Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[eiser] te Zwolle, eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart zich onbevoegd om van het beroep kennis te nemen;
- verklaart zich onbevoegd om van het verzoek om voorlopige voorziening kennis te nemen.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 14 augustus 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een autorijschoolhouder uit Zwolle en de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). De zaak betreft een verzoek om voorlopige voorziening en een beroep tegen de opzegging van een inschrijvingsovereenkomst door het CBR. De autorijschoolhouder had in februari 2015 een nieuwe inschrijvingsovereenkomst ontvangen van het CBR, waarbij de bestaande overeenkomst van 19 september 2009 per 1 augustus 2015 werd opgezegd. De eiser was het niet eens met de inhoud van de nieuwe overeenkomst en heeft hiertegen bezwaar gemaakt. De voorzieningenrechter heeft op 31 juli 2015 de zitting gehouden, waarbij de eiser in persoon aanwezig was en de verweerder vertegenwoordigd werd door zijn advocaat en een medewerker van het CBR.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de opzegging van de inschrijvingsovereenkomst geen publiekrechtelijke rechtshandeling is, omdat het CBR deze bevoegdheid niet ontleent aan een wettelijke grondslag. De rechter concludeert dat de opzegging van de overeenkomst een privaatrechtelijke handeling betreft, waardoor de rechtbank zich onbevoegd verklaart om van het beroep en het verzoek om voorlopige voorziening kennis te nemen. De eiser kan zijn vordering voorleggen aan de burgerlijke rechter. De uitspraak is openbaar gedaan en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.