ECLI:NL:RBOVE:2015:5017

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
13 november 2015
Publicatiedatum
13 november 2015
Zaaknummer
4490501 CV EXPL 15-5140
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • G. van Eerden
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onterecht verlaagde salarissen van thuiszorgmedewerkers door TSN Thuiszorg B.V. in kort geding

In een kort geding heeft de kantonrechter in Almelo geoordeeld dat de thuiszorgorganisatie TSN Thuiszorg B.V. onterecht de salarissen van haar thuiszorgmedewerkers heeft verlaagd. De zaak werd aangespannen door een groep medewerkers die zich benadeeld voelden door de eenzijdige wijziging van hun arbeidsvoorwaarden. De kantonrechter oordeelde dat TSN de medewerkers per direct en met terugwerkende kracht het salaris moest betalen waar zij recht op hadden volgens hun contract. De eisers, vertegenwoordigd door de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV), stelden dat de voorgestelde loonaanpassing niet voortvloeide uit de toepasselijke CAO en dat TSN de functies van de medewerkers eenzijdig had gewijzigd, wat in strijd was met de CAO. De kantonrechter concludeerde dat TSN niet had aangetoond dat de medewerkers in de verkeerde loonschaal waren ingedeeld en dat de voorgestelde wijzigingen in strijd waren met de dwingende bepalingen van de CAO. De kantonrechter verbood TSN om de functies en lonen van de eisers eenzijdig te wijzigen en veroordeelde TSN tot betaling van het achterstallige salaris, vermeerderd met wettelijke verhogingen en rente. Dit vonnis benadrukt de bescherming van werknemersrechten in de zorgsector en de noodzaak voor werkgevers om zich aan de geldende CAO's te houden.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer : 4490501 CV EXPL 15-5140
Uitspraak : 13 november 2015 (s.r.)
Vonnis in de zaak van:
1. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
Federatie Nederlandse Vakbeweging
statutair gevestigd en kantoorhoudend te Amsterdam
2. mevrouw [eiseres 2] , wonende te [woonplaats]
3. mevrouw [eiseres 3] , wonende te [woonplaats]
4. mevrouw [eiseres 4] , wonende te [woonplaats]
5. mevrouw [eiseres 5] , wonende te [woonplaats]
6. mevrouw [eiseres 6] , wonende te [woonplaats]
eisers,
gemachtigde: mr. A. Simsek en mr. M.B. van Voorthuizen, werkzaam bij FNV, Amsterdam
tegen

1.de besloten vennootschap TSN Thuiszorg B.V.

2.
TSN Noord-Oost Brabant B.V.
3.
TSN Groningen Holding B.V.
4.
TSN Achterhoek B.V.
5.
TSN West Brabant B.V.
allen gevestigd en kantoorhoudend te Almelo,
gedaagden, hierna gezamenlijk ook wel te noemen: TSN
gemachtigde: mr. M.L.C.M. van Kalmthout en mr. Y.M. Nijhuis, advocaten te Enschede.

1.De procedure

Eisers hebben gesteld en gevorderd als staat vermeld in de dagvaarding van 7 oktober 2015.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 30 oktober 2015 te 14.00 uur.
TSN heeft een conclusie van antwoord ingediend, en later nog aanvullende producties toegezonden.
Ter zitting zijn eisers verschenen, samen met de gemachtigde.
Namens TSN zijn verschenen mr. [bedrijfsjurist] , bedrijfsjurist, [algemeen directeur] , algemeen directeur,
[directeur HRM] , directeur HRM, [financieel directeur] , financieel directeur en [HR manager] ,
HR manager en de gemachtigden.
Namens eisers hebben de gemachtigden de vordering toegelicht aan de hand van een pleitnota. De gemachtigden van TSN hebben verweer gevoerd en daarbij eveneens een pleinnota gebruikt.
Verschillende eisers hebben persoonlijk het standpunt toegelicht.
