ECLI:NL:RBOVE:2015:4312

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
9 september 2015
Publicatiedatum
18 september 2015
Zaaknummer
C/08/162745 / HA ZA 14-495
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.H. van der Veer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale koopovereenkomst en toerekenbaar tekortschieten in betalingsverplichtingen

In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, gaat het om een geschil tussen de Italiaanse vennootschap Franco Facchi & C. S.N.C. en de Nederlandse besloten vennootschap Metapol B.V. over een internationale koopovereenkomst. Facchi heeft in 2013 assen geleverd aan Metapol en vordert betaling van een openstaand bedrag van € 24.801,50, vermeerderd met handelsrente en buitengerechtelijke kosten. Metapol heeft een bedrag van € 8.568,00 betaald, maar betwist de resterende vordering op grond van vermeende tekortkomingen in de geleverde producten. Metapol stelt dat de assen ondeugdelijk waren, wat heeft geleid tot hoge herstelkosten, en ontbindt de overeenkomst gedeeltelijk.

De rechtbank oordeelt dat Facchi haar vordering voldoende heeft onderbouwd en dat Metapol niet heeft aangetoond dat de geleverde assen niet aan de overeenkomst voldeden. De rechtbank wijst de vordering van Facchi toe, inclusief de gevorderde buitengerechtelijke kosten. Metapol wordt veroordeeld tot betaling van het openstaande bedrag, vermeerderd met de Italiaanse handelsrente en proceskosten. De vordering in voorwaardelijke reconventie van Metapol wordt afgewezen, omdat de voorwaarde voor deze vordering niet is vervuld. De rechtbank concludeert dat Metapol als in het ongelijk gestelde partij moet worden veroordeeld in de proceskosten van Facchi.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer: C/08/162745 / HA ZA 14-495
Vonnis van 9 september 2015
in de zaak van
vennootschap naar buitenlands recht
FRANCO FACCHI & C. S.N.C.,
gevestigd te Cremona, Italië,
eiseres in conventie,
verweerster in voorwaardelijke reconventie,
advocaat mr. R. de Falco te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
METAPOL B.V.,
gevestigd te Holten,
gedaagde in conventie,
eiseres in voorwaardelijke reconventie,
advocaat mr. J.S. Staijen te Deventer.
Partijen zullen hierna ‘Facchi’ en ‘Metapol’ genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord in conventie en van eis in voorwaardelijke reconventie
  • de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in voorwaardelijke reconventie
  • de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in voorwaardelijke reconventie
  • de conclusie van dupliek in voorwaardelijke reconventie.
1.2.
Ten slotte is vonnis gevraagd. Het vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
In 2013 heeft Facchi assen voor de elektrische industrie geleverd aan Metapol. Facchi heeft Metapol daarvoor de volgende facturen verzonden:
factuurdatum factuurnummer bedrag
24.07.2013 464 € 5.661,00
31.07.2013 507 € 4.284,00
30.08.2013 533 € 7.573,00
13.09.2013 565 € 9.401,00
15.10.2013 130641 € 3.000,00
30.10.2013 130667 € 3.450,00.
2.2.
Metapol heeft een bedrag ter hoogte van € 8.568,00 betaald aan Facchi.

