Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheidEQUINIX NETHERLANDS B.V.,
verder te noemen Equinix,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheidSLASHME B.V.,gevestigd te Schalkhaar,
3. [gedaagde 3],
4. [gedaagde 4],wonende te [woonplaats 2],
gedaagden in conventie, eisers in reconventie,
verder te noemen Verkopers,
Procesverloop
Vervolgens heeft Equinix een conclusie van dupliek in reconventie tevens houdende akte uitlaten producties en hebben Verkopers nog een akte uitlating producties genomen.
Nadien heeft Equinix tevens een incidentele vordering ex artikel 843a en 22 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering ingesteld, waarop Verkopers bij conclusie van antwoord in het 843a-incident hebben geantwoord.
Vervolgens heeft Equinix een akte houdende overlegging producties tevens houdende verzoek tot nadere datumbepaling voor eisvermindering zomede een akte houdende uitlaten producties tevens akte vermindering van eis in het incident genomen, waarop Verkopers weer middels een antwoordakte vermindering van eis in het 843a-incident hebben gereageerd.
Vervolgens heeft de rechtbank in de hoofdzaak tegelijk met het incident pleidooi bepaald.
Voorafgaand daaraan heeft Equinix nog een akte houdende overlegging producties ingezonden en Verkopers op hun beurt een aantal producties.
Tijdens het pleidooi hebben Equinix en Verkopers zich van pleitnotities bediend, die zich bij de stukken bevinden.
Na afloop van de pleidooien is door partijen vonnis gevraagd.
De verdere beoordeling van het geschil en de gronden van de beslissingIn conventie en reconventie
Het betrof de verkoop en levering op die datum van de aandelen in Virtu Secure Webservices B.V. (“Virtu”) , waarvan [gedaagde 3] en [gedaagde 4] (enig) statutair bestuurders waren.
Dit zijn grote hallen waarin computer- en telecommunicatie apparatuur (waaronder “dataservers”) staat en waarin bedrijven ruimte kunnen huren om hun eigen dataservers te plaatsen of ruimte kunnen huren op de zogenaamde “cabinet servers” (kasten met servers).
Dit doen bedrijven om voor langere termijn betrouwbaar extern digitale gegevens op te slaan, te verwerken en/of te gebruiken.
Vanwege de hoge eisen aan beveiliging, brandveiligheid, stroomvoorziening, capaciteit van de apparatuur en koeling van de installaties, is een datacenter hoog-technologisch van aard en opzet en vergt het een grote investering van kapitaal.
IXEurope zou later, in de loop van 2007, worden overgenomen door Equinix.
Virtu beschikte op dat moment over een datacenter in Enschede en een tweede te Zwolle bevond zich in de “opstartfase”.
Zowel IXEurope als Virtu zagen op dat moment ook een groot groeipotentieel voor de datacenterdienstenmarkt in Amsterdam en waren onafhankelijk van elkaar reeds bezig met het maken van plannen voor het betreden van die markt.
Besloten werd gezamenlijk de mogelijkheden te onderzoeken en op 15 februari 2007 werd daartoe tussen hen -onder meer- een geheimhoudingsovereenkomst [1] gesloten, werden elkaars plannen uitgewisseld en nadien gekozen het bouwplan van Virtu verder te ontwikkelen zulks mede aan de hand van een op te stellen business plan, dat uitging van de verwachte toekomstige resultaten van het datacenter te Amsterdam als optelsom van de business die Virtu en IXEurope (en Equinix als latere koper van IXEurope) samen redelijkerwijs dachten te kunnen gaan genereren.
Vervolgens bleek Equinix ook vaste voet op de Nederlandse markt en wel aan Amsterdamse grond te willen krijgen en daartoe (ook) Virtu te willen overnemen.
Dit heeft ertoe geleid dat Equinix op 1 oktober 2007 daartoe een formeel voorwaardelijk bod heeft uitgebracht op alle aandelen in Virtu voor een bedrag van € 18 miljoen [2] .
Uit de
offer letteris op te maken, dat deze koopprijs uitsluitend was gebaseerd op de alstoen verwachte toekomstige resultaten van de datacenters te Enschede en Zwolle (en dus niet van het gezamenlijk te ontwikkelen datacenter te Amsterdam).
Dit boekenonderzoek kwam half november 2007 op gang en heeft geresulteerd in een rapport van PwC van 20 december 2007 (productie 38).