Het vonnis is bepaald op heden.

2.De vordering

Eisers vorderen TSN in kort geding - uitvoerbaar bij voorraad - te veroordelen om
I TSN te verbieden de functies eenzijdig te wijzigen;
II TSN te verbieden de lonen eenzijdig te verlagen, op straffe van een dwangsom van
€ 250,00 per dag, met een maximum van € 2.500,00;
III TSN te veroordelen aan eisers te betalen het sinds 18 mei 2015 ingehouden salaris, op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag, met een maximum van € 2.500,00
IV TSN te veroordelen om aan eisers vanaf 18 mei 2015 het overeengekomen salaris te betalen, te vermeerderen met vakantietoeslag, onder verstrekking van correcte specificaties vanaf 18 mei 2015
V TSN te veroordelen in de kosten van de procedure, alsmede nakosten

3.Vaststaande feiten

Tussen partijen staat in rechte het volgende vast als enerzijds gesteld en anderzijds niet, dan wel onvoldoende gemotiveerd betwist alsmede op grond van de niet betwiste inhoud der produkties.
Eisers zijn in dienst van TSN, een organisatie die (huishoudelijke) hulp biedt aan mensen die daar behoefte aan hebben. TSN is de grootste thuiszorgorganisatie in Nederland; er zijn ongeveer 13.000 mensen werkzaam die ongeveer 50.000 klanten bedienen.
Op de arbeidsovereenkomsten is van toepassing de CAO voor de Verpleeg- en Verzorgingstehuizen en de Thuiszorg (CAO VVT). Het betreft een standaard CAO, hetgeen betekent dat afwijken van de CAO VVT niet is toegestaan.
De uit te voeren werkzaamheden bestaan hoofdzakelijk uit huishoudelijke werkzaamheden en hulp bij de organisatie van het huishouden.
Sinds de invoering van de Wet Maatschappelijk Ondersteuning per 1 januari 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor dergelijk ondersteuning en het werk wordt daarom in opdracht van de gemeenten door TSN uitgevoerd.
Voor huishoudelijke werkzaamheden wordt een HH1 indicatie afgegeven en voor huishoudelijke werkzaamheden plus hulp bij de organisatie van het huishouden een HH2 indicatie.
Op 22 april 2015 heeft TSN aan eisers een brief gestuurd, waarvan de inhoud kort gezegd is dat het loon met ingang van 18 mei 2015 wordt aangepast. Er wordt een afbouwregeling aangekondigd en toegelicht; tevens worden verlof- en compensatie-uren per 17 mei 2015 gewaardeerd op het oude en het nieuwe uurloon. Het verschil zal worden uitbetaald.
In de brief is per eiser het toepasselijke uurloon ingevuld, de verhouding tussen HH1 en HH2 werk in de afgelopen drie perioden, en het bedrag van de afbouwregeling.
Een voorbeeld van zo’n brief:
(…)
Vanaf periode 6 gaat TSN je werkzaamheden belonen conform CAO. Dit betekent dat de uren die je werkt als Huishoudelijke Hulp (HH1-werkzaamheden) worden betaald in de bijbehorende FWG 10 schaal en de uren die je werkt als Huishoudelijke Hulp A (HH2-werkzaamheden) in de bijbehorende FWG 15 schaal. De verandering zie je op je loonstrook vanaf de salarisbetaling van P6 op 10 juni 2015.
Jouw situatie
Loon
Je bent op dit moment ingeschaald in FWG20 met een bruto uurloon van € 13,57 en ontvangt voor zowel HH1 als HH2-werkzaamheden dit uurloon. Vanaf P6 gaat dit veranderen:
  • De uren die je werkt als Huishoudelijke Hulp (HH1-werkzaamheden) worden betaald in FWG 10. Voor jou is dat € 10,27 bruto per uur.
