ECLI:NL:RBOVE:2015:4994
Rechtbank Overijssel
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van percelen in het kader van een bruikleenovereenkomst
In deze zaak, behandeld door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel, is een kort geding aan de orde waarin eisers, eigenaren van twee percelen, vorderen dat gedaagden, die gebruik maken van deze percelen, deze binnen veertien dagen na betekening van het vonnis ontruimen. De eisers hebben de bruikleenovereenkomst met gedaagden opgezegd, omdat het gebruik van de percelen door gedaagde 1 in strijd is met het bestemmingsplan van de gemeente. Gedaagde 1 exploiteert een timmerbedrijf en heeft zonder de benodigde vergunningen bouwwerken en opslagruimten op de percelen geplaatst.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een illegale situatie, waarbij gedaagde 1 goederen en bouwwerken op de percelen heeft opgeslagen. De rechter oordeelt dat het spoedeisend belang van eisers bij ontruiming evident is, omdat de gemeente hen heeft gewaarschuwd voor mogelijke sancties. Gedaagden hebben verweer gevoerd, stellende dat er geen bruikleenovereenkomst maar een huurovereenkomst zou zijn, maar de rechter oordeelt dat dit niet ter zake doet in het kader van de vordering tot ontruiming.
De voorzieningenrechter heeft de vordering van eisers toegewezen, met de bepaling dat gedaagde 1 de percelen uiterlijk op 30 november 2015 moet ontruimen. Tevens is een dwangsom opgelegd voor elke dag dat gedaagde 1 in gebreke blijft. De vorderingen tegen gedaagde 2 zijn afgewezen, en gedaagde 1 is veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken op 30 oktober 2015 in Almelo.