ECLI:NL:RBOVE:2015:5331

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
3 december 2015
Publicatiedatum
3 december 2015
Zaaknummer
08/730558-15 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor wapenbezit en drugshandel met strafoplegging

Op 3 december 2015 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen een 30-jarige man uit Wijhe, die werd beschuldigd van het bezit van een vuurwapen en grote hoeveelheden drugs. De rechtbank oordeelde dat de man een doorgeladen pistool (merk Walther) en ongeveer 850 gram amfetamine in zijn woning had. De verdachte verklaarde het wapen te hebben aangeschaft ter bescherming na een inbraak. De combinatie van het wapen en de drugs werd door de rechtbank als zeer gevaarlijk beschouwd, vooral in het licht van mogelijke toekomstige inbraken of drugsgerelateerde incidenten. Naast de wapen- en drugszaken was de man ook verantwoordelijk voor twee auto-inbraken. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden en een proeftijd van 3 jaar. De verdachte moet ook twee eerdere voorwaardelijke straffen uitzitten. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en het strafblad van de verdachte in overweging genomen bij de strafoplegging.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/730558-15 (P)
Datum vonnis: 3 december 2015
Vonnis op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1984 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats]
verblijvende in PI Achterhoek, locatie Ooyerhoek te Zutphen.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 19 november 2015. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. C.Y. Huang en van wat door de verdachte en zijn raadsman mr. L.J.H.M. Achten, advocaat te Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd:
1.
hij op of omstreeks 2 september 2015, te Wijhe, in de gemeente Olst-Wijhe, een wapen van categorie III, te weten een pistool (merk Walther), en/of munitie van categorie III, te weten 9, althans een aantal patronen, voorhanden heeft gehad;
2.
hij op of omstreeks 2 september 2015, te Wijhe, in de gemeente Olst-Wijhe, althans in Nederland, opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 17 pillen en/of ongeveer 850 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA en/of tenamfetamine (MDA) en/of N-ethyl-MDA (MDEA) en/of metamfetamine en/of amfetamine, zijnde MDMA en/of tenamfetamine (MDA) en/of N-ethyl-MDA (MDEA) en/of metamfetamine en/of amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij in of omstreeks de periode van 30 maart 2015 tot en met 1 september 2015, te Wijhe, in de gemeente Olst-Wijhe en/of elders in Nederland, meermalen, in elk geval eenmaal (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
(een) hoeveelheid/hoeveelheden pillen en/of een hoeveelheid/hoeveelheden, van een materiaal bevattende MDMA en/of tenamfetamine (MDA) en/of N-ethyl-MDA
(MDEA) en/of metamfetamine en/of amfetamine, zijnde MDMA en/of tenamfetamine
(MDA) en/of N-ethyl-MDA (MDEA) en/of metamfetamine en/of amfetamine een middel
als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4.
hij in of omstreeks de periode van 6 december 2004 tot en met 11 december 2004,
te Wijhe, in de gemeente Olst-Wijhe, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een auto heeft weggenomen een autoradio/cdspeler met navigatiesysteem en/of een CD-wisselaar, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de firma [bedrijf 1] B.V. en/of [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
5.
hij in of omstreeks de periode van 19 januari 2005 tot en met 20 januari 2005, in de gemeente Zwolle, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een auto heeft
weggenomen een printer, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de firma [bedrijf 2] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