  • De uren die je werkt als Huishoudelijke Hulp A (HH2-werkzaamheden) worden betaald in FWG 15. Voor jou is dat € 12,77 bruto per uur.
Uren
Je hebt een contract voor (minimaal) 15,00 uren per week. De afgelopen drie perioden heb je gemiddeld 41,96% HH1-werkzaamheden en 58,04% HH2-werkzaamheden per week verricht. Dit is voor ons het uitgangspunt bij zowel de verdeling van de werkzaamheden HH1 en HH2 als voor de bepaling van de afbouwregeling. TSN zal deze verdeling zoveel mogelijk in stand proberen te houden en gezien de financiële gevolgen er naar streven je meer uren HH2 te bieden.
Door de wijziging in je uurloon in combinatie met het aantal uren dat je als Huishoudelijke Hulp (FWG10) en Huishoudelijke Hulp A (FWG 15) werkzaam bent, krijg je te maken met een verlaging van de periode salaris van 10 tot 15%. Op basis van voormelde verdeling komt dat neer op een bedrag van € 110,94 bruto per periode. Indien de verdeling van de HH1- en HH2 werkzaamheden anders wordt, verandert ook dat bedrag.
Om deze teruggang te verzachten is en afbouwregeling getroffen. Op grond van deze regeling maak je aanspraak op een totaalbedrag van € 88,57 bruto. Dit bedrag zal in 1 keer aan jou worden uitbetaald.
Eisers hebben bezwaar gemaakt tegen de aangekondigde wijziging, en TSN heeft op het bezwaar gereageerd. Zij handhaaft haar voornemen.

4.het geschil

de vordering
Eisers betwisten dat de voorgestelde loonaanpassing voortvloeit uit toepassing van de CAO.
Door de maatregelen heeft TSN feitelijk de overeengekomen functie van eisers eenzijdig gewijzigd, en als gevolg daarvan het salaris van eisers verlaagd. TSN kijkt voor de beloning alleen naar de werkzaamheden, terwijl volgens de CAO de functie leidend moet zijn. De functie van eisers en het bijbehorend loon, dat tot 18 mei 2015 is betaald, staan vermeld op de loonstroken.
Bij de maatregel heeft TSN geen rekening gehouden met individuele verschillen, zowel in de arbeidsovereenkomsten, de functie vermeld op de loonstrook en bij het feitelijke werk.
De functies binnen TSN lopen uiteen en hebben een veelvoud aan functiebenamingen. Dat komt doordat TSN in het recente verleden veel bedrijven heeft overgenomen. De functies zijn daarom niet conform CAO. Bij de overname van werkneemsters zijn functienamen aangepast terwijl het feitelijke werk hetzelfde bleef. Het loon bleef na overname ook altijd hetzelfde. Ook voor de eigen medewerkers geldt dat de taken divers zijn maar de functiebenamingen niet zijn mee-veranderd. Juist omdat het onduidelijk is of de
functie-indeling juist is kan TSN niet het loon eenzijdig aanpassen.
Dat eisers voorheen niet conform de CAO werden betaald, heeft TSN niet onderbouwd. Verder is niet onderzocht of in bepaalde gevallen de garantiebepaling van artikel 3.2.5 van toepassing is.
Het werk zelf is sinds 18 mei 2015 niet veranderd, voor de meeste medewerkers is dat Huishoudelijke Hulp A. Indien TSN volhoudt dat niet conform de CAO wordt betaald dient zij de herindelingsprocedure uit de CAO hoofdstuk 11.2 te volgen.
Met eiseres sub 6 [eiseres 6] is een eenzijdig wijzigingsbeding overeengekomen. Ook in die situatie mag TSN echter de doorgevoerde maatregelen niet nemen omdat die in strijd zijn met de CAO, die geen wijzigingsbeding kent.
Wat betreft de penibele financiële situatie van TSN wijzen eisers er op dat van hen geen loonoffer kan worden gevergd terwijl in de rest van de organisatie geen maatregelen worden genomen.
