ECLI:NL:RBOVE:2015:4637
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Incident tot onbevoegdverklaring en tussenkomst in civiele procedure met internationale aspecten
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 8 juli 2015 uitspraak gedaan in een incident tot onbevoegdverklaring en een incident tot tussenkomst. De eiseres in de hoofdzaak, Wärtsilä Netherlands B.V., heeft gevorderd dat de vordering van de gedaagde, Energie Meaux, tot schadevergoeding verjaard is, dan wel dat zij niet aansprakelijk is voor de schade die is ontstaan door een brand in een elektriciteitscentrale op 25 december 2005. De rechtbank heeft in het tussenvonnis van 6 november 2013 de bevoegdheid van de rechtbank Overijssel opgeschort in afwachting van een beslissing van de Tribunal de Grande Instance te Parijs. Het Cour d’Appel van Parijs heeft op 6 maart 2015 bepaald dat de rechtbank Overijssel bevoegd is, wat de rechtbank heeft gevolgd in haar beoordeling. De rechtbank heeft de incidentele vordering tot onbevoegdverklaring van Energie Meaux afgewezen, omdat de rechtbank op basis van artikel 6 sub e Rv bevoegd is, aangezien het schadebrengende feit zich in Nederland heeft voorgedaan. Daarnaast heeft de rechtbank de vordering van Wärtsilä France c.s. tot tussenkomst in de hoofdzaak toegewezen, omdat er een gevaar van tegenstrijdige uitspraken bestaat in de parallelle procedure in Frankrijk. De rechtbank heeft de beslissing over de proceskosten aangehouden tot in de hoofdzaak wordt beslist en tussentijds hoger beroep toegestaan.