ECLI:NL:RBOVE:2015:4716

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
10 juni 2015
Publicatiedatum
21 oktober 2015
Zaaknummer
C/08/150676 / HA ZA 14-43
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake eigendomsoverdracht en ontbindende voorwaarden bij faillissement

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 10 juni 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen Vinifera Projects B.V. en de curator van [X] B.V. over de eigendom van een perceel grond te Nieuwleusen. Vinifera vorderde een verklaring voor recht dat zij met ingang van 11 juli 2012 eigenaar is van het perceel, na het faillissement van [X] B.V. De rechtbank moest beoordelen of de ontbindende voorwaarde in de koopovereenkomst, die stelde dat de koop zou ontbinden bij faillissement van de koper, rechtsgeldig was overeengekomen en of deze voorwaarde ook in de notariële leveringsakte was opgenomen.

De rechtbank oordeelde dat de curator niet kon betogen dat de ontbindende voorwaarde niet rechtsgeldig was, omdat Vinifera op basis van de overeenkomst en de omstandigheden mocht aannemen dat de voorwaarde was overeengekomen. De curator voerde aan dat de leveringsakte een onvoorwaardelijke overdracht van het perceel inhield, maar de rechtbank stelde vast dat er discrepantie bestond tussen de overeenkomst en de leveringsakte. Vinifera werd toegelaten tot het leveren van tegenbewijs dat de tekst in de leveringsakte niet overeenstemde met haar wil.

De rechtbank hield de beslissing in voorwaardelijke reconventie aan, waarbij de curator vorderingen had ingediend die afhankelijk waren van de uitkomst van de conventionele vorderingen van Vinifera. De zaak werd aangehouden voor het leveren van bewijs door Vinifera, waarbij getuigen konden worden opgeroepen. De rechtbank benadrukte dat de notariële akte dwingend bewijs oplevert, maar dat tegenbewijs mogelijk is. De zaak zal opnieuw op de rol komen voor uitlating door Vinifera over de wijze van bewijsvoering.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer / rolnummer: C/08/150676 / HA ZA 14-43
Vonnis van 10 juni 2015
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VINIFERA PROJECTS B.V.,
gevestigd te Rijssen,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. J.J. Spronk te Enschede,
tegen
MR. HARM REINDERT QUINT
in hoedanigheid van curator in het faillissement van [X] B.V.,
kantoorhoudende te Zwolle,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. M. Poelsema te Zwolle.
Partijen zullen hierna Vinifera en de curator genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 tot en met 10;
  • de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in voorwaardelijke reconventie;
  • de conclusie van repliek in conventie, tevens houdende vermeerdering van eis, tevens conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie met productie 11;
  • de conclusie van dupliek in conventie tevens conclusie van repliek in voorwaardelijke reconventie, tevens houdende wijziging van eis in voorwaardelijke reconventie;
  • de conclusie van dupliek in voorwaardelijke reconventie, tevens houdende akte tot vermeerdering/wijzing van eis in conventie;
  • de antwoordakte zijdens de curator met producties 1 en 2;
  • de pleidooien en de ter gelegenheid daarvan overgelegde pleitaantekeningen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[X] B.V. (hierna: [X] ) is op 11 juli 2012 failliet verklaard. Mr. H.R. Quint is benoemd tot curator in het faillissement van [X] .
2.2.
Op 8 maart 2000 hebben Vinifera en [X] een overeenkomst van koop en verkoop (hierna: de overeenkomst) gesloten, waarbij Vinifera een perceel grond te Nieuwleusen, thans kadastraal bekend als Nieuwleusen P50, aan [X] heeft verkocht.
2.3.
Het perceel had Vinifera voordien gekocht van mevrouw [Y] (hierna: [Y] ). Daarbij zijn Vinifera en [Y] naast betaling van een koopsom ineens, tevens een nabetaling door Vinifera overeengekomen in geval van een bestemmingsplanwijziging in de zin dat op het perceel woningbouw mogelijk zou zijn. Indien die bestemmingsplanwijziging zou plaatsvinden, zou Vinifera daarnaast twee kavels grond van ieder 750 m2 (om niet) aan [Y] moeten overdragen.
2.4.