Van belang is dat het salaris van eisers tot wel 20-25% verlaagd wordt. Hierdoor kunnen zij niet meer voorzien in de kosten van levensonderhoud.
Dat de verhouding tussen HH1 en HH2 80%-20% is, wordt niet onderbouwd. Uit de media komt eerder het beeld naar voren dat met de invoering van de WMO de indicatie HH1 sterk afneemt en voornamelijk nog HH2 gegeven wordt gegeven. Het is dus voorbarig om de Huishoudelijke Hulp A medewerkers een andere functie te geven.
Los daarvan bestaat er in de praktijk weinig onderscheid tussen HH1 en HH2 werkzaamheden.
Dit werk is sinds 2007 de verantwoordelijkheid van gemeenten, en de ontwikkelingen in de indicatiestelling zijn sinds die tijd waarneembaar. Dat er na invoering van de WMO verder zou worden bezuinigd door gemeenten werd al sinds 2013 en 2014 voorspeld. Al sinds 2007 wordt HH1 En HH2 werk samen aangeduid als Thuishulp A en ingedeeld in FWG 15. Thuishulp B verricht ook hoofdzakelijk HH1 en HH2 werk en richt zich op mensen die hulp nodig hebben bij ADL en werd ingedeeld in FWG 20. Veel werkneemsters hadden in het verleden de functies Thuishulp A of B. Dat er later onvoldoende werk op dat niveau voorhanden was, waardoor werkneemsters werden ingezet op werk op FWG 10 niveau, betekent dus niet dat zij in het verleden verkeerd zijn ingedeeld.
Gemeenten zijn steeds vaker de HH1 indicatie gaan verstrekken om zo de kosten te dekken. Daarbij wordt ten onrechte gesteld dat bij dat werk de signaleringsfunctie ontbreekt. De signaleringsfunctie komt echter voor bij zowel de Huishoudelijke Hulp als de Huishoudelijke Hulp A. De score voor sociale vaardigheden is respectievelijk C en D, op alle overige onderdelen zijn de normen hetzelfde. Het is echter niet mogelijk om het werk ‘minder sociaal’ te doen, omdat het werk altijd in de nabijheid van de cliënt wordt gedaan.
Het onderscheid is feitelijk in het leven geroepen om minder salaris te hoeven betalen.
De aanleiding voor de wijziging is de mismatch tussen de beloning van de werknemers en de tarieven die de gemeenten betalen. Dit betreft dus een wijziging in de bedrijfseconomische omstandigheden. Het is aan TSN om haar stelling dat werkneemsters al bij indiensttreding verkeerd zijn ingeschaald, te bewijzen. Als dat al het geval is, is die situatie jarenlang bewust door TSN in stand gehouden.
Op basis van artikel 3.1 van de CAO wordt de functie ingedeeld aan de hand van het FWG, op basis van artikel 3.2 wordt aan de hand van indeling het salaris bepaald. Werkneemsters zijn in het verleden op basis van destijds verrichtte werkzaamheden en bijbehorende functie correct ingedeeld in een functiegroep. De verrichte werkzaamheden zijn in de loop der jaren niet gewijzigd; de conclusie moet dus zijn dat ook de functie-indeling en het salaris ongewijzigd zijn. TSN heeft bij overnames nooit geconcludeerd dat werkneemster verkeerd waren ingedeeld; TSN trekt de functie-indeling pas in twijfel nu zij wil bezuinigen.
Zolang de taken ongewijzigd zijn kunnen de functies niet veranderen. Voor gevallen waar de functie-inhoud niet meer klopt moet op grond van artikel 11.2 sub b van de CAO een herwaarderingsprocedure gevolgd worden.
Werknemers betwisten tevens dat TSN hen op grond van de in artikel 3.1 lid 4 van de CAO genoemde combinatiefunctie verschillend kan belonen voor HH1 en HH2 werk.
