Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
ProcesverloopRigas heeft bij inleidende dagvaarding van 17 september 2014 Marthedes gedagvaard. Marthedes heeft vervolgens geconcludeerd voor antwoord, Rigas voor repliek tevens houdende wijziging van eis en Marthedes voor dupliek.Na een akte uitlating producties van Rigas en een antwoordakte van Marthedes hebben partijen vonnis verzocht.
De beoordeling van het geschil en de gronden van de beslissing
Op dat terrein bevond zich het gebouw “De Hörste”, dat volledig verbouwd en vernieuwd is tot het huidige appartementsgebouw “Rigas”.
Vervolgens zijn op het terrein twee nieuwbouwcomplexen “Ippotis” en “Pyrgos” gerealiseerd.
De buitengevels van Rigas bestaan uit pleisterwerk, hardhouten rabatdelen met kunststofkozijnen.
Het centrale trappenhuis van Rigas heeft een buitengevelbekleding van keramische tegelstructuur. [1]
Dientengevolge is er onderhoud noodzakelijk, waarvan de omvang niet was voorzien en de kosten aanzienlijk.
Tevens is in deze van belang het gegeven dat –mede daardoor- de onderhoudskosten van de buitengevels van Rigas aanzienlijk hoger zijn dan die van de andere twee (nieuwe) gebouwen Ippotis en Pyrgos.
Met deze splitsingsakte is het Marthedes-complex gesplitst in drie appartementsgebouwen “Rigas”, “Ippotis” en “Pyrgos”.
Op dezelfde dag zijn zogenaamde “ondersplitsings-akten” verleden, waarbij ieder van deze gebouwen eveneens is gesplitst in appartementsrechten, zijnde appartementen, die aan latere bewoners zijn verkocht.
De betrokken splitsingstekeningen zijn vervaardigd op 15 december 2003 (gewijzigd op 19 juli 2004) en eind 2005/begin 2006 zijn de eerste woningen opgeleverd.
Artikel 91. Tot de gemeenschappelijke gedeelten en gemeenschappelijke zaken worden onder meer gerekend, voor zover aanwezig:a. de funderingen, de dragende muren, de kolommen en de hellingbaan van de stallingsgarage in de kelder met de ondergrond, de buitengevels, waaronder begrepen de raamkozijnen met glas, de deuren welke zich in de buitengevel bevinden of de scheiding vormen tussen het gemeenschappelijk en het privé gedeelte, de balkonconstructies, de borstweringen, de daken, alsmede het (standaard) hang- en sluitwerk aan kozijnen welke aan de buitengevel van het gebouw zitten;
.....worden onder meer gerekend, voor zover aanwezig......
Artikel 91. Tot de gemeenschappelijke gedeelten en gemeenschappelijke zaken worden onder meer gerekend, voor zover aanwezig in, aan of op het gebouw Rigas:a. de funderingen, de dragende muren en de kolommen, het geraamte van het gebouw met de ondergrond, het ruwe metselwerk, alsmede de vloeren met uitzondering van de afwerklagen in de privé gedeelten, de raamkozijnen met glas, de deuren welke de scheiding vormen tussen het gemeenschappelijk en het privé gedeelte, de gangen, de schoorstenen en de ventilatiekanalen, de trappenhuizen en het hek- en traliewerk voor zover het geen privé tuinafscheidingen betreft, alsmede het (standaard) hang- en sluitwerk aan voormelde raamkozijnen en deuren.10. In dit artikel ontbreekt derhalve hetgeen in artikel 9 van de hoofdsplitsingsakte omtrent buitengevels etc. is bepaald, waarmede de ondersplitsingsakte in strijd is met de splitsingstekeningen en op grond waarvan de buitengevels etc. binnen de onder-VvE’s, dus wat de onderhoudskostenkwestie betreft, in casu binnen Rigas vallen.
Artikel 10Indien er twijfel bestaat of een gedeelte van het gebouw of een zaak al dan niet tot de gemeenschappelijke gedeelten en/of gemeenschappelijke zaken behoort, wordt hierover beslist door de vergadering.In die vergadering is goedkeuring gehecht aan door het bestuur opgestelde overzichten, waarin onder meer is vastgelegd dat de buitengevels met raamkozijnen en glas en de balkonconstructies in de hoofdsplitsing niet tot de gemeenschappelijke gedeelten (Marthedes) behoren en dat de kosten van onderhoud in de ondersplitsing, dus voor ieder van de gebouwen -en in casu voor Rigas- vallen.
