Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[C],
1.De procedure
- de dagvaarding en de daarbij behorende akte overlegging producties 1 t/m 16;
- de akte herstel verzuim;
- de conclusie van antwoord met producties 1 t/m 19;
- de conclusie van repliek met producties 17 t/m 23;
- de conclusie van dupliek 20 t/m 28;
- de akte uitlating producties;
- de pleidooien en de ter gelegenheid daarvan overgelegde stukken, waaronder de aktes overlegging producties 29 t/m 34 en pleitnota’s.
2.De feiten
“Jaarrekening 2011 en 2012
Prognose 2013 en 2014
Liquiditeitsplanning
Brief opzegging krediet
Opzet financiering / kapitaalinjectie”.
- dat de huisbankier de financiering heeft beëindigd met ingang van november 2013
- dat de ondergetekende sub 1 daardoor op zeer korte termijn behoefte heeft aan extra financiering van haar bedrijf, dat zich bezighoudt met datasystemen, -dataopslag en datamanagement;
- dat ondergetekende sub 1 op basis van de aangeleverde gegevens behoefte heeft aan een kapitaalinjectie van tenminste een EUR 500.000
- dat ondergetekende sub 2 in dit kader direct EUR 150.000 wil verstrekken tegen uitreiking van aandelen door ondergetekende sub 1;
- dat ondergetekende sub 2 in dit kader zich wil inspannen om de resterende € 350.000,00 elders te financieren.
- dat partijen de voorwaarden en nadere gemaakte afspraken van de verstrekking van de EUR 150.000 zoals op 28 oktober 2013 zijn gemaakt schriftelijk wensen vast te leggen.
1. De ondergetekende sub 2 is bereid een kapitaalsinjectie aan ondergetekende sub 1 te verstreken van EUR 150.000 in ruil voor 25% aandelenbezit in ondergetekende sub 1.
(..)
5. Het resterende bedrag van EUR 350.000 zal in beginsel voor half december 2013 moeten worden ingevuld om de onderneming van verdere continuïteit te voorzien. (..)
7. In het kader van de financieringsaanvraag, alsmede genoemde additionele kapitaal versterking genoemd onder punt 5 bestaan er mogelijkheden dat de door Hitachi verstrekte lening van EUR 1.123.129 wordt achtergesteld, waardoor er commercieel sprake is van een substantieel hoger eigen vermogen voor de financieringsaanvraag.
8. Tevens is er overleg met Hitachi gewenst in het kader van de financieringsaanvraag en genoemde achterstelling. (..)
10. Daarnaast zal ondergetekende 2 niet alleen een kapitaalinjectie zoals vermeld onder punt 2 verzorgen, maar ook in de dagelijkse gang van zaken ondersteuning kunnen verlenen aan de heer W. [gedaagde] .”
Peter, zoals eerder besproken hierbij de uitkomst van mijn gesprek met Hitachi vanmiddag. We zijn tot een akkoord gekomen. Dit betekent dat de Ander Konto en Security contracten worden vastgelegd en dat ik mij nog eens voor 440.000 heb gecommitteerd.
Zoals afgesproken leen jij GDS 60.000 euro met de afspraak dat dit voor 30 december dit jaar weer wordt teruggestort. Dit om de salarissen e.d. van deze maand te kunnen betalen. Als zekerheid verpand GDS besproken factuur van 119Keuro (incl BTW) ter zekerstelling van deze lening.
De lening zou uiterlijk 30 december 2013 worden terugbetaald. Eveneens op 29 november 2013 is een bedrag van € 40.000,00 van een rekening van Essex aan GDS overgemaakt met als omschrijving “lening zoals besproken 30-12 2013 retour”. GDS heeft deze geldleningen niet terugbetaald.
2.17. GDS is met ingang van 8 april 2014 in staat van faillissement verklaard.
3.Het geschil
€ 190.000,00 (€ 150.000 + € 40.000) aan MP Trading vermeerderd met rente en kosten;
€ 25.000,00 aan QP vermeerderd met rente en kosten;
€ 20.000,00 aan [C] vermeerderd met rente en kosten.
4.De beoordeling
4.2. [A c.s.] hebben aan hun vorderingen ten grondslag gelegd dat [gedaagde] [A c.s.] heeft bedrogen, dat sprake was van dwaling en dat [gedaagde] als indirect bestuurder van GDS onrechtmatig heeft gehandeld door [A c.s.] te misleiden en opzettelijk een onjuist beeld van de (kredietwaardigheid van) van GDS te schetsen. Er is volgens [A c.s.] sprake van bestuurdersaansprakelijkheid, omdat aan [gedaagde] persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt en [gedaagde] bij het aangaan van de overeenkomsten met [A c.s.] wist of behoorde te weten dat GDS niet aan haar verplichtingen kon voldoen.
resultatenvan GDS over de eerste drie kwartalen van 2013.
heeft onderbouwd dat de geprognosticeerde omzet voor december 2013 uiteindelijk is achtergebleven, omdat de formalisering van de nadere afspraken met Hitachi (en dientengevolge de hervatting van de leveringen) meer tijd in beslag heeft genomen, terwijl de prognose van begin 2014 nagenoeg is behaald. Onder deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat niet is komen vast te staan dat [gedaagde] ten tijde van het aangaan van de intentieovereenkomst wist of redelijkerwijze behoorde te begrijpen dat GDS de verplichtingen uit hoofde van die intentieovereenkomst niet zou nakomen tengevolge waarvan MP Trading schade zou lijden. Dat geldt evenzeer voor de vervolgens door GDS aangegane overeenkomsten van geldlening met MP Trading en [C] omstreeks 29 november 2013. Voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomsten van geldlening met MP Trading en [C] was immers bekend dat Hitachi – voornamelijk vanwege de borgstelling door [gedaagde] - weer zou gaan leveren en dat Deutsche Bank de kredietfaciliteit tijdelijk tot juli 2014 zou continueren. Ten tijde van het door GDS in ontvangst nemen van een bedrag van € 25.000,00 van QP waren er grote orders geplaatst, onder meer door SAP. [gedaagde] heeft bovendien nog verwezen naar een door een extern consultancybureau Rödl & Partners opgesteld document waarin de vooruitzichten voor GDS (met betrekking tot de betalingsverplichtingen aan Hitachi) als volgt positief zijn gewaardeerd: “the going concern prognose of the company is positive”. De rechtbank ziet ten slotte in de persoonlijke borgstelling van [gedaagde] begin december 2013 een aanwijzing dat het voor hem destijds niet voorzienbaar was dat Hitachi en andere partijen zoals [A c.s.] schade zouden lijden tengevolge van het niet nakomen van verplichtingen van GDS.
8.000,00(4,0 punten × tarief € 2.000,00)