In de CAO ontbreekt een definitie van het begrip combinatiefunctie, maar die is wel gegeven in het handboek
Functies beschrijven voor FWG. Er is geen sprake van een combinatie van functies, en evenmin van een combinatiefunctie. Met combinatiefunctie wordt niet bedoeld een functie die je kunt opknippen in eenheden met verschillende beloningscomponenten, of met werkzaamheden die bij de ene cliënt wat zwaarder zijn dan bij de andere. Bij een combinatiefunctie gaat het om taken die op verschillende vlakken liggen en niet als je werkt met taken die in elkaars verlengde liggen.
De uitslag van een herwaarderingsprocedure staat niet op voorhand vast.
TSN heeft haar financiële situatie toegelicht tijdens een overleg en heeft inzage gegeven in financiële stukken. Dat TSN er slecht voorstaat wordt niet betwist, maar deze ontwikkeling speelt al jaren. TSN heeft te lang gewacht met maatregelen, en het is niet redelijk dat alleen de thuishulpen salaris moeten inleveren.
Ook een beroep op artikel 7:611 BW kan TSN niet baten. Onder omstandigheden kan van een werknemer worden verwacht dat hij redelijke voorstellen van de werkgever aanvaardt, maar dit artikel ziet op wijzigingen in de individuele relatie, en niet op collectieve wijzigingen.
Dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat eisers hun functies en salaris behouden is ook niet zo, gezien de teruggang in salaris met uitschieters boven 25%.
TSN heeft geen verzoek bij de rechter gedaan om de overeenkomsten te wijzigen in verband met onvoorziene omstandigheden.
het verweer
TSN verweert zich en voert daartoe het volgende aan. Uit de planningslijsten van eisers blijkt dat zij sinds indiensttreding louter huishoudelijke werkzaamheden (HH1 en HH2) verrichten. Aangenomen moet worden dat dit ook bij de vorige werkgevers zo was. Eisers hebben uit het verleden hun functienaam en salaris behouden. Mogelijk hebben sommige eisers in het verleden alleen HH2 werk gedaan, of ook ADL werk of licht coördinerende taken. Omdat TSN niet beschikt over gegevens kan daarover niets met zekerheid worden gezegd.
In de branche hebben zich veel ontwikkelingen voorgedaan. Voor 2007 werd thuiszorg gegeven door professionele hulpverleners. Na 2007 is de hulp bij het huishouden steeds meer beperkt tot huishoudelijke werkzaamheden, aangevuld met begeleiding en hulp bij ADL. Veel werkgevers hebben de versobering van het takenpakket niet geformaliseerd in andere functies. Gemeente hebben ook de indicatiestelling naar beneden bijgesteld, steeds meer HH1 en steeds minder HH2, en bezuinigd op het aantal uren hulp. Het gemiddeld tarief dat gemeenten willen betalen is gedaald en ligt inmiddels onder de kostprijs.
De kostprijs voor een medewerker bovenin schaal FWG 15 ligt € 5 tot € 6 boven het tarief dat gemeenten gemiddeld betalen. Als gevolg hiervan staan veel thuiszorgorganisaties onder druk en een aantal is inmiddels failliet.
Als TSN doorgaat met het betalen van de te hoge salarissen is ook voor haar een faillissement onafwendbaar.
In het huidige personeelsbestand bestaan negen verschillende functiebenamingen.
De medewerkers doen HH1 werk, ofwel HH2, of een combinatie van beiden. De inschaling varieert van FWG 10 tot FWG 20 en hoger. Daarom is ook het benutten van de combinatiefunctie genoemd in artikel 3.1 sub 4 CAO VVT aangewezen.
TSN heeft ook op andere manieren geprobeerd de onderneming rendabel te maken. De overhead kosten zijn gereduceerd en er wordt efficiënter gewerkt. Verder is geprobeerd aandacht te vragen bij de politiek voor het probleem, en is de onderneming anders gestructureerd.