In de overeenkomst tussen Vinifera en [X] is onder andere het volgende bepaald:
[…]
Koopprijs
De koopprijs van het registergoed bedraagt:
f 775,200,-- (zegge: zevenhonderd vijfenzeventigduizend tweehonderd gulden)
De koop is gesloten onder de volgende:
Bedingen
[…]
Ontbindende voorwaarden
Artikel 15
[…]
3. De koop is ontbonden, zonder dat één der partijen tot schadevergoeding gehouden zal zijn bij faillissement van de koper. In de akte van levering zal dit eveneens als ontbindende voorwaarde worden opgenomen.
[…]
Aanvullende bepalingen
Artikel 21
[…]
3. Verkoper of zijn rechtsopvolger(s) hebben het recht van koop om op het moment dat het registergoed bouwrijp is en er een begin wordt gemaakt met de uitgifte van bouwkavels, twee bouwkavels, elk groot ± 750 m2, uit te kiezen uit alle bij koper beschikbare kavels in de gemeente Nieuwleusen om niet. […]
[…]
Bijbetaling
Artikel 23
Koper betaalt aan verkoper, zodra de bestemming van het verkochte onherroepelijk is en er gestart kan worden met de bouw van woningen op het verkochte een aanvullend bedrag van twee en dertig gulden en vijftig centen (f 32,50) per centiare.
Deze betaling zal moeten geschieden binnen één maand nadat aan bedoelde voorwaarde is voldaan.
[…]
2.5.
Op 30 juni 2000 is het perceel geleverd door [Y] aan Vinifera en vervolgens door Vinifera aan [X] . In de leveringsakte waarbij het perceel is geleverd door Vinifera aan [X] (hierna: de leveringsakte) is de omvang van het perceel aangepast van 38.760 m² (zoals vermeld in de overeenkomst) naar 38.060 m². De ineens door [X] te betalen koopprijs en nabetaling zijn als gevolg daarvan pro rato aangepast. In de leveringsakte is daarnaast (onder andere) het volgende bepaald:
[…]
KOOPPRIJS, VERREKENING DIVERSE BEDRAGEN
De koopprijs bedraagt
één miljoen negenhonderdachtennegentig duizend éénhonderdvijftig gulden (f 1.998.150,00).
Van gemelde koopsom zal een bedrag zevenhonderdéénenzestig duizend tweehonderd gulden (f 761.200,00) worden voldaan bij de ondertekening van deze akte, en een bedrag van één miljoen tweehonderdzesendertig duizend negenhonderdvijftig gulden (f 1.236.950,00), worden voldaan zodra de bestemming van het verkochte onherroepelijk is en er gestart kan worden met de bouw van woningen op het verkochte, welke betaling zal moeten geschieden binnen één maand nadat aan bedoelde voorwaarde is voldaan. […]
BEPALINGEN EN BEDINGEN
Voormelde overeenkomsten van koop en levering zijn, voor zover ten deze nog van belang, gesloten onder de volgende bepalingen en bedingen:
[…]
Leveringsverplichting, juridische en feitelijke staat
Artikel 2
1. Verkoper is verplicht aan koper eigendom te leveren die:
a. onvoorwaardelijk is;
b. niet bezwaard is met beslagen en/of hypotheken of met inschrijvingen daarvan;
c. niet bezwaard is met kwalitatieve verplichtingen;
d. niet bezwaard is met beperkte rechten, behoudens erfdienstbaarheden;
e. niet belast is met andere lasten en beperkingen uit overeenkomst, anders dan hierna vermeld.
[…]
ONTBINDENDE VOORWAARDEN UIT ONDERLIGGENDE OVEREENKOMSTEN
Alle ontbindende voorwaarden die zijn overeengekomen in de koopovereenkomst of in nadere overeenkomsten die op de koop betrekking hebben, zijn thans uitgewerkt. Noch verkoper noch koper kan zich terzake van deze koop en levering nog op een ontbindende voorwaarde beroepen.
ONTBINDING
Voor zoveel mogelijk doen partijen afstand van de rechten op ontbinding van de overeenkomsten.
[…]
SLOTBEPALINGEN
[…]
3. Overigens blijven tussen partijen onverminderd van volle kracht en waarde de bepalingen en bedingen welke zijn opgenomen in de door partijen getekende onderhandse akte, met name de bepalingen opgenomen in artikel 21 en 22.
[…]
2.6.
