5.3De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de ontuchtige handelingen zoals omschreven onder de gedachtestreepjes 3, 4 en 5 wettig en overtuigend bewezen kunnen worden nu verdachte deze handelingen heeft bekend.
Verdachte heeft bekend, de toen zeventienjarige [slachtoffer] , meermalen op de mond te hebben gezoend. Ook heeft verdachte via what’s app foto’s en video’s van zichzelf waarop verregaande seksuele handelingen staan afgebeeld naar het slachtoffer gestuurd en heeft hij het slachtoffer aangespoord soortgelijke foto’s en video’s van zichzelf naar hem te sturen.
Voor wat betreft de ontuchtige handelingen zoals omschreven onder het eerste en tweede gedachtestreepje overweegt de rechtbank als volgt.
Op 6 maart 2014 is door [aangeefster] , de consulent van [slachtoffer] bij ‘Mee Twente’ aangifte gedaan van seksueel misbruik van [slachtoffer] door haar stage- en leerlingenbegeleider [verdachte] .
[slachtoffer] heeft op 11 maart 2014 bij de politie, tegenover een zedenrechercheur, een uitgebreide en gedetailleerde verklaring afgelegd. Zij heeft onder meer verklaard dat ze meermalen seks heeft gehad met verdachte, waarbij hij zijn penis in haar vagina bracht. Dat gebeurde zowel bij haar thuis als op school. Ook heeft hij haar gevingerd en heeft zij hem afgetrokken. Zij was zeventien jaar oud toen zij voor de eerste keer seks met hem had. De eerste keer vond plaats bij haar thuis, nadat zij op kamp was geweest. Ze gingen samen op de bank zitten zoenen en knuffelen. Daarna heeft zij hem afgetrokken en heeft hij haar gevingerd. Vervolgens zijn ze naar boven gegaan waar ze op haar slaapkamer op bed zijn gaan liggen en seks hebben gehad waarbij verdachte zijn penis in haar vagina heeft gebracht. [slachtoffer] heeft ook verklaard dat ze op school bij het metsellokaal in een hok bij het kantoor van verdachte seks hebben gehad. Zij verklaart dat ze daar bijna betrapt werden door drie jongens. Ze verklaart over een krukje waarop de seks plaats vond, een matje waarop sperma terecht kwam, dat een deur op slot ging en het licht uit, waar ze stonden in het stagekantoor om niet gezien te worden, hoe de kleding van haar en verdachte zat ten tijde van de seksuele handelingen en over een keer dat verdachte bij haar thuis was en er iemand klopte waardoor verdachte schrok en overhaast de woning verliet. Ook verklaart ze over het feit dat ze zenuwachtig was toen ze op kamp gingen omdat hij haar appte over een privé hutje en over de app die ze verdachte stuurde kort voordat ze op school vertelde over haar relatie met verdachte.
De verdediging heeft aangevoerd dat veel details waarover [slachtoffer] heeft verklaard evident in strijd met de waarheid zijn en dat zij op onderdelen leugenachtig heeft verklaard. De rechtbank begrijpt dit verweer aldus dat de verdediging zich op het standpunt stelt dat de verklaring van [slachtoffer] onbetrouwbaar is en niet voor het bewijs kan worden gebezigd.
Anders dan de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de verklaringen van [slachtoffer] voor het bewijs kunnen worden gebruikt. De rechtbank overweegt daartoe dat [slachtoffer] in grote lijnen gedetailleerd en consistent heeft verklaard en haar verklaring op heel veel punten overeenkomt met de verklaringen van verdachte zelf.
