ECLI:NL:RBOVE:2015:4279
Rechtbank Overijssel
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaard tegen afwijzing rechter-commissaris
In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, op 15 september 2015 een beschikking gegeven in het kader van een bezwaarschrift dat was ingediend door de raadsvrouw van de bezwaarde. De zittingsrechter had de zaak eerder op de voet van artikel 316 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) verwezen naar de rechter-commissaris, die op verzoek van de raadsvrouw onderzoekshandelingen heeft verricht. De rechter-commissaris heeft echter een deel van het verzoek afgewezen, waarop de raadsvrouw een bezwaarschrift heeft ingediend. De rechtbank moest nu beoordelen of dit bezwaarschrift ontvankelijk was.
De rechtbank heeft zich gebaseerd op het arrest van de Hoge Raad van 3 maart 2015 (ECLI:NL:HR:2015:505) en kwam tot de conclusie dat er geen rechtsmiddel openstond tegen de afwijzing van de rechter-commissaris. De rechtbank oordeelde dat, na verwijzing van de zaak naar de rechter-commissaris, er geen mogelijkheid was voor het indienen van een bezwaarschrift op grond van artikel 183, derde lid, Sv. Dit zou in strijd zijn met de sturende rol van de zittingsrechter en zou onnodige complicaties met zich meebrengen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaard, waarmee de beslissing van de rechter-commissaris in stand bleef. De beschikking werd gegeven door een meervoudige raadkamer, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters, en werd op 2 september 2015 uitgesproken. De voorzitter was niet in de gelegenheid om de beschikking te ondertekenen.