In 2002 heeft [X] een recht van hypotheek op het perceel gevestigd ten gunste van Bemog Projektontwikkeling Kampen B.V. (hierna: Bemog).
2.7.
Op 18 december 2013 heeft Vinifera verlof verkregen van de voorzieningenrechter van deze rechtbank om conservatoir beslag te doen leggen op het perceel, waartoe Vinifera vervolgens is overgegaan.
2.8.
Het bestemmingsplan voor het perceel is tot op heden niet gewijzigd in de zin dat daarop woningbouw mogelijk is.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
Vinifera vordert, na vermeerdering en wijziging van eis:
I. een verklaring voor recht dat Vinifera met ingang van 11 juli 2012 eigenaar is van het perceel grond te Nieuwleusen, kadastraal bekend als Nieuwleusen P50;
II. een verklaring voor recht dat de curator gehouden is binnen 14 dagen na betekening van het ten deze te wijzen vonnis ter doorhaling van de hypotheek aan de hypotheekhouder te voldoen het bedrag waarvoor de hypotheek is gevestigd, met een maximum van € 287.691,16, met machtiging aan Vinifera om dat bedrag in mindering te brengen op de door Vinifera aan de curator te restitueren koopsom indien de curator niet binnen de hier gestelde termijn met Bemog afrekent, althans met machtiging van Vinifera om restitutie van een bedrag van maximaal € 287.691,16 op te schorten totdat de hoogte van de vordering van Bemog op de boedel is komen vast te staan en betaling door de boedel heeft plaatsgevonden, dan wel dat bedrag aan Bemog te voldoen voor zover de boedel niet tot betaling aan Bemog overgaat;
III. veroordeling van de curator om binnen 14 dagen na betekening van het ten deze te wijzen vonnis mee te werken aan kadastrale inschrijving van een notariële akte waarin Vinifera en de curator ten overstaan van de notaris verklaren dat zij constateren dat Vinifera met ingang van 11 juli 2012 eigenaar is van het perceel grond te Nieuwleusen, kadastraal bekend als Nieuwleusen P50 alsmede dat die constatering noopt tot een daartoe strekkende inschrijving in de openbare registers, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag of gedeelte daarvan dat de curator met die medewerking in gebreke blijft;
IV. veroordeling van de curator in de kosten van deze procedure, inclusief beslagkosten, nakosten en rente;
V. dat de rechtbank althans zodanig uitspraak doet als zij juist acht.
3.2.
Aan haar vordering legt Vinifera – samengevat – ten grondslag dat als gevolg van vervulling van de ontbindende voorwaarde als bedoeld in artikel 15 lid 3 van de overeenkomst, Vinifera op 11 juli 2012 (weer) eigenaar is van het perceel. Indien Bemog te goeder trouw was blijft haar recht van hypotheek ingevolge het bepaalde in artikel 3:24 BW in stand. De curator dient echter, aldus Vinifera, zorg te dragen voor doorhaling van de hypotheek.
3.3.
De curator voert verweer en betoogt primair dat de ontbindende voorwaarde als bepaald in artikel 15 lid 3 van de overeenkomst niet rechtsgeldig is overeengekomen. Indien de ontbindende voorwaarde wel rechtsgeldig tot stand is gekomen, dan is volgens de curator die voorwaarde bij de levering komen te vervallen. Voorts kunnen vordering II en vordering III van Vinifera in deze procedure niet worden toegewezen, aldus de curator.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in voorwaardelijke reconventie
3.5.
De curator vordert, na wijziging van eis, indien en voor zover de vorderingen van Vinifera in conventie worden toegewezen:
I. veroordeling van Vinifera tot betaling aan de curator van een bedrag van € 345.417,34, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, althans de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW, vanaf 11 juli 2012, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum tot aan de dag van algehele voldoening;
II. veroordeling van Vinifera in de kosten van deze procedure, inclusief rente;
III. veroordeling van Vinifera in de nakosten, inclusief rente.
3.6.
Aan zijn vordering legt de curator – samengevat – ten grondslag dat indien en voor zover de vorderingen van Vinifera in conventie worden toegewezen, Vinifera ex artikel 6:24 BW gehouden is tot terugbetaling van de koopsom van het perceel aan de curator.
3.7.