5.Beoordeling

5.1
De kantonrechter overweegt als volgt. In de eerste plaats is van belang dat de vraag of TSN vanaf 18 mei 2015 het ongewijzigde loon moet betalen, wordt voorgelegd in een kort geding procedure, waarbij de kantonrechter geen getuigen kan horen of ander onderzoek kan doen naar de feiten die door partijen aan hun stellingen ten grondslag worden gelegd. Hij dient zich te baseren op hetgeen partijen over en weer hebben gesteld en kan slechts tot een voorlopige beoordeling komen. Voor toewijzing van de vorderingen is slechts plaats als geoordeeld wordt dat met grote waarschijnlijkheid ook in een bodemprocedure de vorderingen worden toegewezen.
5.2
Nu het gaat om loon is de spoedeisendheid van de vorderingen gegeven.
5.3
Kern van het verweer van TSN is dat de aanpassing van het loon volgt uit de juiste toepassing van de CAO. Eisers zouden gezien hun werkzaamheden in de verkeerde functieschaal zijn ingedeeld; dat wordt nu rechtgezet met aanpassing van het loon als gevolg.
Nu het TSN is die zich op de rechtsgevolgen van deze stelling beroept, is het aan TSN om aan te tonen dat eisers in de verkeerde loonschaal zijn ingedeeld. TSN is daar, mede gezien het gevoerde verweer, niet in geslaagd. Dat TSN bij veel eisers niet over een personeelsdossier beschikt, omdat de arbeidsovereenkomst voortvloeit uit de overname van een andere thuiszorgverlener doet niet ter zake, dit is een omstandigheid die voor risico en rekening van TSN komt.
Op basis van de stukken en hetgeen eisers ter zitting hebben verklaard is er geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de in het verleden gemaakte functie indeling en het daaraan gekoppelde salaris. Die werkzaamheden behorend bij die functie vormen de bedongen arbeid. Dat eisers zich hebben neergelegd bij een beperkt werkaanbod en daarmee een andere functie hebben aanvaard is niet gebleken. Integendeel, veel eisers hebben regelmatig bij hun leidinggevende gevraagd om zwaardere cliënten; zij hebben zelf geen invloed op het hen toebedeelde werk.
Dat de functie is veranderd doordat de beperkte taakinvulling nu de bedongen arbeid is geworden, zal dus worden gepasseerd.
Dat eisers thans in een aantal gevallen ander werk opgedragen krijgen, of slechts een deel van de werkzaamheden die behoren bij hun functie, is een keuze van TSN en de gevolgen daarvan komen dan ook voor rekening en risico van TSN als werkgever.
Dat het veranderde werkaanbod mogelijk mede het gevolg is van maatschappelijke ontwikkelingen en het dalen van de gemiddelde door opdrachtgevers betaalde tarieven maakt dat niet anders. De veranderingen in de thuiszorg spelen immers al jaren en TSN is daardoor zeker niet overvallen.
Eisers zijn wat hun functie betreft in het verleden ingedeeld in een functiegroep zoals bepaald in art. 3.1 van de CAO. Op grond van art. 3.2 van de CAO is vervolgens het salaris bepaald. Het uurloon wordt dus niet bepaald door de feitelijk verrichte werkzaamheden maar aan de hand van de functie indeling. Door TSN is niet aannemelijk gemaakt dat de functie indeling van eisers over de periode tot 18 mei 2015 onjuist is. Indien de werkzaamheden veranderen en niet meer overeenkomen met de functie indeling zal op grond van artikel 11.2 lid 2 sub b de herindelingsprocedure van artikel 11.3 van de CAO gevolgd moeten worden. Dat is tot op heden niet gebeurd en leidt tot de conclusie dat het niet volgen van de herwaarderingsprocedure aan een salariswijziging in de weg staat.