Gaande dit onderzoek bleek voor Virtu een tegenvaller: in december 2007 verloor het datacenter in Enschede een belangrijke klant: de belastingdienst/DigiD. Dit sloeg een gat in de
recurring omzetvan Enschede van € 1,2 miljoen. Verkopers hebben PwC en Verkopers daaromtrent geïnformeerd.
“unlikely and unrealistic” was geworden, echter niet dat het plan als zodanig onrealistisch was geweest.
letter of intentvan 5 december 2007 tot
€ 20 miljoen verhoogde bod te verlagen naar € 17,5 miljoen, waarvan € 3,5 miljoen zou worden uitbetaald op basis van een resultaatsafhankelijke
earn out-regeling [3] .
Na een aanvankelijke stilstand in de onderhandelingen zijn deze in de loop van januari 2008 weer opgevat en is mede op basis van een medio januari 2008 door Verkopers nader (neerwaarts) opgesteld Business Plan tot een eindresultaat gekomen: een verkoopprijs van
€ 15 miljoen met een earn out regeling bestaande uit maximaal 20.000 Equinix aandelen (i.e. USD 2 miljoen) en € 1,5 miljoen in contanten.
Gegarandeerd Business Plan.
In de artikelen 9.9-9.11 van de garanties bij de Koopovereenkomst (productie 2) is bepaald:
a. Verkopers hebben het Business Plan opgesteld zonder “noodzakelijke toetsing bij de
commerciële managers van Virtu of de aannames en voorspellingen realistisch waren”.
b. Het zou al voor de effectuering van de overname op 5 februari 2008 duidelijk zijn
geweest dat de omzet en de winst in de maand januari 2008 onder en de kosten boven het
niveau van het Business Plan lagen.
c. Verkopers hebben op 10 april 2008 een neerwaarts bijgesteld Business Plan
gepresenteerd.
d. De omzet en resultaten over 2008 en latere jaren waren slechter dan in het Business Plan
was voorzien.
II. De schuldpositie van Virtu was veel slechter dan verwacht mocht worden.
contract met IBM gesloten.
“... proprietary information with respect to any aspect of the business of the Company orwithrespect
to customers ....”op overtreding waarvan stond een direct opeisbare boete van € 250.000,- en het verlies van de rechten onder de Earn Out.
Daarbij liet hij zich volgens Equinix defamerend uit over Equinix en liet hij zich in strijd met artikel 10 van de Koopovereenkomst ook uit over de koopprijs zomede over de omstandigheid dat Virtu in het voormalige depot van de Nederlandsche Bank was gevestigd.
Het artikel in Tubantia:
“Die huur van het voormalige depot van De Nederlandse Bank was vooral een marketingverhaal, kijkt [gedaagde 3] terug.”“Begin 2008 koopt Equinix ook Virtu voor ruim twintig miljoen dollar. [gedaagde 3] kan aanblijven als eerste man voor de Nederlandse operatie, maar al snel loopt de samenwerking spaak. “Ze kwamen met beschuldigingen over bij Virtu in de kast aangetroffen lijken, zonder dat te funderen. In feite beweerden ze, dat ik de zaak belazerd zou hebben. Op zo’n moment kun je niet aanblijven en daarom ben ik ook weggegaan.”Rooq/[gedaagde 3] zijn door Equinix bij brief van 8 juli 2010 aansprakelijk gesteld.
D. Gedaagden primair hoofdelijk, subsidiair niet hoofdelijk, te veroordelen tot binnen 5 werkdagen na betekening van het in deze te wijzen (tussen)vonnis
(1) primair Equinix afschriften van de bescheiden genoemd onder par. 3.22 van de akte van 6 augustus 2014 te doen toekomen;
(2) subsidiair inzage aan Equinix te verschaffen in de bescheiden voornoemd;
(3) meer subsidiair te voldoen aan een andere door de rechtbank in goede justitie te bepalen wijze waarop Equinix afschrift van en/of inzage verkrijgt in voornoemde bescheiden;
Daarenboven is dat Plan tot tweemaal toe (laatstelijk 15 januari 2008 – dus direct voor de overname) op grond van bevindingen uit de Due Diligence c.q. ontwikkelingen in de markt in overleg met Equinix naar beneden toe bijgesteld.
Voor zover die verwachtingen niet zijn uitgekomen, is dat derhalve niet te wijten geweest aan (eventuele) onjuistheid van de in het Gegarandeerde Business Plan geformuleerde uitgangspunten, maar aan ontwikkelingen c.q. door Equinix in de bedrijfsvoering aangebrachte veranderingen na de overname, die verder niet voor rekening van Verkopers zijn te brengen.