Vinifera voert verweer en stelt dat de eis in voorwaardelijke reconventie niet kan worden toegewezen vanwege de door Vinifera in conventie gevorderde verklaring voor recht dat zij gerechtigd is het door de boedel aan Bemog verschuldigde bedrag te verrekenen, althans op te schorten.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie

4.1.
Tussen partijen is in geschil of Vinifera als gevolg van het faillissement van [X] op 11 juli 2012 weer eigenaar is geworden van het perceel. Vinifera betoogt dat dit het geval is aangezien partijen de bedoeling hadden het perceel onder de ontbindende voorwaarde als bedoeld in artikel 15 lid 3 van de overeenkomst (hierna: de ontbindende voorwaarde) aan [X] over te dragen: in geval van faillissement van [X] zou het perceel weer in eigendom van Vinifera terugkeren. Dat partijen een overdracht onder ontbindende voorwaarden zijn overeengekomen blijkt volgens Vinifera onder andere uit de inhoud en strekking van artikel 15 lid 3 van de overeenkomst. Zo volgt uit de tekst van de ontbindende voorwaarde dat deze voorwaarde ook zou worden opgenomen in de leveringsakte, aldus Vinifera. Voorts voert Vinifera aan dat de notaris abusievelijk niet de partijbedoeling ten aanzien van de ontbindende voorwaarde in de leveringsakte heeft opgenomen, maar in plaats daarvan is uitgegaan van de standaardbepaling uit de model leveringsakte van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (hierna: KNB) inhoudende dat de ontbindende voorwaarden in de koopovereenkomst zijn uitgewerkt op het moment van levering. Tevens betoogt Vinifera dat na het sluiten van de overeenkomst niet nader is onderhandeld over de ontbindende voorwaarde, zodat de partijbedoeling ten aanzien van die voorwaarde ook niet is gewijzigd bij de levering.
4.2.
De curator betwist dat het perceel onder de ontbindende voorwaarde aan [X] is overgedragen en voert aan dat deze voorwaarde bij de levering is komen te vervallen. De curator betoogt dat de inhoud van de leveringsakte bepalend is voor beantwoording van de vraag of sprake is van een al dan niet voorwaardelijke overdracht van het perceel. De bepalingen in de leveringsakte moeten volgens de curator objectief worden uitgelegd en een objectieve uitleg brengt mee dat het perceel onvoorwaardelijk aan [X] is overgedragen. Zelfs al zou de leveringsakte subjectief moeten worden uitgelegd, dan nog gaat de uitleg zoals door Vinifera bepleit niet op, aldus de curator. Volgens de curator betreft de leveringsakte namelijk een aanvulling dan wel aanpassing van de overeenkomst, waarbij partijen de afspraken ten aanzien van de ontbindende voorwaarde hebben gewijzigd. Voorts voert de curator aan dat het opnemen van standaardbepalingen ten aanzien van de ontbindende voorwaarden uit de model leveringsakte van de KNB geen fout is van de notaris, maar dat dit veeleer betekent dat de notaris geen aanleiding heeft gezien om af te wijken van de gebruikelijke notariële praktijk van een onvoorwaardelijke eigendomsoverdracht. Gelet op de inhoud van de ontbindende voorwaarde zou deze nietig dan wel vernietigbaar zijn, aldus de curator. De curator betwist daarnaast dat partijen de bedoeling hadden het perceel voorwaardelijk over te dragen. Volgens de curator heeft Vinifera tot drie keer toe een concept-leveringsakte ontvangen zonder bezwaren te hebben geuit tegen de daarin opgenomen bepalingen betreffende het vervallen van de ontbindende voorwaarden. Uit het feit dat Vinifera, als professionele en deskundige partij en als partij die belang had bij het opnemen van de ontbindende voorwaarde in de leveringsakte, geen bezwaar heeft gemaakt kan naar de mening van de curator worden afgeleid dat Vinifera met de bepalingen in de leveringsakte instemde. Bovendien kan volgens de curator niet geconcludeerd worden dat aan de zijde van [X] de bedoeling bestond de ontbindende voorwaarde op te nemen in de leveringsakte teneinde slechts de voorwaardelijke eigendom te verkrijgen.
4.3.
