De man verzoekt de rechtbank bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1) tussen partijen de echtscheiding uit te spreken;
2) het verzoek van de vrouw om het bij het verzoekschrift gevoegde concept- ouderschapsplan niet integraal in de te geven beschikking op te nemen, voor zover daarin zijn opgenomen de door de vrouw geformuleerde verdeling van de zorg- en opvoedingstaken, het daarmee samenhangende vervoer en de kinderalimentatie;
3) het verzoek van de vrouw om haar vervangende toestemming te verlenen om tezamen met [J] te verhuizen naar [X] af te wijzen;
4) te bepalen dat [J] na de echtscheiding zijn huidige vaste verblijfplaats bij de vrouw zal hebben, en waarbij wordt vastgelegd dat het gezamenlijk ouderlijk gezag onverminderd in stand blijft;
5) te bepalen dat de man [J] iedere maandag tot en met woensdag 12.00 uur en om het weekend (vrijdag 17.00 uur tot en met zondag 17.00 uur) bij zich heeft, en de vrouw [J] iedere woensdag vanaf 12.00 uur tot en met vrijdag 17.00 uur alsmede het andere weekend bij zich heeft, een en ander op basis van de omgangsregeling zoals die thans ook plaatsvindt. De vakanties en de feestdagen zullen door partijen zo goed mogelijk in onderling overleg worden vastgesteld.
6) te bepalen dat partijen worden veroordeeld om met elkaar over te gaan tot verdeling van al hetgeen partijen in gezamenlijk eigendom toebehoort, met benoeming van een notaris en een onzijdig persoon;
7) de vrouw in haar verzoeken, voor zover daarom niet uitdrukkelijk is verzocht, niet-ontvankelijk te verklaren en althans deze verzoeken af te wijzen.