4.3Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte in de dagvaarding met parketnummer 08.760046.15 onder 1 primair en 2 primair en subsidiair is tenlastegelegd en zal hem daarvan vrijspreken.
De navolgende bewezenverklaring steunt op de inhoud van bewijsmiddelen die als bijlage aan het vonnis zijn gehecht en daarvan op die wijze deel uitmaken. Deze bewijsmiddelen bevatten de redengevende feiten en omstandigheden op grond waarvan de rechtbank de overtuiging heeft gekregen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan. De rechtbank overweegt dat ten aanzien van het bewezenverklaarde sprake is van een bekennende verdachte in de zin van artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank zal daarom in de bijlage van dit vonnis ten aanzien van deze feiten volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen die tot de bewezenverklaring hebben geleid.
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het in de dagvaarding met parketnummer 08.760046.15 onder 1 subsidiair en 2 meer subsidiair tenlastegelegde en het in de dagvaarding met parketnummer 08.955105.15 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Parketnummer 08.760046.15
1. subsidiair:
hij op 12 maart 2015, te Lutten, in de gemeente Hardenberg, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto, Mercedes), daarmede rijdende over de Dedemsvaartseweg-Noord, komende uit de richting van Lutten centrum en gaande in de richting van Dedemsvaart, zeer onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
terwijl hij toen dat motorrijtuig heeft bestuurd na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van verdachtes bloed bij een onderzoek 1,50 milligram bleek te zijn,
daarbij niet, althans in onvoldoende mate op het voor hem gelegen weggedeelte van die weg en het overige verkeer heeft gelet en/of is blijven letten, en
daarbij geen, althans onvoldoende rekening heeft gehouden met andere weggebruikers/ voetgangers, en
daarbij een aldaar aan de (gezien zijn, verdachtes, rijrichting) rechterkant van die weg deels op de rode voetgangers-/fietsstrook en deels op de oprit van de woning met huisnummer [huisnummer] lopende/stilstaande voetganger met kinderwagen, niet tijdig heeft waargenomen, en
vervolgens zijn snelheid niet, althans in onvoldoende mate heeft verminderd en/of aangepast aan de situatie en/of plaatselijke omstandigheden, en
daarbij in strijd met artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij, verdachte, in staat was zijn motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg kon overzien en waarover deze vrij was, en
vervolgens aldaar aan de rechterkant van die weg is gebotst tegen, die voetganger en de kinderwagen (met daarin gelegen baby [slachtoffer 1] ), door welke aanrijding de kinderwagen meters verderop in de berm terecht is gekomen en [slachtoffer 1] uit de kinderwagen werd geslingerd,
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander, te weten baby [slachtoffer 1] werd gedood,
terwijl verdachte verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8 tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994;
2 meer subsidiair:
hij op 12 maart 2015, te Lutten, in de gemeente Hardenberg, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto, Mercedes), daarmede rijdende over de Dedemsvaartseweg-Noord, komende uit de richting van Lutten centrum en gaande in de richting van Dedemsvaart, zeer onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
terwijl hij toen dat motorrijtuig heeft bestuurd na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van verdachtes bloed bij een onderzoek 1,50 milligram, in elk geval aanzienlijk hoger dan 0,5 milligram alcohol per milliliter bloed bleek te zijn,
daarbij niet, althans in onvoldoende mate op het voor hem gelegen weggedeelte van die weg en het overige verkeer heeft gelet en/of is blijven letten, en
daarbij geen, althans onvoldoende rekening heeft gehouden met andere weggebruikers/ voetgangers, en
daarbij een aldaar aan de (gezien zijn, verdachtes, rijrichting) rechterkant van die weg deels op de rode voetgangers-/fietsstrook en deels op de oprit van de woning met huisnummer [huisnummer] lopende/stilstaande voetganger met kinderwagen, niet tijdig heeft waargenomen, en
vervolgens zijn snelheid niet, althans in onvoldoende mate heeft verminderd en/of aangepast aan de situatie en/of plaatselijke omstandigheden, en
daarbij in strijd met artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij, verdachte, in staat was zijn motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg kon overzien en waarover deze vrij was, en
vervolgens aldaar aan de rechterkant van die weg is gebotst tegen, die voetganger en de kinderwagen (met daarin gelegen baby [slachtoffer 1] ), door welke aanrijding de kinderwagen meters verderop in de berm terecht is gekomen en [slachtoffer 1] uit de kinderwagen werd geslingerd,
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander, te weten [slachtoffer 2] , zwaar lichamelijk letsel werd toegebracht,
terwijl verdachte verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8 tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994;
Parketnummer 08.955105.15
hij, als degene door wiens gedraging een verkeersongeval was veroorzaakt, welke gedraging hij als bestuurder van een motorrijtuig had verricht en welk verkeersongeval had plaatsgevonden te Lutten, gemeente Hardenberg, op/aan de Dedemsvaartseweg-Noord, op 12 maart 2015 de voornoemde plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander letsel en/of schade was toegebracht.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd, en zal hem daarvan zal vrijspreken.