3.De vordering in conventie en de standpunten van partijen

3.1.
Facchi vordert, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van Metapol om aan Facchi te betalen:
- het bedrag van € 24.801,50, te vermeerderen met de Italiaanse handelsrente, subsidiair de handelsrente ex artikel 6:119a BW, vanaf 30 dagen na factuurdatum tot aan de volledige betaling;
- de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.237,85;
- de proceskosten en de nakosten, beide te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Facchi stelt dat Metapol nog een bedrag in hoofdsom van € 24.801,50 aan haar dient te voldoen, maar dat Metapol, ondanks sommaties daartoe, weigerachtig blijft het openstaande bedrag te betalen. Zij stelt tevens aanspraak te maken op vergoeding van de buitengerechtelijke kosten conform het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke kosten ter hoogte van € 1.237,85.
3.3.
Metapol voert verweer en voert daartoe onder meer het volgende aan.
Alle ontvangen assen zijn fout geproduceerd en/of getransporteerd. Alle assen waren voorzien van een verkeerde hellingshoek. Daarnaast waren alle assen roestig. Zij heeft deze tekortkomingen aan Facchi gemeld op 19 september 2013 en op 1 oktober 2013.
Metapol verwijst daarvoor naar de zogenaamde ‘Corrective Action Forms’(overgelegd door Metapol als producties 1 tot en met 4). De afnemer van Metapol heeft geklaagd en Metapol heeft zich genoodzaakt gezien de assen te herstellen en schoon te maken. De herstelkosten bedroegen € 27.015,00 inclusief BTW. Omdat de herstelkosten zo hoog waren, heeft Metapol de facturen van Facchi onbetaald gelaten. Metapol ontbindt, bij conclusie van antwoord, op grond van toerekenbaar tekortschieten aan de zijde van Facchi de overeenkomst partieel, zodanig dat zij niets meer aan Facchi verschuldigd is dan hetgeen zij reeds heeft betaald. Subsidiair beroept Metapol zich op verrekening van haar schade, bestaande uit de herstelkosten, als gevolg van toerekenbaar tekortschieten van de zijde van Facchi.
3.4.
Op de (overige) stellingen van partijen wordt hierna, voor zover relevant, nader ingegaan.

4.De vordering in voorwaardelijke reconventie en de standpunten van partijen

4.1.
Metapol vordert, onder de voorwaarde dat de rechtbank oordeelt dat een beroep op verrekening van de reparatiekosten met de aan Facchi te betalen koopprijs, hetgeen Metapol in conventie als subsidiair verweer voert, geen conventioneel verweer betreft:
  • veroordeling van Facchi om binnen twee dagen na betekening van het vonnis aan Metapol te voldoen het bedrag van € 25.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van indiening van haar vordering;
  • een verklaring voor recht dat Metapol zich met recht beroept op verrekening van haar vordering op Facchi met enige betalingsverplichting die zij jegens Facchi mocht hebben;
  • veroordeling van Facchi in de proceskosten.
4.2.
Metapol legt aan haar vordering het volgende ten grondslag. Metapol heeft schade geleden als gevolg van de foutieve leveringen van Facchi. Facchi is daarvan in kennis gesteld en heeft aangegeven zelf geen actie te ondernemen, anders dan het aanpassen van het productieproces. Metapol heeft herstelkosten gemaakt en wenst deze kosten vergoed te krijgen.
4.3.
Facchi voert verweer. Zij betwist dat de door haar geleverde producten niet deugdelijk waren. Metapol heeft niet geklaagd en alle producten aanvaard. De gestelde tekortkoming staat niet vast en bovendien heeft Metapol geen enkel bewijs geleverd over de hoogte van de door haar geleden schade. De vordering dient te worden afgewezen.
4.4.
Op de (overige) stellingen van partijen wordt hierna, voor zover relevant, nader ingegaan.