Dat voorstel van Rigas is in de vergadering van VvE’s van 27 januari 2014 verworpen en Rigas vordert thans naast een verklaring voor recht omtrent de onderhoudskosten van buitengevels etc. die ten laste van Marthedes als hoofd-VvE moeten komen, een verklaring voor recht dan de punten 3 en 4 van de besluitenlijst van de vergadering van de hoofd-VvE van 27 januari 2014 nietig zijn.
Mitsdien is voor de gevorderde verklaring voor recht geen plaats.
Voor de gevorderde nietigverklaring evenmin, bovendien is die te laat (artikel 5:129 en 130 jo 2:14 en 15 BW).
De beoordeling
In dit geval van tegenstrijdigheid tussen splitsingstekeningen en splitsingsakten dient de rechtbank aan de hand van de aan die stukken te ontlenen aanwijzingen en gelet op de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen waartoe de onderscheiden interpretaties zouden leiden, te bepalen of doorslaggevend gewicht toekomt aan de splitsingstekening dan wel de splitsingsakte(n) [5] .
Zelfs in het geval het drie identieke en op hetzelfde moment gestichte en nieuw gebouwde appartementsgebouwen betreft, is dat de aangewezen constructie, omdat in de loop der tijden verschillen in bijvoorbeeld onderhoudskosten of inrichtingseisen tussen die gebouwen kunnen ontstaan, waarmede appartementseigenaren van de andere gebouwen niets uitstaande willen en horen te hebben. Ieder gebouw houdt aldus -in principe- “de eigen broek op”.
À fortiori geldt zulks in het onderhavige geval, waarin sprake is van Rigas, dat als eerste gerealiseerd is met vernieuwbouw in een bestaand gebouw, en daarna de twee, identieke en nieuwgebouwde gebouwen Ippotis en Pyrgos, die volgens een modernere en in ieder geval veel onderhoudsarmere constructie zijn gebouwd.
Immers toegespitst op de (te verwachten extra-)onderhoudskosten van de buitengevels (van Rigas) zijn de buitengevels van voornoemde drie gebouwen niet gemeenschappelijk in de hoofd-VvE Marthedes, maar dienen te vallen onder de individuele onder-VvE’s.
Zulks dan uitgezonderd de beperkte gemeenschappelijke zaken als -met name- de vergaderruimte, lounge en logeerruimtes in het gebouw van Rigas, die op zich (ook, zij het in beperkte mate) buitengevels etc. als bedoeld in artikel 9 van de hoofdsplitsingsakte kennen.
Standaard begint een splitsingsdossier met (het opmaken van) de splitsingstekeningen.
Zo ook in het onderhavige geval, waarin [X] de hoofdsplitsingstekeningen heeft vervaardigd op 15-12-2003 (welke nog is gewijzigd op 19 -07-2004 en gewaarmerkt door de notaris op 20 juli 2004).
Vervolgens heeft (het kantoor van) de notaris aan de hand van die splitsingstekeningen en het Modelreglement bij Splitsing in Appartementsrechten (1992) de hoofd- en ondersplitsingsakten opgesteld.
Kennisname van dat Modelreglement leert dat de notaris destijds in artikel 9 van de hoofdsplitsingsakte de betrokken tekst van het Modelreglement letterlijk en geheel heeft overgenomen, maar in artikel 9 van de ondersplitsingsakten het punt van de buitengevels ect. van het Modelreglement en de splitsingstekeningen geheel heeft weggelaten.
Waar het hier om rechtsgeldige en unanieme besluitvorming op grond van artikel 10 van de splitsingsakte gaat en daarmede een fout en dus een onduidelijkheid omtrent de buitengevels etc. in de splitsingsakte, waarvan de splitsingstekeningen een ondeelbaar geheel uitmaken, is opgeheven, is van strijd met de statuten in dit kader geen sprake.