Deze paragraaf bevat het oordeel van de rechtbank over de vraag of de tenlastegelegde feiten bewezenverklaard kunnen worden of dat daarvan moet worden vrijgesproken. In het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, steunt de beslissing dat verdachte de feiten heeft begaan op de inhoud van bewijsmiddelen die als bijlage aan het vonnis zijn gehecht en daarvan op die wijze deel uitmaken. Deze bewijsmiddelen bevatten dan de redengevende feiten en omstandigheden op grond waarvan de rechtbank de overtuiging heeft gekregen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
4.1
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van het onder 1 en 2 ten laste gelegde gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Met betrekking tot het onder 3 ten laste gelegde heeft de raadsman aangevoerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is en verdachte dient te worden vrijgesproken. Ook heeft de raadsman vrijspraak van het onder 4 en 5 ten laste gelegde bepleit, omdat er enkel een DNA-match ligt en niet vastgesteld kan worden hoe het DNA van verdachte in de auto’s terecht is gekomen.
4.3
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Feiten 1 en 2.
Verdachte heeft bekend zich schuldig te hebben gemaakt aan het bezit van een vuurwapen, XTC-pillen en 850 gram amfetamine zoals deze op 2 september 2015 in de woning van verdachte zijn aangetroffen.
De rechtbank overweegt dat sprake is van een bekennende verdachte in de zin van artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank zal daarom in de bijlage van dit vonnis volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen die tot de bewezenverklaring hebben geleid.
Feit 3.
Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan handel in verdovende middelen. In het voorhanden zijnde dossier bevinden zich berichten afkomstig van de telefoon van verdachte. De inhoud van deze berichten kan op verschillende wijzen geïnterpreteerd worden. In het dossier zijn verder geen bewijsmiddelen voorhanden, ook niet in combinatie met de berichten op de telefoon, op basis waarvan geconcludeerd kan worden tot een bewezenverklaring van handel in harddrugs. De rechtbank zal verdachte hier dan ook van vrijspreken.
Feiten 4 en 5.
In de periode van 6 december 2004 tot en met 11 december 2004 heeft in Wijhe een diefstal uit de auto van firma [bedrijf 1] en/of [slachtoffer 1] plaatsgevonden. Bij het politie-onderzoek in deze auto is een bloedspoor aangetroffen. Ook is in de auto van de firma [bedrijf 2] en/of [slachtoffer 2] , waarin in de periode van 19 januari 2005 tot en met 20 januari 2005 in de gemeente Zwolle is ingebroken, een bloedspoor aangetroffen. Blijkens onderzoek bij het NFI matchen beide bloedsporen met het profielcluster van verdachte. Daarnaast is in de auto van firma [bedrijf 1] en/of [slachtoffer 1] een dactyspoor aangetroffen die overeenkomt met de vingerafdruk van verdachte.
Anders dan de verdediging is de rechtbank op grond van het bovenstaande van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 4 en 5 ten laste gelegde.
4.4
De conclusie
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder 3 is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het onder 1, 2, 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 2 september 2015, te Wijhe, in de gemeente Olst-Wijhe, een wapen van categorie III, te weten een pistool (merk Walther), en munitie van categorie III, te weten 9 patronen, voorhanden heeft gehad;
2.
hij op 2 september 2015, te Wijhe, in de gemeente Olst-Wijhe, opzettelijk aanwezig heeft gehad, 17 pillen en ongeveer 850 gram materiaal bevattende MDMA en amfetamine, zijnde MDMA en amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4.
hij in de periode van 6 december 2004 tot en met 11 december 2004, te Wijhe, in de gemeente Olst-Wijhe, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een auto heeft weggenomen een autoradio/cdspeler met navigatiesysteem en een CD-wisselaar, toebehorende aan de firma [bedrijf 1] B.V., waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak of verbreking;
5.
hij in de periode van 19 januari 2005 tot en met 20 januari 2005, in de gemeente Zwolle, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een auto heeft weggenomen een printer, toebehorende aan de firma [bedrijf 2] en/of [slachtoffer 2] , waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder 1, 2, 4 en 5 meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij de artikelen 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, artikel 10 van de Opiumwet en artikel 55 van de Wet wapens en munitie. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf: Handelen in strijd met een in artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie gegeven verbod.