5.De beoordeling

in conventie

5.1.
Partijen zijn gevestigd op het grondgebied van verschillende staten, waardoor deze zaak een internationaal karakter draagt.
5.2.
De Nederlandse rechter komt op grond van het bepaalde in de Verordening van de Raad van de Europese Unie nr. 44/2001 van 22 december 2000 (EEX-verordening), betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissing in burgerlijke en handelszaken, rechtsmacht toe, omdat de vestigingsplaats van Metapol in Nederland gelegen is.
5.3.
Het onderhavige geschil vloeit voort uit een tussen partijen gesloten koopovereenkomst. Beide partijen zijn gevestigd in een staat die op het moment van de totstandkoming van de onderhavige overeenkomst partij is bij het op 11 april 1980 te Wenen gesloten Verdrag der Verenigde naties inzake internationale koopovereenkomsten betreffende roerende zaken (hierna: Weens Koopverdrag). Het gaat in deze zaak om een koopovereenkomst met betrekking tot roerende zaken die niet van het toepassingsgebied van het Weens Koopverdrag is uitgesloten. Daarom gelden voor deze koopovereenkomst de bepalingen van dit verdrag, voor zover daarvan niet door partijen is afgeweken. Dit is niet gesteld of gebleken.
5.4.
Voor zover zich bij de beoordeling vragen voordoen die niet uitdrukkelijk in het Weens Koopverdrag zijn geregeld, dienen die vragen ingevolge artikel 7 lid 2 van dit verdrag te worden beantwoord volgens het krachtens de regels van internationaal privaatrecht toepasselijke recht. In het onderhavige geval dienen die vragen te worden beantwoord aan de hand van de verordening Rome I (de Verordening (EG) nr. 593/2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst, hierna: Rome I). Immers: deze Verordening kent een universeel formeel toepassingsgebied, uit de overgelegde stukken blijkt dat de overeenkomst tussen partijen na 17 december 2009 tot stand is gekomen en de vordering heeft betrekking op een door de Verordening bestreken onderwerp. Toepassing van artikel 4 lid 1 Rome I brengt mee dat de overeenkomst op die punten wordt beheerst door Italiaans recht, nu Facchi haar gewone verblijfplaats in Italië heeft. Voor zover het Weens Koopverdrag bepaalde voor de beoordeling van het geschil relevante onderwerpen niet regelt, zal de rechtbank dan ook Italiaans recht toepassen.
5.5.
Metapol heeft weliswaar gesteld dat haar inkooporders, die verwijzen naar haar algemene voorwaarden waaruit blijkt van een rechtskeuze voor Nederlands recht, van toepassing zijn, maar die, door Facchi weersproken, stelling slaagt niet. Niet is in voldoende mate komen vast te staan dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn op de koopovereenkomst. Metapol heeft, ondanks meerdere toezeggingen van haar kant, verzuimd een afschrift van de inkooporder te overleggen, zodat niet kan worden geconstateerd of daarop wordt verwezen naar haar algemene voorwaarden en evenmin of deze op hun beurt verwijzen naar toepasselijkheid van het Nederlandse recht.
5.6.
Kern van het geschil tussen partijen betreft het antwoord op de vraag of Metapol toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar betalingsverplichting uit de tussen partijen gesloten koopovereenkomst.
5.7.
Metapol stelt zich tegen de vordering van Facchi op het standpunt dat zij niet aan haar betalingsverplichting kan worden gehouden, omdat Facchi assen heeft geleverd die niet de eigenschappen bezitten die zijn overeengekomen, waarvoor zij herstelkosten heeft moeten maken die zo hoog waren dat Metapol het door Facchi gevorderde bedrag onbetaald heeft gelaten.
5.8.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft Facchi haar stellingen voldoende onderbouwd en het standpunt van Metapol gemotiveerd en succesvol weersproken.
Het verweer van Metapol tegen de vordering van Facchi kan dan ook niet slagen.
5.9.
Ten eerste is niet in voldoende mate komen vast te staan dat de geleverde assen ondeugdelijk waren. Uit de door Metapol in het geding gebrachte ‘Corrective Active Forms’ blijkt zulks in ieder geval niet, dan wel onvoldoende. Metapol heeft haar stelling dat de door Facchi geleverde assen niet deugdelijk waren, dan ook onvoldoende concreet onderbouwd.
5.10.
Ten tweede komt Metapol, indien en voor zover zij impliciet een beroep doet op opschorting (“
Het feit dat de herstelkosten zo hoog waren is ook de reden dat Metapol vooralsnog de facturen van Franco Facchi tot het door Franco Facchi genoemde bedrag onbetaald heeft gelaten.”) , niet de bevoegdheid tot opschorting toe.
5.11.
