebbende verdachte één of meer vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] geduwd/gedrukt/gebracht/gehouden en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte:
- een voor die [slachtoffer] een benarde positie heeft doen onstaan door haar in het donker in een bosschage te (achter)volgen en/of
- misbruik en/of gebruik heeft gemaakt van liet uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiend (geestelijk) overwicht en/of van zijn, verdachtes, fysieke en/of psychische en/of emotionele overwicht en/of van het leeftijdsverschil tussen hem, verdachte, en die [slachtoffer] en/of (aldus) een situatie heeft gecreëerd waartegen die [slachtoffer] zich niet kon of durfde te verzetten, althans geen of (te) weinig weerstand tegen hem, verdachte, kon of durfde te bieden en/of
- misbruik heeft gemaakt van het vertrouwen (als trainer/kennis) dat die [slachtoffer] in hem, verdachte, had en/of
- ( aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
althans, voor zover voor liet vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, subsidiair dat
hij in of omstreeks de periode van 21 september 2012 tot 22 maart 2013 in de gemeente Kampen, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit:
- het (al dan niet op de mond) zoenen van die [slachtoffer] en/of
- het vastpakken van een/de hand(en) van die [slachtoffer] en/of het brengen van die hand(en) naar zijn geslachtsdeel en/of het (al dan niet over de kleding heen) leggen/plaatsen van die hand(en) op zijn (stijve) geslachtstsdeel en/of het (vervolgens) aandrukken van die hand(en) en/of
- het voelen aan en/of betasten van de vagina van die [slachtoffer] en/of (vervolgens) duwen/drukken/brengen/houden/bewegen van een of meer vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] en/of
- het (met beiden handen) voelen aan en/of betasten van en/of masseren van een/de borst(en) van die [slachtoffer] , en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit:
- het brengen van en/of doen ontstaan voor die [slachtoffer] in/van een benarde situatie door haar in het donker in een bosschage te (achter)volgen en/of
- het misbruik en/of gebruik maken van het uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiend (geestelijk) overwicht en/of van zijn, verdachtes, fysieke en/of psychische en/of emotionele overwicht en/of van het leeftijdsverschil tussen hem, verdachte, en het slachtoffer en/of het (aldus) creëren van een situatie waartegen die [slachtoffer] zich niet kon of durfde te verzetten, althans geen of (te) weinig weerstand tegen hem, verdachte, kon of durfde te bieden en/of
- misbruik maken van het vertrouwen (als trainer/kennis) dat die [slachtoffer] in hem, verdachte, had.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld voor het primair ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, waarvan acht maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, met daaraan gekoppeld als bijzondere voorwaarden een meldplicht, een contactverbod met het slachtoffer, een behandelverplichting en met de maatregel dat verdachte gedurende vijf jaar geen training mag geven aan minderjarige en/of verstandelijk beperkte meisjes.
Verdachte heeft het ten laste gelegde ontkend. De raadsman van verdachte heeft vrijspraak bepleit van zowel het primair als subsidiair ten laste gelegde. Daartoe is, zakelijk weergegeven, aangevoerd dat de verklaring van aangeefster geen, althans onvoldoende steun vindt in andere bewijsmiddelen.
4.2
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van seksuele handelingen. Dit is tenlastegelegd als (primair) verkrachting, dan wel (subsidiair) aanranding. Uit de stukken is onder meer het navolgende gebleken.
Verdachte was ten tijde van het tenlastegelegde één van de voetbaltrainers van de G-elftallen - voor mensen met een verstandelijke beperking - van voetbalvereniging [voetbalvereniging] . Deze elftallen betroffen gemengde elftallen, waarin [slachtoffer] één van de speelsters was. Nadat namens [slachtoffer] aangifte was gedaan van een mogelijk zedendelict, is zij door de politie gehoord. [slachtoffer] heeft daarbij verklaard dat zij gedurende enige tijd seksueel getinte Whatsappcontacten met verdachte had gehad, waarbij over en weer ook naaktfoto's waren verstuurd. Zij verklaarde voorts dat ze tijdens een voetbaltraining een bal in de bosjes heeft geschoten en die vervolgens samen met verdachte is gaan zoeken. Verdachte zou haar toen in die bosjes hebben gedwongen tot het ondergaan van seksuele handelingen, zoals die in de tenlastelegging worden omschreven.