feit 2
het misdrijf: Handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
feit 4
het misdrijf: Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak of verbreking.
feit 5
het misdrijf: Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden waarvan vijf maanden voorwaardelijk met aftrek van de dagen doorgebracht in voorarrest met een proeftijd voor de duur van drie jaar. Als bijzondere voorwaarden dienen hieraan gekoppeld te worden het reclasseringstoezicht met een meldplicht en het mogelijk volgen van een ambulante behandeling. Verder heeft zij toewijzing van de vorderingen tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke veroordelingen gevorderd tot gevangenisstraffen van respectievelijk 1 week en 21 dagen.
De officier van justitie heeft verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen iPhone gevorderd omdat verdachte hiermee contacten heeft onderhouden voor de handel in drugs.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft met betrekking tot de strafoplegging de rechtbank verzocht rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte en dat hij bij een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zijn woning en werk zal verliezen. De raadsman heeft verzocht eventueel een werkstraf met een voorwaardelijke straf op te leggen.
Met betrekking tot de vorderingen tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straffen heeft de raadsman verzocht deze af te wijzen.
De raadsman heeft verzocht tot teruggave van de inbeslaggenomen iPhone aan verdachte.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking. De rechtbank heeft bij de straftoemeting acht geslagen op de door het Landelijk overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) vastgestelde oriëntatiepunten.
Verdachte heeft zich onder meer schuldig gemaakt aan het bezit van een vuurwapen en een grote hoeveelheid aan verdovende middelen. Met name het feit dat verdachte een doorgeladen vuurwapen in zijn woning had liggen acht de rechtbank ernstig en enorm gevaar zettend. Verdachte heeft verklaard het wapen te hebben aangeschaft nadat bij hem was ingebroken om zichzelf in voorkomende gevallen te kunnen beschermen. De combinatie met de grote hoeveelheid drugs die verdachte in zijn woning had liggen en het beschikbaar hebben van een doorgeladen vuurwapen maakt het niet ondenkbaar dat verdachte in een geval van inbraak of drugs gerelateerd feit naar het wapen zou hebben gegrepen met alle gevolgen van dien.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank in strafverzwarende zin rekening gehouden met een uittreksel justitiële documentatie van verdachte d.d. 28 oktober 2015 waaruit blijkt dat verdachte meermalen is veroordeeld wegens overtreding van de Opiumwet.
In een adviesrapport over de persoon van verdachte d.d. 9 november 2015, opgemaakt door F. van Opdorp, reclasseringswerker Reclassering Nederland, staat onder meer opgenomen dat verdachte in het verleden veel met politie en justitie in aanraking is geweest waarbij de meeste delicten drugsgerelateerd waren. Na de laatste detentie van verdachte en een daaropvolgend reclasseringstraject is het beter gegaan. Verdachte had werk, een woning en geen schulden. Verdachte is amfetamine gaan gebruiken omdat hij de medicatie voor zijn ADHD niet meer voorgeschreven kreeg. De reclassering schat in dat verdachte zijn leven na detentie grotendeels zelfstandig kan oppakken, maar adviseert een (deels) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering en meewerken aan een behandeling indien nodig geacht. Mede gelet daarop ziet de rechtbank grond om te bepalen dat een gedeelte van de op te leggen gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd.
De rechtbank is alles afwegend van oordeel dat een grotendeels onvoorwaardelijke vrijheidsstraf noodzakelijk is, omdat aard en ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, gelet ook op het strafrechtelijk verleden van de verdachte, door een lichtere strafrechtelijke afdoening van de zaak miskend zouden worden. Bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel zouden moeten leiden, acht de rechtbank niet aanwezig.