Het hier toepasselijke Weens Koopverdrag geeft slechts in beperkte gevallen een recht tot opschorting (artikelen 58 en 71 Weens Koopverdrag). Aan de vereisten van het hier toepasselijke artikel 71 Weens Koopverdrag is niet voldaan, nu gesteld noch gebleken is dat Metapol Facchi dadelijk in kennis heeft gesteld van haar opschorting, zoals is vereist in artikel 71 lid 3 Weens Koopverdrag. Indien en voor zover Metapol zich heeft willen beroepen op haar opschortingsbevoegdheid, dan kan dat beroep op opschorting derhalve niet slagen.
5.12.
Het door Metapol bij conclusie van antwoord gedane beroep op partiële ontbinding kan voorts, zoals Facchi terecht heeft aangevoerd, evenmin slagen. Ingevolge artikel 49
Weens Koopverdrag dient de ontbinding te geschieden binnen een redelijke termijn nadat de koper de vermeende tekortkoming heeft ontdekt. Dat heeft Metapol niet gedaan. Metapol ontbindt de overeenkomst bij conclusie van antwoord op 17 december 2014, terwijl zij stelt dat zij reeds in september 2013 de tekortkomingen heeft ontdekt.
5.13.
Tot slot is de (hoogte van de) schade die Metapol stelt te hebben geleden onvoldoende concreet onderbouwd door Metapol. Ook hierom kan, nog daargelaten het antwoord op de vraag of aan Metapol de bevoegdheid tot verrekening toekomt - welk verweer moet worden aangemerkt als een conventioneel verweer -, haar verweer niet slagen.
5.14.
Facchi heeft gevorderd Metapol te veroordelen tot betaling van € 1.237,85 inclusief BTW ter zake van buitengerechtelijke incassokosten, een en ander conform het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke kosten. Ingevolge artikel 74 Weens Koopverdrag komen gemaakte buitengerechtelijke kosten voor vergoeding in aanmerking, maar het verdrag bepaalt niets over de samenstelling en hoogte van de te vergoeden kosten.
De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten dienen daarom met toepassing van Rome I naar de in Italië geldende wettelijke bepalingen te worden beoordeeld. Metapol heeft de verschuldigdheid van dit bedrag niet betwist. De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht die vergoeding van dit bedrag rechtvaardigen. Dit onderdeel van de vordering zal derhalve worden toegewezen.
5.15.
Ten aanzien van de gevorderde wettelijke handelsrente overweegt de rechtbank als volgt. Op grond van artikel 78 Weens Koopverdrag heeft Facchi recht op rente over de nog niet betaalde factuurbedragen. Omdat het Weens Koopverdrag niets bepaalt over de hoogte van de verschuldigde rente, moet het rentepercentage overeenkomstig artikel 7 lid 2
Weens Koopverdrag worden vastgesteld naar Italiaans recht en wel vanaf de vervaldatum van de respectieve facturen. Niet betwist is immers dat Metapol vanaf die data in verzuim verkeerde met betaling.
5.16.
De rechtbank zal mitsdien een bedrag toewijzen van in totaal € 24.801,50, vermeerderd met de Italiaanse handelsrente op de wijze als in het dictum te bepalen, alsmede vermeerderd met een bedrag van € 1.237,85 aan buitengerechtelijke kosten.
5.17.
Metapol zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de aan de zijde van Facchi gevallen proceskosten. De kosten aan de zijde van Facchi worden vooralsnog begroot op:
- dagvaarding € 94,85
- griffierecht 1.892,00
- salaris advocaat
904,00(2 punt × tarief € 452,00)
Totaal € 2.890,85.
5.18.
Voorts zullen de gevorderde nakosten - als niet bestreden - worden toegewezen op de wijze als in het dictum bepaald.
in voorwaardelijke reconventie
5.19.
De eis in reconventie is voorwaardelijk ingesteld. Uit de beslissing in conventie vloeit voort dat de voorwaarde niet is vervuld, zodat op de vordering in reconventie geen beslissing hoeft te worden gegeven.
5.20.
Nu geen van beide partijen als in (voorwaardelijke) reconventie in het ongelijk gestelde partij kan worden beschouwd dient een proceskostenveroordeling achterwege te blijven.

6.De beslissing

De rechtbank
in conventie
6.1.
veroordeelt Metapol om aan Facchi te betalen een bedrag van € 24.801,50 (vierentwintigduizend achthonderd en een euro en vijftig cent), vermeerderd met de Italiaanse handelsrente over de respectieve factuurbedragen telkens vanaf 30 dagen na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de schuldenaar de factuur heeft ontvangen, tot de dag van volledige betaling,
6.2.
veroordeelt Metapol om aan Facchi te betalen een bedrag van € 1.237,85 aan buitengerechtelijke kosten,
6.3.
veroordeelt Metapol in de proceskosten, aan de zijde van Facchi tot op heden begroot op € 2.890,85, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
6.4.
veroordeelt Metapol in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Metapol niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
6.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. van der Veer en in het openbaar uitgesproken op 9 september 2015.