Verdachte is hierover door de politie en ter terechtzitting gehoord en heeft telkens ontkend dat deze seksuele handelingen in de bosjes hebben plaatsgevonden. Verdachte heeft verklaard dat hij wel tijdens een training samen met [slachtoffer] een bal is gaan zoeken die in de bosjes was beland en dat [slachtoffer] toen heeft geprobeerd hem op de mond te zoenen, waarna ze de bosjes weer zijn uitgegaan en de training hebben hervat. Ook heeft verdachte de verklaring van [slachtoffer] bevestigd, voor zover inhoudende dat zij voorafgaand aan dit voorval via Whatsapp contacten hadden met een seksuele strekking, waarbij ook naaktfoto's tussen hen zijn gewisseld. De inhoud van deze contacten is niet aan het dossier toegevoegd, omdat de betreffende berichten reeds door [slachtoffer] waren verwijderd ten tijde van haar verhoor. De rechtbank constateert derhalve dat de verklaringen van [slachtoffer] en verdachte weliswaar deels overeenkomen, maar dat deze lijnrecht tegenover elkaar staan op de voor de verweten gedragingen essentiële punten.
Het dossier bevat voor het overige onder meer de verklaring van een andere speelster van de G-elftallen, [getuige] , over seksueel getinte gesprekken die zij met verdachte via Facebook en Whatsapp heeft gevoerd. Een weergave van deze gesprekken is aan het dossier toegevoegd. Daarnaast bestaat het dossier uit verschillende verklaringen van personen die [slachtoffer] en/of verdachte kennen en/of betrokken zijn bij de voetbalclub. De rechtbank stelt vast dat geen van deze personen heeft waargenomen wat zich in de bosjes heeft afgespeeld tussen verdachte en [slachtoffer] .
Uit voornoemde stukken kan worden afgeleid dat verdachte in de relatie van trainer tot zijn pupillen met een verstandelijke beperking de grenzen van het betamelijke heeft overschreden door seksueel getinte berichten te sturen. Uit die vaststelling kan echter naar het oordeel van de rechtbank, ook wanneer voornoemde stukken in onderlinge samenhang worden gezien, niet zonder meer worden geconcludeerd dat ook de tenlastegelegde seksuele handelingen tussen verdachte en [slachtoffer] hebben plaatsgevonden.
Wel kan worden aangenomen dat er in de bosjes nabij het trainingsveld is gezoend dan wel gepoogd te zoenen, aangezien zowel verdachte als [slachtoffer] daarover heeft verklaard. Op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is naar het oordeel van de rechtbank echter niet komen vast te staan wie daartoe het initiatief heeft genomen, noch of daarbij sprake is geweest van dwang. Ten aanzien van de verweten verdergaande seksuele gedragingen die in de bosjes door verdachte zouden zijn gepleegd jegens [slachtoffer] is de aangifte van [slachtoffer] , die niet op cruciale punten wordt ondersteund door getuigenverklaringen, en die door verdachte wordt weersproken, niet voldoende. De rechtbank concludeert dat er ten aanzien van het primair en subsidiair ten laste gelegde onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is en zal verdachte daarom daarvan vrijspreken.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte primair en subsidiair is tenlastegelegd en zal hem daarvan vrijspreken.

5.De schade van benadeelden

5.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer]heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 1.700,00 (zegge: zeventienhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. Het gevorderde betreft immateriële schade. Ook heeft de benadeelde partij gevraagd een schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Nu verdachte van de tenlastelegging wordt vrijgesproken, zal de rechtbank de benadeelde partij op de voet van artikel 361, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering niet-
ontvankelijk verklaren in haar vordering.

6.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat verdachte het primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
schadevergoeding
- bepaalt dat de benadeelde partij
[slachtoffer]niet-ontvankelijk is in haar vordering,
Dit vonnis is gewezen door mr. F. van der Maden, voorzitter, mr. L.J.C. Hangx en mr. J.H.W.R. Orriëns-Schipper, rechters, in tegenwoordigheid van D.D. Drost, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 8 december 2015.