In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 22 mei 2015 een beschikking gegeven over de vaststelling van kinderalimentatie in een samengesteld gezin. De man, verzoeker, heeft verzocht om wijziging van de eerder vastgestelde alimentatie voor zijn twee minderjarige kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2], geboren in respectievelijk 1999 en 2002. De man woont samen met zijn nieuwe partner [X] en heeft ook een kind, [Y], uit deze relatie. De vrouw, verweerder, heeft verweer gevoerd tegen de verzoeken van de man, waarbij zij stelde dat de man voldoende draagkracht heeft om bij te dragen aan de kosten van de kinderen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de man en de vrouw beiden onderhoudsplichtig zijn voor hun kinderen en dat de draagkracht van de man, rekening houdend met zijn nieuwe gezinssituatie, moet worden herberekend. De rechtbank heeft de behoefte van de kinderen vastgesteld op € 541,- per kind per maand. De rechtbank heeft de draagkracht van de man en zijn nieuwe partner [X] berekend en geconcludeerd dat de man in staat is om bij te dragen aan de kosten van zijn kinderen, maar dat zijn draagkracht niet voldoende is om volledig in de kosten van alle kinderen te voorzien.
De rechtbank heeft de alimentatie voor [minderjarige 1] per 1 april 2014 op nihil gesteld, omdat deze bij de man woont, en de bijdrage voor [minderjarige 2] vastgesteld op € 96,- per maand voor 2014 en € 91,- per maand voor 2015. De ingangsdatum van de alimentatieverplichting is vastgesteld op 27 november 2014, de datum waarop de man het verzoekschrift heeft ingediend. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.