ECLI:NL:RBOVE:2015:3987

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
1 september 2015
Publicatiedatum
1 september 2015
Zaaknummer
07.400162-09
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege

Op 1 september 2015 heeft de Rechtbank Overijssel, afdeling Strafrecht te Zwolle, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling van een veroordeelde. De rechtbank heeft de vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren toegewezen. De veroordeelde, geboren in 1966 en thans verblijvende in FPC de Kijvelanden, was eerder ter beschikking gesteld door het Gerechtshof te Arnhem op 6 juni 2011, met een termijn die oorspronkelijk inging op 22 juli 2011. Deze termijn was eerder verlengd, maar zou eindigen op 22 juli 2015, tenzij er een nieuwe vordering tot verlenging zou worden ingediend. Het openbaar ministerie heeft op 12 juni 2015 een vordering ingediend, die tijdig was en vergezeld ging van de benodigde stukken.

Tijdens de zitting op 18 augustus 2015 werd de zaak behandeld. De kliniek had eerder advies uitgebracht over de verlenging, waarbij werd geadviseerd om de maatregel met twee jaren te verlengen. De rechtbank heeft het advies van de kliniek gevolgd, waarbij werd opgemerkt dat de veroordeelde aanzienlijke vooruitgang had geboekt in zijn behandeling en resocialisatie. De rechtbank heeft echter ook benadrukt dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen vereist dat de maatregel met twee jaren wordt verlengd, gezien de complexiteit van de problematiek van de veroordeelde en de noodzaak voor een zorgvuldige en geleidelijke resocialisatie.

De rechtbank heeft de vordering van de raadsvrouw van de veroordeelde om de verlenging te beperken tot één jaar afgewezen, omdat dit niet in het belang van de veiligheid zou zijn. De rechtbank heeft de beslissing genomen op basis van de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht en relevante artikelen van het Wetboek van Strafvordering. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren, en de griffier zorgde voor de verslaglegging van de zitting.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Afdeling Strafrecht te Zwolle
Parketnummer : 07.400162-09
Uitspraak : 1 september 2015
Beslissingop de vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de termijn, gedurende welke:

[veroordeelde] ,

geboren op [geboortedag] 1966 te [geboorteplaats],
thans verblijvende in FPC de Kijvelanden (De Blink) te Poortugaal,
hierna te noemen: betrokkene,
ter beschikking is gesteld teneinde van overheidswege te worden verpleegd.
Betrokkene is bij arrest van het Gerechtshof te Arnhem d.d. 6 juni 2011 ter beschikking
gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, van welke terbeschikkingstelling de
termijn is ingegaan op 22 juli 2011.
Deze terbeschikkingstelling is laatstelijk verlengd bij beschikking van deze rechtbank
d.d. 6 augustus 2013 en eindigt behoudens nadere voorziening op 22 juli 2015.
Het openbaar ministerie heeft op 12 juni 2015 een vordering ingediend tot verlenging van bovenvermelde termijn met twee jaren. Bij die vordering zijn de door de wet voorgeschreven stukken overgelegd.
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 18 augustus 2015.
Ter terechtzitting zijn in het openbaar gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. L.M.F. Aarts, advocaat te Utrecht,
  • de officier van justitie mr. C.Y. Huang,
  • drs. Y. Noorlander, hoofd behandeling, GZ-psycholoog, verbonden aan FPC de Kijvelanden, als deskundige.
Op 20 mei 2015 heeft de kliniek rapport en advies uitgebracht over de eventuele verlenging van de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege. Geadviseerd is om deze maatregel voor de duur van twee jaren te verlengen.
De officier van justitie heeft in raadkamer gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege voor de duur van twee jaren.
Betrokkene en zijn raadsvrouw hebben in raadkamer verklaard geen bezwaar te hebben tegen verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling, mits de verlengingstermijn wordt beperkt tot één jaar.

