Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[eiser] ,
[eiseres] ,
1.Het procesverloop
- de dagvaarding van [eiser] c.s. van 23 juli 2014,
- de conclusie van antwoord van de bewindvoerder van 1 oktober 2014,
- de conclusie van repliek van [eiser] c.s. van 26 november 2014,
- de conclusie van dupliek van de bewindvoerder van 28 januari 2015,
- de akte met aanvullende producties van [eiser] c.s. ten behoeve van het pleidooi van
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
[eiser] c.s. bij conclusie van repliek is bevestigd, is de veroordeling van de bewindvoerder niet (tevens) in zijn hoedanigheid van bewindvoerder (qualitate qua) gevraagd. Bij de gevraagde verklaring voor recht legt [eiser] c.s. echter de maatstaf aan voor de aansprakelijkheid in hoedanigheid van bewindvoerder. Er wordt immers gevraagd om een verklaring voor recht dat de bewindvoerder onrechtmatig heeft gehandeld.