ECLI:NL:RBOVE:2015:4561
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van beschuldiging van ontuchtige handelingen in Staphorst
De rechtbank Overijssel heeft op 8 oktober 2015 uitspraak gedaan in de zaak tegen een 36-jarige man uit Meppel, die beschuldigd werd van het plegen van ontuchtige handelingen in Staphorst. De verdachte was aangeklaagd voor het knijpen in de billen van een slachtoffer op of omstreeks 8 september 2014. De officier van justitie, mr. H.J. Timmer, stelde dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kon worden, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. L.J.H.M. Achten, pleitte voor vrijspraak wegens het ontbreken van voldoende bewijs. Tijdens de openbare terechtzitting op 24 september 2015 heeft de rechtbank de argumenten van beide partijen gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. Na beoordeling van het bewijs kwam de rechtbank tot de conclusie dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten, omdat de bewijsvoering voornamelijk was gebaseerd op de verklaring van de aangeefster, terwijl de verdachte zijn ontkenning had geuit. De rechtbank oordeelde dat de bewijsstukken niet voldoende waren om tot een veroordeling te komen.