In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 7 januari 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Turkse vennootschap Eceteks en de Nederlandse vennootschap Simcon. De zaak betreft een vordering van Eceteks, die stelt dat zij broeken aan Simcon heeft geleverd en dat Simcon verplicht is tot betaling van de facturen. Simcon betwist echter dat er een overeenkomst met Eceteks is gesloten en stelt dat zij de broeken heeft besteld bij Dimiteks, een andere leverancier. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen aanbod en aanvaarding tussen Eceteks en Simcon heeft plaatsgevonden, en dat de overeenkomst tot stand is gekomen tussen Simcon en Dimiteks. Hierdoor is Eceteks geen partij bij de overeenkomst en kan zij geen nakoming vorderen van Simcon. De rechtbank heeft de vorderingen van Eceteks afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten.
In reconventie heeft Simcon een schadevergoeding gevorderd van Eceteks wegens een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de door Eceteks gestelde overeenkomst. De rechtbank heeft ook deze vordering afgewezen, omdat er geen overeenkomst tussen Simcon en Eceteks bestaat. Simcon is als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de procedure in reconventie, maar deze zijn begroot op nihil vanwege de samenhang met de vordering in conventie. De rechtbank heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.