5.4
Volgens TSN is er bij eisers sprake van een combinatiefunctie als bedoeld in artikel 3.1.4 van de CAO, en TSN heeft het loon vanaf 18 mei 2015 met toepassing daarvan berekend.
Door eisers is gemotiveerd weersproken dat er sprake is van een in de CAO bedoelde combinatiefunctie.
Naar het oordeel van de kantonrechter wordt gelet op de inhoud van het document “Functies beschrijven voor FWG” met een combinatiefunctie als genoemd in de CAO bedoeld de situaties waarin er sprake is van takenpakketten die duidelijk verschillend van karakter zijn, die ieder een redelijk tijdsbeslag vergen, in het algemeen in de tijd gescheiden worden verricht en/of bij het aangaan van de dienstbetrekking als afzonderlijke functies zijn gekenmerkt. Wil er van een combinatiefunctie sprake zijn moeten de verschillende werkzaamheden dus niet in elkaars verlengde liggen zoals bij eisers met HH1 en HH2 werkzaamheden wel het geval is. Bij eisers is dus geen sprake van een combinatiefunctie als bedoeld in de CAO.
De stellingen van TSN op dit punt zijn dus naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter niet juist.
5.5
Tussen partijen staat vast dat de arbeidsovereenkomsten tussen eisers en TSN afgezien van één nader te bespreken werkneemster, geen eenzijdig wijzigingsbeding bevat.
Door TSN is aangevoerd dat goed werknemerschap als bedoeld in artikel 7:611 BW er toe leidt dat eisers positief dienen in te gaan op redelijke voorstellen van TSN als werkgeefster indien die voorstellen verband houden met gewijzigde omstandigheden op het werk en eisers het voorstel slechts mogen afwijzen indien aanvaarding van die voorstellen redelijkerwijs niet van eisers kan worden gevergd.
Door TSN is voldoende onderbouwd dat zij als gevolg van de indicaties afgegeven door de gemeentes en als gevolg van de door de gemeentes betaalde prijs voor de verleende zorg te kampen heeft met grote negatieve resultaten die het voortbestaan van TSN in gevaar brengen.
Voldoende staat daarmee vast dat er aan de kant van TSN sprake is van in aanmerkelijke mate in negatieve zin gewijzigde financiële resultaten en dat daarom de voorgestelde wijzigingen wat salariëring en functieafdeling betreft om op die wijze het voortbestaan van TSN en de werkplekken van ongeveer 13.000 werknemers niet in gevaar te brengen, niet als onredelijk moeten worden beschouwd.
De volgende vraag of aanvaarding van het voorstel in redelijkheid van eisers gevergd kan worden, wordt door de kantonrechter met neen beantwoord.
Daarvoor is het volgende redengevend.
TSN wentelt de mismatch tussen de salariëring van de verrichte werkzaamheden en de daartegenover staande inkomsten afkomstig van de opdrachtgevers af op eisers. De teruggang in salariëring is voor eisers aanzienlijk waarbij bedacht dient te worden dat eisers zich bevinden in de onderste regionen van het salarisgebouw. Aannemelijk is dat eisers als gevolg van de achteruitgang in salaris in financieel zeer slecht weer belanden en dit problemen kan opleveren voor het voldoen van de vaste lasten. Ook heeft de achteruitgang in salaris gevolgen voor de pensioenopbouw, vakantiegeld, vakantie-uren en eventuele uitkeringen in het kader van de sociale verzekeringswetgeving.
Door TSN is weliswaar een afbouwregeling aan eisers aangeboden maar die afbouwregeling is uitermate beperkt qua omvang en duur.
Alle omstandigheden in aanmerking nemende is de kantonrechter van oordeel dat van eisers niet gevergd kan worden het door TSN gedane wijzigingsvoorstel te aanvaarden.