Daarenboven behelst dat contract, dat belangrijk was voor de start van de vestiging te Zwolle, geenszins de negatieve aspecten, die Equinix daaraan thans in deze procedure wil toekennen.
Dit artikel kan volgens Verkopers niet contractueel worden uitgesloten, omdat van (deze) verjaring geen afstand kan worden gedaan voordat de verjaring is voltooid (ingevolge het bepaalde in artikel 3:322 lid 3 BW).
De brief van Equinix waarbij die non-conformiteit wordt gesteld, dateert van 3 april 2008 en binnen twee jaar nadien is door Equinix geen rechtsvordering ingesteld of die verjaring op relevante wijze gestuit.
“intellectual property rights and know-how”respectievelijk informatie
“with respect to any aspect of the business of the company or with respect to customers, suppliers, or persons or institutions which do business with the company”.Hieronder vallen de gewraakte mededelingen niet.
21. Blijkens de koopovereenkomst van 5 februari 2008 is een gedeelte van de koopprijs (boven de € 15 miljoen) niet direct betaald, maar gekoppeld aan een
Earn Out-regeling [6] .
Die Earn Out-regeling was afhankelijk van de resultaten, die door Virtu geboekt zouden worden in de jaren 2008 t/m 2011 en bestond uit maximaal € 1,5 miljoen in contanten en 20.000 aandelen in Equinix Inc., de beursgenoteerde moedervennootschap van Equinix (waarde € 2 miljoen).
Een klein deel van de Earn Out-regeling van € 150.000,- zou worden betaald op 1 mei 2008 als (i) voor 15 februari 2008 de overeenkomst met IBM (voor Zwolle) zou zijn gesloten, (ii) voor 1 mei 2008 een overeenkomst met het Medisch Centrum Twente zou zijn gesloten en (iii) voor 1 april 2008 het datacenter in Amsterdam operationeel zou zijn.
In het bijzonder in de paragrafen 3.3 en 3.4 jo 8 van de conclusie van dupliek geven Verkopers aan dat Equinix na de overname zowel de expliciete afspraken met Verkopers heeft geschonden als het door haar opgewekte vertrouwen heeft beschaamd en dat daarmede het fundament onder de Earn Out-regeling heeft weggeslagen.
24. In de Koopovereenkomst is tevens afgesproken dat een gedeelte van de koopprijs ad € 1 miljoen door Equinix op een z.g. Escrow Account gestort zou worden om als zekerheid te dienen voor de nakoming van de verplichtingen van Verkopers onder de garanties die opgenomen zijn in artikel 9 van de Koopovereenkomst.
Omtrent de vrijval van dit bedrag is bepaald in der artikelen 4 en 5 van de aan de Koopovereenkomst gehechte Escrow Agreement, dat indien geen (i) Claims of (ii) Claim Certificates uit zouden staan op respectievelijk 1 april 2009 en 3 januari 2011 steeds een bedrag van € 500.000 uitgekeerd zou worden aan Rooq B.V., Slashme B.V., Peetinvest B.V. en Brouwer Beheer B.V. tezamen.
entire agreement clausekent en die aannames niet of niet op die wijze in de Koopovereenkomst zijn opgenomen.
Voor zover één of meer van die aannames desondanks toch relevant moeten worden geacht, heeft Equinix daarop een andere visie (paragraaf 3.1 t/m 3.73 conclusie van dupliek in reconventie) en is volgens haar betaling onder de Earn Out-regeling niet aan de orde.
De beoordeling
In conventie:
op 5 februari 2008 aan Equinix bekend was/moest zijn omtrent (de onderneming van) Virtu, gaat de rechtbank uit van het volgende.
Gedurende dit traject heeft al uitvoerige informatie-uitwisseling plaatsgevonden, zodanig dat Equinix in het najaar op 1 oktober 2007 een bieding op Virtu -zij het voorwaardelijk- heeft uitgebracht van € 18 miljoen.
Naar het oordeel van de rechtbank is het Business Model van datacenters in principe betrekkelijk simpel en overzichtelijk van aard: een belangrijk deel vormt de
recurringomzet, zijnde (lange termijn) verhuurcontracten van ruimte in die datacenters dan wel ruimte op servers, die in die ruimtes staan opgesteld.
