3.1.LBP vordert, na wijziging van eis, dat de rechtbank, uitvoerbaar bij voorraad;
- verklaart voor recht dat Kampereiland onrechtmatig jegens LBP heeft gehandeld
door de aanbestedingsprocedure ‘
Beheeropdracht Kampereiland e.o.,’ in te trekken en de
beheeropdracht niet aan LBP, als rechtmatige winnaar van de aanbestedingsprocedure, te
gunnen; althans door LBP een eerlijke kans op de beheeropdracht te ontnemen;
althans door de beheeropdracht al anderhalf jaar zonder rechtmatige grondslag te gunnen aan Noorderstaete, door een illusoire aanbesteding te organiseren, door LBP effectieve
rechtsbescherming te ontzeggen, door te handelen in strijd met de aanbestedingsrechtelijke
beginselen, de precontractuele goede trouw en redelijkheid en billijkheid en/of door te
handelen in strijd met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betamelijk is;
- verklaart voor recht dat Kampereiland gehouden is de schade te vergoeden die
LBP heeft geleden als gevolg van het onrechtmatige handelen door Kampereiland;
- deze schade
• primair vaststelt op het positief contractsbelang;
• subsidiair vaststelt op de waarde van de gemiste kans;
• meer subsidiair vaststelt op de door LBP (vóór correctie van eis: Kampereiland) gemaakte kosten;
waarbij de exacte hoogte van de schade nader dient te worden opgemaakt bij staat en
- Kampereiland veroordeelt tot vergoeding van de kosten van deze procedure, waaronder
een vergoeding voor nakosten, met bepaling dat wanneer deze kosten niet binnen zeven dagen na de dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis zijn voldaan, daarover vanaf de
achtste dag na dagtekening van het vonnis wettelijke rente verschuldigd is.