De rechtbank overweegt als volgt. De rechtbank volgt de curator niet in zijn primaire verweer dat de ontbindende voorwaarde in de overeenkomst niet rechtsgeldig is overeengekomen. Zelfs indien de wil en verklaring van [X] ter zake niet met elkaar overeenstemden, dan nog kan de curator op het ontbreken van de wil van [X] geen beroep doen. Op basis van artikel 3:35 BW kan immers geen beroep worden gedaan op het ontbreken van een met de verklaring of gedraging overeenstemmende wil als Vinifera een verklaring of gedraging van [X] zo heeft opgevat dat zij instemde met de ontbindende voorwaarde en als Vinifera dit in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs ook zo mocht opvatten. De hiervoor gemelde verklaring of gedraging van [X] is gelegen in de ondertekening van de overeenkomst, waarbij zij tevens elke pagina van de overeenkomst heeft voorzien van een paraaf. Gelet op het feit dat [X] een professionele en deskundige partij was, van wie mocht worden verwacht dat zij een door Vinifera opgestelde concept-overeenkomst als de onderhavige inhoudelijk zou toetsen alvorens zij tot ondertekening zou overgaan en dat zij bezwaren tegen de inhoud van de overeenkomst voor de ondertekening ter sprake zou brengen, is de rechtbank van oordeel dat Vinifera de ondertekening en parafering van de overeenkomst zo mocht opvatten dat [X] instemde met de ontbindende voorwaarde en met de in de overeenkomst opgenomen bepaling dat de ontbindende voorwaarde in de leveringsakte zou worden opgenomen.
4.4.
De rechtbank is voorts van oordeel dat voor beantwoording van de vraag of het perceel al dan niet onder de ontbindende voorwaarde aan [X] is overgedragen, beslissend is hetgeen partijen ter zake voor ogen stond. In dat verband constateert de rechtbank met partijen dat er ter zake de overdracht van het perceel – al dan niet onder de ontbindende voorwaarde – discrepantie bestaat tussen de tekst van de overeenkomst en de tekst van de leveringsakte. De door Vinifera betwiste stelling van de curator dat de bepalingen in de leveringsakte ten aanzien van ontbindende voorwaarden objectief moeten worden uitgelegd, wat van die discussie tussen partijen ook zij, volgt de rechtbank niet. De ratio van die objectieve uitleg is immers, zoals de curator ook betoogt, gelegen in de bescherming van derden die moeten kunnen afgaan op hetgeen in de registers is vermeld als overgedragen c.q. gevestigd. In deze procedure zijn echter geen derden betrokken, maar gaat het om een geschil over de eigendomsverhoudingen tussen partijen. Daarbij geldt dat de curator niet als derde kan worden beschouwd aangezien hij is belast met het beheer en de vereffening van de failliete boedel van [X] , waarbij de curator de vermogensrechten van [X] uitoefent en dat in beginsel doet met dezelfde bevoegdheden en onder dezelfde beperkingen als [X] tot de faillietverklaring vermocht. Gelet op het vorenstaande is er geen plaats voor een objectieve uitleg in de relatie tussen Vinifera en de curator.
4.5.
De rechtbank stelt verder voorop dat de notariële leveringsakte dwingend bewijs oplevert van wat partijen – in afwijking van de koopovereenkomst – hebben verklaard te hebben ver- respectievelijk gekocht, met dien verstande dat daartegen in beginsel tegenbewijs openstaat (HR 22 april 1994, NJ 1995, 560).
4.6.
