Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[betrokkene]
.”Bij de meting houd ik rekening met het verkeer dat uit Almelo komt (120 km/uur) en het verkeer dat vanuit Deventer komt (130 km/uur).”
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel, F.C. Berg, op 14 oktober 2015 uitspraak gedaan in een beroepszaak tegen een opgelegde sanctie voor snelheidsovertreding. Betrokkene had een sanctie van € 271,-- opgelegd gekregen voor het overschrijden van de maximumsnelheid op de A35, waar een maximumsnelheid van 120 km/uur gold. Betrokkene betwistte de hoogte van de overschrijding en stelde dat hij uit de richting van Deventer kwam, waar een maximumsnelheid van 130 km/uur gold. De kantonrechter constateerde dat er op het wegvak tussen hectometerpaaltjes 52,3 en 52,6 verschillende maximumsnelheden gelden afhankelijk van de herkomst van de voertuigen. Dit leidde tot de conclusie dat betrokkene, als hij inderdaad uit de richting van Deventer kwam, slechts 20 km/uur te hard had gereden in plaats van 30 km/uur. De kantonrechter oordeelde dat de beslissing van de officier van justitie om het beroep ongegrond te verklaren, vernietigd moest worden. De kantonrechter stelde de feitcode vast op VM020 en het sanctiebedrag op € 162,--, en veroordeelde de officier van justitie tot vergoeding van proceskosten aan betrokkene. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor wegbeheerders om duidelijkheid te scheppen over maximumsnelheden op wegen waar verschillende snelheden gelden afhankelijk van de herkomst van voertuigen.