8.De inbeslaggenomen voorwerpen

De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van het aan hem toebehorende voorwerp, te weten een telefoon van het merk iPhone, aangezien dit niet vatbaar is voor verbeurdverklaring dan wel onttrekking aan het verkeer en het strafvorderlijk belang zich daartegen niet verzet.

9.De vordering tenuitvoerlegging

Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 07/680003-12

Gelet op het voorgaande en op het bepaalde in artikel 14g van het Wetboek van Strafrecht acht de rechtbank termen aanwezig alsnog de tenuitvoerlegging te gelasten van de door de politierechter te Zwolle bij vonnis d.d. 13 mei 2014 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 week.
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 08/760165-13
Gelet op het voorgaande en op het bepaalde in artikel 14g van het Wetboek van Strafrecht acht de rechtbank termen aanwezig alsnog de tenuitvoerlegging te gelasten van de door de politierechter te Zwolle bij vonnis d.d. 3 oktober 2014 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 21 dagen.

10.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 14g, 14h, 14i, 27 en 57 Sr.

11.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
  • verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 3 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
  • verklaart bewezen, dat verdachte het onder 1, 2, 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1, 2, 4 en 5 meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- kwalificeert dit als hiervoor vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2, 4 en 5 bewezenverklaarde;
straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
- omdat de veroordeelde geen medewerking aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Sr heeft verleend, medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- omdat de veroordeelde tijdens de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
  • stelt als
  • stelt als
  • draagt deze reclasseringsinstelling op om aan verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarden;
  • bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;

de inbeslaggenomen voorwerpen

- gelast de teruggave aan verdachte van de onder hem inbeslaggenomen voorwerp, te weten de telefoon van het merk iPhone;
tenuitvoerlegging vonnis met parketnummer 07/680003-12
- gelast de
tenuitvoerleggingvan de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter d.d. 13 mei 2014, te weten
een gevangenisstrafvoor de duur van
1 week;
tenuitvoerlegging vonnis met parketnummer 08/760165-13
- gelast de
tenuitvoerleggingvan de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter d.d. 3 oktober 2014 , te weten een
gevangenisstrafvoor de duur van
21 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.H. Meijer, voorzitter, mr. S. Taalman en mr. R.A.M. Elbers, rechters, in tegenwoordigheid van W. van Goor, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 3 december 2015.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer PL0600-2015489363. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Feit 1.
1. Een verslag van binnentreden woning ex art. 10 Awbi d.d. 3 september 2015, onder meer inhoudende het relaas van verbalisant [1] ;
2. De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 19 november 2015;
3. Een proces-verbaal onderzoek wapen d.d. 14 september 2015, onder meer inhoudende het relaas van verbalisant [2] ;
Feit 2.
4. Een verslag van binnentreden woning ex art. 10 Awbi d.d. 3 september 2015, onder meer inhoudende het relaas van verbalisant [3] ;
5. Een proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 29 september 2015, onder meer inhoudende het relaas van verbalisant;
6. Het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 18 november 2015, onder meer inhoudende de verklaring van rapporteur Ing. P.H. Wallinga [4] ;
7. De bekennende verklaring van verdachte terechtzitting van 19 november 2015;
Feit 4.
8. Een proces-verbaal van aangifte [5] d.d. 15 december 2014, onder meer inhoudende de verklaring van [slachtoffer 1] , zakelijk weergegeven:
(…)
Adres/- plaats: [adres] te Wijhe.
(…) Maandag 6 december 2004 heb ik de auto, een blauwe Mercedes Benz met kenteken [kenteken] , omstreeks 20.30 uur geparkeerd voor mijn woning. De auto staat op naam van het bedrijf waar ik werkzaam ben. (…) Vandaag zaterdag 11 december 2004 omstreeks 10.00 uur ontdekte ik dat er ingebroken was in de auto. (…) Verder zag ik dat de bedrading van de radio/wekker/navigatie er uit hing. (…) Ik zag toen dat de versterker en cd-wisselaar die daar in zaten weg waren. (…) Benadeelde: [bedrijf 1] B.V. (…)
In de auto is echter de bedrading van de autoradio/cdspeler doorgesneden. (…)