Zo heeft verdachte onder meer erkend dat hij de toen zeventienjarige [slachtoffer] , van wie hij stage- en leerlingbegeleider was, twee maal op de mond heeft gezoend en via what’s app-berichten, seksueel getinte foto’s en video’s van zichzelf naar [slachtoffer] heeft gestuurd. Volgens verdachte gingen de what’s app berichten heel ver. Zo ver dat je de gekste dingen niet kunt bedenken. Het allerergste waren volgens verdachte de foto’s van lichaamsdelen, waaronder ook twee of drie foto’s van zijn geslachtsdelen. Verdachte heeft ook verklaard dat hij een filmpje waarop hij aan het masturberen is naar [slachtoffer] heeft verstuurd. Verdachte heeft [slachtoffer] aangespoord soortgelijke foto’s en video’s van haarzelf aan hem te sturen, hetgeen zij ook heeft gedaan. Verdachte heeft verklaard twee maal bij [slachtoffer] thuis te zijn geweest toen zij alleen thuis was. De eerste keer was na de zomervakantie toen hij eigenlijk bij haar op stagebezoek wilde gaan maar bleek dat zij ziek was. Volgens verdachte heeft [slachtoffer] hem toen de hele woning laten zien, ook haar eigen slaapkamer. Verdachte was naar eigen zeggen heel gespannen toen hij bij [slachtoffer] in de woning was omdat hij wist dat het what’s-app verkeer tussen hem en [slachtoffer] verkeerd was. Toen hij weg ging hebben hij en [slachtoffer] elkaar bij de schouders vastgepakt en elkaar op de mond gekust. Ook op school is dat wel eens gebeurd. Volgens verdachte kuste hij haar alleen om haar gerust te stellen en ook alleen op het moment dat ze wegging. Ook gebeurde het heel vaak dat [slachtoffer] bij hem op kantoor zat en ze elkaar dan aanraakten door met de knieën tegen elkaar aan te zitten of elkaars handen aanraakten, waarbij [slachtoffer] vaak speelde met de zegelring van verdachte, wat hij wel spannend vond. De tweede keer dat hij bij [slachtoffer] thuis kwam was omdat zij een nieuw stagecontract moest hebben. Ter terechtzitting heeft verdachte te kennen gegeven dat hij de door [slachtoffer] beschreven situatie waarbij zij bijna betrapt werden door drie jongens, herkent, terwijl hij bij de politie ook verklaart over een keer dat hij bij [slachtoffer] thuis was en er plotseling iemand aan kwam, zoals door [slachtoffer] in haar verklaring beschreven. Verdachte heeft op dat moment snel de woning verlaten, omdat hij het gevoel had daar niet te horen. Ook beaamt verdachte dat hij en [slachtoffer] het voordat ze op kamp gingen al over hun fantasieën hadden, dat ze dan de hele avond bij elkaar zouden zijn en dan wel wat zouden kunnen doen. Uit aanvullend onderzoek door de politie blijkt voorts onder meer dat er in de ruimte achter het kantoortje een matje heeft gelegen (verdachte heeft zelf ook over een matje verklaard), dat er een houten krukje aanwezig was en dat het kantoortje en het opslaghok afgesloten konden worden.
Daar komt bij dat de verklaring van [slachtoffer] steun vindt in andere bewijsmiddelen, zoals de verklaringen die de getuigen [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3] hebben afgelegd.
Getuige [getuige 1] heeft op 4 maart 2014 bij de politie verklaard dat zij voor haarzelf een verslag heeft gemaakt waarin ze weergeeft wat er volgens haar allemaal is gebeurd op 17 februari 2014, de dag dat haar collega [getuige 3] met [slachtoffer] bij haar kwam, omdat [slachtoffer] iets wilde vertellen. In dit verslag staat genoemd wat [slachtoffer] allemaal verteld heeft en wat er tussen hen besproken is. Bedoeld verslag is als bijlage aan het proces-verbaal getuigenverhoor toegevoegd. Uit het verslag blijkt onder meer dat [slachtoffer] tegenover [getuige 1] heeft verklaard dat ze seks heeft gehad met [verdachte] . Als [getuige 1] aan [slachtoffer] vraagt of alle dingen die ze gezegd heeft waar zijn omdat dit verhaal grote consequenties heeft, antwoord [slachtoffer] “het is waar”.
Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat [slachtoffer] haar heeft verteld dat [verdachte] heeft gezegd dat hij haar in juni op kamp “zou gaan verwennen, insmeren en dat soort dingen”. Ook had [slachtoffer] haar verteld dat ze ziek was geweest en dat verdachte haar stiekem ging opzoeken. [slachtoffer] heeft haar dingen laten lezen die zij en [verdachte] naar elkaar hadden geappt. Dat hij haar op kamp zou gaan insmeren met zonnebrandolie en dat ze samen zouden gaan douchen. Uiteindelijk vertelde [slachtoffer] haar dat ze aan [getuige 3] , de gymleraar zou gaan vertellen wat er gebeurd was tussen haar en [verdachte] . Nadat [slachtoffer] gesproken had met [getuige 3] heeft [slachtoffer] haar verteld dat ze ook seks met [verdachte] heeft gehad.
[getuige 3] , een collega van verdachte, heeft als getuige tegenover de rechter-commissaris verklaard dat hij, naar de rechtbank begrijpt op 17 februari 2014, met [slachtoffer] heeft gesproken en [slachtoffer] tijdens dat gesprek zoiets zei van “dat er iets seksueels was gebeurd”. Toen [getuige 3] [slachtoffer] vroeg wat er was gebeurd liet ze hem haar telefoon zien en zag hij een scherm met what’s apps met de naam [verdachte] erboven. [getuige 3] zag onder andere dat [slachtoffer] had geappt “dat ze het moeilijk vond om alles voor zich te houden” en dat verdachte had geantwoord “dat ze het toch voor zich moest houden”.
Alles overziend is de rechtbank van oordeel dat de verklaring van [slachtoffer] betrouwbaar en geloofwaardig is en voor het bewijs kan worden gebruikt. De verklaring van [slachtoffer] is gedetailleerd en consistent en wordt op belangrijke punten ondersteund door de verklaring van verdachte, terwijl de verklaring ook ondersteuning vindt in diverse getuigenverklaringen. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte verder is gegaan in de seksuele handelingen dan hij zelf wil toegeven en komt aldus ook tot een bewezenverklaring van de eerste twee gedachtestreepjes.