5.6
Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen komt de kantonrechter tot het oordeel dat aannemelijk is dat ook in een bodemprocedure geoordeeld zal worden dat TSN niet het recht toe komt de arbeidsovereenkomsten met eisers eenzijdig te wijzigen. De vorderingen van eisers zullen daarom als na te melden toegewezen worden.
5.7
Met betrekking tot eiseres [eiseres 6] staat tussen partijen vast dat in haar arbeidsovereenkomst een eenzijdig wijzigingsbeding is opgenomen. Dat leidt met betrekking tot haar situatie echter niet tot een ander oordeel. Ook met een wijzigingsbeding is het TSN niet toegestaan zaken aan te passen in strijd met de dwingende bepalingen van de CAO.
5.8
Het verweer van TSN dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid de belangen van eisers dienen te wijken voor het belang van TSN gelet op de slechte financiële toestand waar TSN in verkeert wordt onder verwijzing naar hetgeen hiervoor is overwogen verworpen.
5.9
Door TSN is verzocht in geval van toewijzing van de vorderingen het vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Dit verzoek zal afgewezen worden. Verwezen wordt in dit kader naar hetgeen in rechtsoverweging 5.5 is overwogen over de financiële positie en belangen van eisers bij betaling van achterstallig salaris. Dat belang van eisers prevaleert boven het belang van TSN.
5.1
TSN zal dus worden veroordeeld om vanaf 18 mei 2015 de salarissen zoals die daarvoor van toepassing waren door te betalen. TSN dient de ingehouden bedragen alsnog aan eisers te betalen, eventueel na verrekening met betaalde bedragen voor de afbouwregeling en de waardering van verlof- en compensatie-uren.
Het spreekt voor zich dat daarbij nieuwe loonstroken worden gemaakt. De gevorderde dwangsommen worden afgewezen, nu er geen reden is om aan te nemen van TSN geen uitvoering zal geven aan het vonnis
5.11
Het verweer van TSN dat de gevorderde wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW afgewezen moet worden omdat de niet tijdige voldoening van het loon vanaf 18 mei 2015 haar niet kan worden toegerekend wordt verworpen. TSN heeft zelf eenzijdig besloten de salariëring te verlagen en de gevolgen van die beslissing komen voor haar rekening.
Wel komt het billijk voor gelet op de omstandigheden van het geval de wettelijke verhoging te matigen tot tien procent.
5.12
De gevorderde wettelijke rente is als op de wet gebaseerd toewijsbaar.
5.13
Als de in het ongelijk gestelde partij zal TSN in de kosten van de procedure veroordeeld worden, alsmede in de nakosten met dien verstande dat het tarief wordt begroot op een half salarispunt van het in de hoofdzaak toegewezen salaris in rolzaken met een maximum van
€ 100,00.
De kantonrechter
Rechtdoende in kort geding:
I Verbiedt TSN om de functies van eisers eenzijdig te wijzigen;
II Verbiedt TSN om de lonen eenzijdig te verlagen;
III Veroordeelt TSN, om onder overlegging van specificaties aan eisers te betalen:
A vanaf 18 mei 2015 tot aan het moment waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn beëindigd het overeengekomen loon, inclusief trede, (persoonlijke) toeslagen en overige emolumenten, zoals dat gold tot 18 mei 2015;
B het achterstallig salaris sinds 18 mei 2015, vermeerderd met de wettelijke verhoging van 10% op grond van artikel 7:625 BW, en de wettelijke rente over het achterstallig salaris en de wettelijke verhoging vanaf het moment van opeisbaarheid tot aan het moment van betalen.
IV Veroordeelt TSN als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van deze procedure, aan de zijde van eisers begroot op € 1.060,19, waarvan
- € 466,00 voor griffierechten
- € 94,19 voor exploitkosten
- € 400,00 voor salaris gemachtigde
- € 100,00 voor nakosten
V Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad
VI Wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. G. van Eerden, kantonrechter, en op 13 november 2015 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.