Met de curator kan worden geoordeeld dat de leveringsakte uitgaat van een onvoorwaardelijke overdracht van het perceel. Zo blijkt uit artikel 2 lid 1 sub a van de leveringsakte een verplichting voor de verkoper om onvoorwaardelijke eigendom te leveren en ook ontbreekt een bepaling in de leveringsakte ten aanzien van ontbindende voorwaarden met goederenrechtelijk effect op de overdracht. Onder het kopje ‘ontbindende voorwaarden uit onderliggende overeenkomsten’ op pagina 4 van de leveringsakte is voorts opgenomen dat alle ontbindende voorwaarden die zijn overeengekomen in de koopovereenkomst of in nadere overeenkomsten die op de koop betrekking hebben, thans zijn uitgewerkt en dat noch verkoper noch koper zich ter zake van deze koop en levering nog op een ontbindende voorwaarde kan beroepen. Daarnaast is onder het kopje ‘ontbinding’ op pagina 5 van de leveringsakte opgenomen dat partijen voor zoveel mogelijk afstand doen van de rechten op ontbinding van de overeenkomsten. Hoewel de rechtbank Vinifera volgt in haar stelling dat er een juridisch onderscheid bestaat tussen ontbinding en ontbindende voorwaarden, duidt ook deze bepaling op de onomkeerbaarheid van de overdracht en past zij daarmee in dezelfde lijn als de hiervoor genoemde bepalingen. Anders dan Vinifera betoogt is voorts geen sprake van innerlijke tegenstrijdigheid van de leveringsakte wat de ontbindende voorwaarden betreft. Uit het bepaalde in lid 3 onder het kopje ‘slotbepalingen’ op pagina 5 van de leveringsakte kan namelijk niet worden geconcludeerd dat de ontbindende voorwaarde via deze bepaling onderdeel uitmaakt van de leveringsakte, maar enkel dat voor het overige – ten aanzien waarvan partijen in de leveringsakte geen afspraken hebben gemaakt – de bepalingen in de overeenkomst tussen partijen van kracht blijven.
4.7.
Op grond van het vorenstaande is de rechtbank voorshands van oordeel dat moet worden uitgegaan van een onvoorwaardelijke eigendomsoverdracht van het perceel. Vinifera zal worden toegelaten tegenbewijs te leveren van feiten en omstandigheden waaruit valt af te leiden dat de in de leveringsakte opgenomen tekst met betrekking tot de ontbindende voorwaarden niet overeenstemt met de wil van Vinifera.
4.8.
Indien Vinifera slaagt in het bijbrengen van gemeld tegenbewijs, dan staat vast dat partijen bij het sluiten van de overeenkomst de bedoeling hebben gehad om het perceel onder de in artikel 15 van de koopovereenkomst bedoelde ontbindende voorwaarde aan [X] over te dragen. Gelet op de tekst van de ontbindende voorwaarde, inhoudende dat de ontbindende voorwaarde eveneens in de leveringsakte zou worden opgenomen, en mede in aanmerking genomen dat de overeenkomst is gesloten tussen twee professionele en deskundige partijen, is de rechtbank alsdan van oordeel dat het meewerken aan het passeren van de leveringsakte redelijkerwijs niet door [X] mocht worden opgevat als een verklaring of gedraging van Vinifera waaruit volgt dat zij instemde met de bepalingen die in de leveringsakte zijn opgenomen betreffende de ontbindende voorwaarden. Onder die omstandigheden komt de curator geen beroep toe op artikel 3:35 BW.
4.9.
Bij het oproepen van de getuigen moet er rekening mee worden gehouden dat het verhoor van een getuige gemiddeld 60 minuten duurt. De namen en woonplaatsen van de getuigen en de tijdstippen waartegen zij zijn opgeroepen, dienen ten minste een week voor het verhoor aan de wederpartij en aan de griffier van de rechtbank te worden opgegeven.
in voorwaardelijke reconventie
4.10.
Gelet op hetgeen in conventie is overwogen, zal de rechtbank de beslissing in voorwaardelijke reconventie aanhouden.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
laat Vinifera toe tot het leveren van tegenbewijs van feiten en omstandigheden waaruit valt af te leiden dat de in de leveringsakte opgenomen tekst met betrekking tot de ontbindende voorwaarden niet overeenstemt met de wil van Vinifera,
5.2.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
24 juni 2015voor uitlating door Vinifera of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel,
5.3.
bepaalt dat Vinifera, indien zij geen bewijs door getuigen wil leveren maar wel bewijsstukken wil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
5.4.
bepaalt dat Vinifera, indien zij getuigen wil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden juli tot en met oktober 2015 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
5.5.
bepaalt dat dit getuigenverhoor zal plaatsvinden op de terechtzitting van de daartoe tot rechter-commissaris benoemde mr. F.E.J. Goffin in het gerechtsgebouw te Zwolle aan Schuurmanstraat 2,
5.6.
bepaalt dat alle partijen uiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor alle beschikbare bewijsstukken aan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,
5.7.
houdt iedere verdere beslissing aan,
in voorwaardelijke reconventie
5.8.
houdt de beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.H.S. Lebens-de Mug, mr. F.E.J. Goffin en mr. A. Skerka en in het openbaar uitgesproken op 10 juni 2015 .