ECLI:NL:RBOVE:2015:3690

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
24 juni 2015
Publicatiedatum
6 augustus 2015
Zaaknummer
C/08/169567 / FA RK 15-671
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot nietigverklaring huwelijk en toewijzing echtscheiding

In deze beschikking van de Rechtbank Overijssel, uitgesproken op 24 juni 2015, is het verzoek van de vrouw tot nietigverklaring van haar huwelijk afgewezen. De vrouw stelde dat zij ten tijde van het huwelijk, dat op 2 februari 2015 te Hof van Twente was gesloten, onder invloed van medicijnen verkeerde, waardoor zij niet in staat was de betekenis van haar verklaring te overzien. De rechtbank oordeelde dat de vrouw onvoldoende bewijs had geleverd voor haar stelling dat zij gedwaald had over de betekenis van de huwelijksverklaring. De rechtbank concludeerde dat de blote stelling van middelenafhankelijkheid niet voldoende was om het verzoek tot nietigverklaring te onderbouwen.

Daarnaast werd het verzoek tot echtscheiding toegewezen, aangezien de duurzame ontwrichting van het huwelijk niet was betwist. De rechtbank stelde vast dat partijen in onderling overleg de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap hadden geregeld, waardoor de rechtbank niet bevoegd was om deze verdeling vast te stellen. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij elke partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking werd openbaar uitgesproken door de rechters in Almelo, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team familierecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer: C/08/169567 / FA RK 15-671 (HA)
Beschikking van de meervoudige kamer voor familie- en jeugdzaken in de rechtbank Overijssel d.d. 24 juni 2015
inzake
[verzoekster] ,
verder ook de vrouw te noemen,
wonende te [woonplaats 1] , [adres 1] ,
advocaat: mr. T.A.M. Drubbel,
en
[belanghebbende],
verder ook de man te noemen,
wonende te [woonplaats 2] , [adres 2] ,
belanghebbende,
niet verschenen.

1.Het procesverloop

1.1.
De rechtbank heeft kennis genomen van de inhoud van de navolgende stukken:
 een op 23 maart 2015 ter griffie ontvangen verzoekschrift met bijlagen van de vrouw;
 een op 26 maart 2015 ter griffie ontvangen referteverklaring van de man, voorzien van een handtekening van mr. S. Mangal.
1.2.
Op 22 mei 2015 heeft een mondelinge behandeling ter zitting plaatsgehad. Hierbij is verschenen de advocaat van de vrouw. Van de behandeling heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
1.3.
De beschikking is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn op 2 februari 2015 te Hof van Twente in algehele gemeenschap van goederen gehuwd.
2.2.
De in artikel 815 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) gemelde bescheiden zijn als bijlagen bij het verzoekschrift gevoegd.

3.Het verzoek

3.1.
Het verzoekschrift strekt ertoe dat:
primair: het huwelijk tussen partijen nietig wordt verklaard,
subsidiair: de echtscheiding tussen partijen wordt uitgesproken,
en de tussen partijen bestaande gemeenschap van goederen wordt verdeeld zoals door de vrouw wordt verzocht, kosten rechtens.

4.De beoordeling

Nietigverklaring huwelijk
4.1.
De vrouw stelt dat zij ten tijde van het sluiten van het huwelijk onder invloed van medicijnen verkeerde ten gevolge waarvan zij niet in staat was haar wil juist te uiten, zodat zij heeft gedwaald omtrent de betekenis van de door haar ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand afgelegde verklaring
4.2.
Ter zitting is namens de vrouw toegelicht dat partijen middelenafhankelijk zijn. Ter onderbouwing van het beroep op dwaling stelt de vrouw dat partijen door hun middelenafhankelijkheid geen zicht hadden op de verplichtingen die gepaard gaan met het huwelijk.
4.3.
De rechtbank overweegt het volgende. Ingevolge artikel 1:71 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan een echtgenoot in twee gevallen de nietigverklaring van zijn huwelijk wegens dwaling verzoeken .Namelijk 1) indien een echtgenoot gedwaald heeft in de persoon van de andere echtgenoot, waarmee wordt bedoeld de identiteit van de ander en 2) wanneer wordt gedwaald over de betekenis van de door hem afgelegde verklaring.
4.4.
De rechtbank verstaat de stelling van de vrouw dat zij geen zicht had op de verplichtingen die gepaard gaan met het huwelijk, aldus dat zij daarmee bedoelt aan te geven dat zij heeft gedwaald over de betekenis van de door haar afgelegde verklaring. Dwaling over de identiteit van de ander (situatie 1) is niet aan de orde. Uit de parlementaire geschiedenis van artikel 1:71, tweede lid, BW blijkt dat dwaling omtrent de betekenis van de verklaring die bij de huwelijksvoltrekking aan de orde is, dan aanwezig is wanneer een echtgenoot niet wist dat door zijn verklaring een huwelijk met de andere echtgenoot tot stand werd gebracht. Als voorbeeld wordt genoemd het geval dat iemand die de Nederlandse taal niet machtig is, bedrieglijk tot een huwelijksvoltrekking wordt gebracht. De vrouw heeft niet onderbouwd dat een geval als hiervoor beschreven aan de orde was. De blote stelling dat sprake was van (fors) middelengebruik is daartoe volstrekt onvoldoende. De rechtbank zal het primaire verzoek van de vrouw dan ook afwijzen.
Echtscheiding
4.5.
De door de vrouw gestelde duurzame ontwrichting van het huwelijk is niet betwist en staat dus in rechte vast. Het verzoek tot echtscheiding zal daarom worden toegewezen.
Verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap
4.6.
De vrouw verzoekt de rechtbank -zo leest de rechtbank- de verdeling vast te stellen.
Uit het lichaam van het verzoekschrift en uit de referteverklaring begrijpt de rechtbank echter dat de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap in onderling overleg tussen partijen heeft plaatsgevonden en dat zij over en weer niets meer van elkaar te vorderen hebben.
De rechtbank is gelet op deze overeenstemming -mede gelet op het bepaalde in artikel
3:185 BW- niet meer bevoegd de verdeling vast te stellen. Dit verzoek zal dan ook worden afgewezen.
Proceskosten
4.7.
Omdat partijen echtelieden zijn zal de rechtbank bepalen dat elk van de partijen de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
wijst het verzoek tot nietigverklaring van het huwelijk af;
5.2.
spreekt uit de echtscheiding tussen partijen, op 2 februari 2015 te Hof van Twente gehuwd;
5.3.
compenseert de kosten van deze procedure in die zin dat elk van partijen de eigen kosten draagt;
5.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven te Almelo door mr. M.A.H. Heijink, voorzitter, mr. J.H. Olthof, en mr. U. van Houten, allen rechter, in tegenwoordigheid van H.E. Abbink als griffier en in het openbaar uitgesproken op 24 juni 2015.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden:
door de verzoekers gezamenlijk: binnen drie maanden, te rekenen van de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.