Met één operationele vestiging van Virtu in Enschede, een tweede –ultimo 2007- op het punt van open gaan te Zwolle en een derde tijdens het overname-proces te realiseren datacenter te Amsterdam, dat op 1 april 2008 operationeel zou moeten zijn, moet een financiële Due Diligence door PwC van drie weken lang in de maand december 2007, gevolgd door een juridische Due Diligence meer dan voldoende zijn geweest om op 5 februari 2008 alle
ins and outsvan Virtu aan Equinix bekend te laten zijn.
Het voorgaande betekent ook dat de garanties vervat in de artikelen 9.9 t/m 9.11 van de Koopovereenkomst in feite beperkt van aard waren, omdat die met name zagen op de feitelijke uitgangspunten van het (laatste) Business Plan, omdat die uitgingen van actuele of historische gegevens, die immers in het voortraject aan Equinix bekend hadden kunnen worden.
Anders gezegd, zagen die garanties ten aanzien van die uitgangspunten met name op opzettelijk door Verkopers onjuist verstrekte of verzwegen gegevens.
Met hen is de rechtbank eens, dat hetgeen Equinix in die brief en later (tot in deze procedure) stelt, feiten betreft die de stelling rechtvaardigen dat het gekochte niet aan de koop-overeenkomst beantwoordt.
Weliswaar betreft de koop in strikte zin die van het aandelenpakket Virtu, maar omdat hier sprake is van een 100% aandelenpakket in Virtu, is hier de facto sprake van verkoop van de gehele onderneming en zijn klachten van Equinix omtrent het niet uitkomen van verwachtingen uit het bij de Koopovereenkomst behorende Business Plan dan wel opzettelijk onjuist verstrekte of verzwegen uitgangspunten daarvan, als klachten omtrent non-conformiteit te kwalificeren.
De onderhavige procedure is ruim na 3 april 2010 ingesteld en door Equinix is naar aanleiding van dit door Verkopers gevoerde verjaringsverweer geen brief of ander geschrift geproduceerd waaruit de rechtbank niet alleen de tijdige, maar ook de vereiste ondubbelzinnige mededeling tot stuiting van die verjaring leest.
Dienvolgens behoeft de rechtbank niet te treden in beoordeling van de stelling van [gedaagde 3], dat hij geenszins actief deze “publiciteit” gezocht heeft en vanwege het besloten karakter van de betrokken setting van een werkgroep met uitsluitend studenten deze mededelingen zonder problemen kon en mocht doen.
38. Het voorgaande leidt ertoe dat de vorderingen van Equinix in conventie niet voor toewijzing in aanmerking zullen komen.
Dit geldt ook voor het door Equinix in het 843a Rv-incident gevorderde, nu bewijslevering door Equinix in conventie niet aan de orde zal komen.
Vanwege de samenhang met de reconventionele vorderingen ziet de rechtbank aanleiding de eindbeslissingen ter zake voormeld aan te houden tot de eindbeslissingen in reconventie.
39. Omtrent de inhoud van de Earn Out-regeling als zodanig bestaat tussen partijen geen geschil, wel of en in hoeverre Equinix na de overname van Virtu op 5 februari 2008 ten aanzien van de oorspronkelijk overeengekomen “meetpunten” van die regeling zodanige wijzigingen in de bedrijfsvoering van Virtu heeft aangebracht, dat -de facto- ten gevolge daarvan enige uitbetaling van dat laatste gedeelte van de koopprijs illusoir is geworden en Verkopers zich dat niet behoeven te laten welgevallen en mitsdien enige vorm van correctie is geboden.
Eerst daarna kan worden bezien in hoeverre nader onderzoek door een deskundige of anderszins noodzakelijk moet worden geacht.
(a) Equinix te veroordelen tot nakoming van artikel 2.6 van Schedule 11 bij de Koopovereenkomst door Verkopers afdoende en gesubstantieerd inzage te verschaffen in de gewijzigde CAPEX -met name, doch niet uitsluitend ter zake van de bouw van het datacenter in Amsterdam en de verbouwing van het datacenter in Zwolle- binnen 15 werkdagen na de betekening van het te dezen te wijzen (tussen)vonnis op straffe van een dwangsom van € 25.000,- per dag of dagdeel dat Equinix deze veroordeling niet nakomt, en
Nadien zal de rechtbank -tenzij uit de te nemen aktes een contra-indicatie blijkt- een comparitie van partijen gelasten, waartoe partijen te zijner tijd hun verhinderdata dienen aan te leveren.
De beslissing
I. Houdt elke beslissing aan.
II. Verwijst de zaak naar de rol van 18 februari 2015 voor het nemen van een akte aan de zijde van Equinix als hiervoor onder (41.) en (42.) overwogen.