OVERWEGINGEN

De rechtbank dient op grond van het bepaalde in artikel 38d van het Wetboek
van Strafrecht te bepalen of de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling moet worden verlengd.
De maatregel van terbeschikkingstelling is toegepast na bewezenverklaring van (onder meer) de
volgende misdrijven:
- ( twee maal) bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en
- diefstal, gevolgd van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om,
bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van
het gestolene te verzekeren.
De vordering is op 12 juni 2015 en dus tijdig ingediend.
De rechtbank sluit zich aan bij het advies van FPC de Kijvelanden. Dit advies is - kort
en zakelijk weergegeven - gebaseerd op het volgende:
Betrokkene wordt in diagnostische zin omschreven als een gemiddeld intelligente man met een lang bestaande ernstige verslavingsproblematiek en een persoonlijkheidsstoomis NAO met antisociale, narcistische en borderline kenmerken.
De afgelopen twee jaar heeft betrokkene hard gewerkt aan zijn behandeling. Na de begeleide verloffase is hij overgegaan op onbegeleid verlof en sinds januari 2015 woont betrokkene op het resocialisatiecentrum de Blink waar zijn behandeling wordt voortgezet. Transmuraal verlof is aangevraagd met als doel dat betrokkene volledig op de Blink kan verblijven en hij niet meer wekelijks in de kliniek hoeft te overnachten. Hoewel de aandachtspunten in de behandeling van betrokkene - neiging tot functioneel contact, zelfoverschatting, wantrouwen en neiging eigen gedrag te vergoeilijken - aanwezig zijn, heeft de overgang niet tot disbalans in zijn functioneren geleid.
Het resocialisatietraject van betrokkene is gericht op (begeleid) zelfstandig wonen. Gezien de problematiek van betrokkene is een langdurige en stapsgewijze resocialisatie aangewezen. Door middel van belangrijke tussenstappen - verdere uitbreiding van verlofmogelijkheden, verblijf in een meer zelfstandige woonvorm binnen de Blink, overgang naar een trainingswoning van de Blink en proefverlof met forensisch psychiatrisch toezicht - zal de mate van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid worden uitgebreid. Binnen deze verschillende stappen zal getoetst worden in hoeverre betrokkene zelf een rol kan spelen in zijn risicomanagement en in hoeverre hij hier ook op de lange termijn externe ondersteuning en toezicht bij nodig heeft.
Bij goed verloop acht de kliniek voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging een reële mogelijkheid. De kliniek zal er in dat geval op toezien dat er voor de verlengingszitting in 2017 een maatregelrapport van de Reclassering beschikbaar is. De deskundige adviseert de maatregel met twee jaren te verlengen.
Betrokkene heeft ter terechtzitting verklaard dat het erg goed met hem gaat. Hij probeert aan zijn aandachtspunten te werken en heeft betaald werk. Betrokkene heeft verklaard geen middelen meer te gebruiken en dat er mooie dingen voor hem staan te gebeuren. Hij wordt bij de polikliniek het Dok tweewekelijks behandeld door een schematherapeut. Hij volgt daar relatienetwerkgesprekken. Betrokkene vindt het jammer dat de officier van justitie een verlenging voor de duur van twee jaren heeft gevorderd. Betrokkene is van mening dat risico’s nooit zijn uit te sluiten en dat een periode van één jaar lang genoeg moet zijn om te bekijken hoe de situatie dan is.
De deskundige heeft ter terechtzitting een toelichting gegeven op het voornoemde verlengingsadvies. Het transmuraal verlof is inmiddels verleend. Betrokkene verblijft nu volledig op de Blink. De deskundige handhaaft het advies tot verlenging voor de duur van twee jaren. De deskundige heeft daartoe aangevoerd dat de stappen die betrokkene nog dient te nemen ongeveer twee jaren in beslag nemen. Er is tijd nodig om in te bedden. Ook moet er voldoende tijd zijn om betrokkene te laten oefenen met de aangeleerde vaardigheden en te zien hoe hij omgaat met tegenslagen. Een versnelling in het voorgestelde traject zou tevens de risico’s verhogen.
De raadsvrouw van betrokkene heeft ter terechtzitting aangevoerd dat de afgelopen twee jaren verschillende fasen van verlof en vrijheden naadloos in elkaar zijn overgelopen. Betrokkene heeft flinke vooruitgang gemaakt. Het stappenplan is erg voorzichtig opgesteld. Volgens de raadsvrouw kan er ook een toetsing plaatsvinden bij een verlenging van de maatregel voor de duur van één jaar. De raadsvrouw verzoek de rechtbank daarom de maatregel te verlengen voor de duur van één jaar met opdracht aan de Reclassering een maatregelrapport op te stellen.
Gelet op het vorenstaande en op de ter terechtzitting door de deskundige Noorlander
gegeven toelichting is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen en de
algemene veiligheid van personen onverkort eist dat de maatregel van terbeschikkingstelling
met bevel tot verpleging van overheidswege met twee jaren wordt verlengd.
De rechtbank ziet onvoldoende grond voor een verlengingstermijn van één jaar, zoals door
de raadsvrouw van betrokkene is bepleit. Het uitgangspunt van de rechtbank is dat, wanneer
aannemelijk is geworden dat de resocialisatie meer tijd in beslag zal nemen dan één jaar, de
terbeschikkingstelling in principe verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren.
De rechtbank constateert dat betrokkene in de afgelopen periode een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt. In dat licht bezien is de wens van betrokkene om de verlenging te beperken tot één jaar begrijpelijk. De rechtbank overweegt dat een versnelde uitvoering van het stappenplan (uiteindelijk) niet per definitie in het voordeel van betrokkene is. Betrokkene verblijft pas sinds januari 2015 op het resocialisatiecentrum de Blink. De rechtbank geeft daarom – gelet ook op de persoon van betrokkene - de voorkeur aan de geleidelijkheid van het resocialisatietraject dat de kliniek voor hem heeft uitgezet. Dit resocialisatietraject met het behorende tijdsplan is naar het oordeel van de rechtbank door de kliniek goed onderbouwd.
Daarnaast zou een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar bij betrokkene in dit geval ten onrechte de verwachting kunnen wekken dat er mogelijk binnen het jaar wel gronden aanwezig zouden zijn die een beëindiging van de terbeschikkingstelling mogelijk zouden kunnen maken.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht, alsmede de artikelen 509o, 509p en 509s van het Wetboek van Strafvordering.

BESLISSING

De rechtbank verlengt de termijn gedurende welke
[veroordeelde]voornoemd ter beschikking is
gesteld, met bevel dat hij van overheidswege zal worden verpleegd,
met twee jaren.
Aldus gegeven door mr. F. van der Maden, voorzitter, mrs. JH.W.R. Orriëns-Schipper en
M. van Bruggen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.A. van den Hoek als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 september 2015.