ECLI:NL:RBOVE:2015:4561

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
8 oktober 2015
Publicatiedatum
8 oktober 2015
Zaaknummer
08/770021-15
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van beschuldiging van ontuchtige handelingen in Staphorst

De rechtbank Overijssel heeft op 8 oktober 2015 uitspraak gedaan in de zaak tegen een 36-jarige man uit Meppel, die beschuldigd werd van het plegen van ontuchtige handelingen in Staphorst. De verdachte was aangeklaagd voor het knijpen in de billen van een slachtoffer op of omstreeks 8 september 2014. De officier van justitie, mr. H.J. Timmer, stelde dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kon worden, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. L.J.H.M. Achten, pleitte voor vrijspraak wegens het ontbreken van voldoende bewijs. Tijdens de openbare terechtzitting op 24 september 2015 heeft de rechtbank de argumenten van beide partijen gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. Na beoordeling van het bewijs kwam de rechtbank tot de conclusie dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten, omdat de bewijsvoering voornamelijk was gebaseerd op de verklaring van de aangeefster, terwijl de verdachte zijn ontkenning had geuit. De rechtbank oordeelde dat de bewijsstukken niet voldoende waren om tot een veroordeling te komen.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/770021-15
Datum vonnis: 8 oktober 2015
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1979 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 24 september 2015. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. H.J. Timmer en van hetgeen door de verdachte en diens raadsman mr. L.J.H.M. Achten, advocaat te Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd:
hij op of omstreeks 8 september 2014 in de gemeente Staphorst, door geweld
of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een)
andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het plegen en/of
dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het meermalen,
althans éénmaal, knijpen/vastpakken in/van een/de bil(len) van die [slachtoffer]
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die
bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit het met een door
hem, verdachte, bestuurde auto op die voor hem (aan de linkerkant van de weg)
(hard)lopende [slachtoffer] is toe- en/of afgereden en/of (vervolgens) (door
het geopende raam) onverhoeds in een/de bil(len) van die [slachtoffer] heeft
geknepen, althans een/de bil(len) van die [slachtoffer] heeft vastgepakt.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak van het tenlastegelegde bepleit wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. De door de officier van justitie aangedragen bewijsmiddelen komen enkel en alleen van aangeefster en daar tegenover staat de ontkenning van verdachte.
4.3
De overwegingen van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat op basis van de voorhanden zijnde stukken niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde feit, zodat vrijspraak dient te volgen.
4.4
De conclusie
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A.M. Elbers, voorzitter, mr. F. van der Maden en
mr. B.T.C. Jordaans, rechters, in tegenwoordigheid van W. van Goor, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 8 oktober 2015.