Goederenbijlage:
(…)
Soort : Autoradiocd-speler
(…)
Bijzonderheid : Ingebouwde navigatiesysteem
(…)
Soort : cd-wisselaar
(…);
9. Een brief [6] d.d. 17 januari 2005, opgemaakt door [verbalisant] , waarnemend hoofd Unit Dactyloscopie en Identificatie, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 12-01-2005 ontvingen wij van uw dienst het verzoek tot het instellen van een dactyloscopisch onderzoek in de zaak met de navolgende gegevens:
(…)
Adres: [adres] Wijhe
Benadeelde: [slachtoffer 1]
Ontvangen: 1 memovelletje
(…)
10. Een proces-verbaal van inbeslagneming van sporenmateriaal n.a.v. diefstal uit auto [7] d.d. 11 december 2004, onder meer inhoudende het relaas van verbalisant, zakelijk weergegeven:
(...) Ik, [verbalisant] , brigadier van politie, bij de technische recherche van de politie IJsselland, verklaar het sporenmateriaal, ten behoeve van forensisch DNA-onderzoek, als bedoeld in artikel 138a van het Wetboek van Strafvordering, zoals vermeld op de bij dit proces-verbaal behorende sporenbijlage, in beslag te hebben genomen.
(…)
Sporenbijlage
Nummer Omschrijving stukken identiteitszegel
van overtuiging
PL0400\04-147347- biologische sporen, type: bloed, AFY907
002-001 plaats aantreffen: op kastje mute
radio
11. Een deskundigenrapport DNA onderzoek aan een referentiemonster van een veroordeelde [8] , onder meer inhoudende de verklaring van ing. H.J. van Paassen, forensisch deskundige:
Gegevens veroordeelde Achternaam : [verdachte]
Voornamen : [verdachte]
Geboortedatum : [geboortedatum] 1984
(…)
Identiteitszegel : RAAA5552NL
(…) Het DNA in het sporenmateriaal met de identiteitszegel AFY907#01, (…) uit DNA-profielcluster 3912, kan afkomstig zijn van [verdachte] . (…)
Bijlage:
(…)
Omschrijving onderzoeksmateriaal : een bloedspoor
DNA-identiteitszegel : AFY907#01
(…)
Berekende frequentie DNA-profiel : kleiner dan één op één miljard
(…)
Feit 5.
12. Een proces-verbaal van aangifte [9] d.d. 20 januari 2005, onder meer inhoudende de verklaring van [slachtoffer 2] , zakelijk weergegeven:
(…) Op woensdag 19-01-2005, omstreeks 17.00 uur heb ik de auto, (…) onbeschadigd en afgesloten geparkeerd op de Burgemeester van Roijensingel. (…) Op donderdag 20-01-2005, omstreeks 08.30 uur werd ik telefonisch door mijn werkgever benaderd met de mededeling dat er was ingebroken in de auto. (…) Toen ik bij de auto kwam zag ik dat het portierraam rechts aan de passagierskant en het achterste driehoekraampje rechts was ingeslagen. (…) Ik ben horeca accountmanager bij [bedrijf 2] . (…) Een printer, die los in de kofferbak stond is wel meegenomen. De printer was eigendom van mijn werkgever. (…)
13. Een brief [10] d.d. 14 februari 2005, opgemaakt door [verbalisant] , waarnemend hoofd Unit Dactyloscopie en Identificatie, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 10-02-2005 ontvingen wij van uw dienst het verzoek tot het instellen van een dactyloscopisch onderzoek in de zaak met de navolgende gegevens:
(…)
Adres: Burg. v. Roijensingel Zwolle
Benadeelde: [slachtoffer 2]
Ontvangen: 1 zwarte folie
(…)
14. Een proces-verbaal van inbeslagneming van sporenmateriaal n.a.v. diefstal uit auto [11] d.d. 4 februari 2005, onder meer inhoudende het relaas van verbalisant, zakelijk weergegeven:
(...) Ik, [verbalisant] , brigadier van politie, bij de technische recherche van de politie IJsselland, verklaar het sporenmateriaal, ten behoeve van forensisch DNA-onderzoek, als bedoeld in artikel 138a van het Wetboek van Strafvordering, zoals vermeld op de bij dit proces-verbaal behorende sporenbijlage, in beslag te hebben genomen.
(…)
Sporenbijlage
Nummer Omschrijving stukken identiteitszegel
van overtuiging
PL0400\05-009522 biologische sporen, type: bloed, AFT351
004-001 plaats aantreffen: binnenzijde
Leasemapje, bloedmonster pos met tetra
base
15. Een deskundigenrapport DNA onderzoek aan een referentiemonster van een veroordeelde [12] , onder meer inhoudende de verklaring van ing. H.J. van Paassen, forensisch deskundige:
Gegevens veroordeelde Achternaam : [verdachte]
Voornamen : [verdachte]
Geboortedatum : [geboortedatum] 1984
(…)
Identiteitszegel : RAAA5552NL
(…) Het DNA in het sporenmateriaal met de identiteitszegel (…), AFT351#01 uit DNA-profielcluster 3912, kan afkomstig zijn van [verdachte] . (…)
Bijlage:
(…)
Omschrijving onderzoeksmateriaal : een bloedspoor
DNA-identiteitszegel : AFT351#01
(…)
Berekende frequentie DNA-profiel : kleiner dan één op één miljard
(…)

Voetnoten

1.Pagina 21, 22
2.Pagina 113, 114
3.Pagina 21, 22
4.Los bijgevoegd rapport
5.Pagina 179 t/m 181
6.Pagina 187
7.Pagina 188, 189
8.Pagina 195 t/m 199
9.Pagina 203, 204
10.Pagina 209
11.Pagina 210, 211
12.Pagina 195 t/m 199