Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.De feiten
'het beleggen in onroerende goederen, vorderingen, effecten en andere waarde-objecten'.
(aandeelhouder P.P.C.C. B.V., bestuurder Parlevliet en Van der Plas Beheer B.V.), Noord Zuid Beheer International B.V.
(aandeelhouder Heiploeg Holding International B.V., bestuurder Parlevliet en Van der Plas Beheer B.V.), Heiploeg International B.V.
(aandeelhouder Heiploeg Holding International B.V., bestuurder Parlevliet en Van der Plas Beheer B.V.),Goldfish International B.V.
(aandeelhouder Heiploeg Holding International B.V., bestuurder Parlevliet en Van der Plas Beheer B.V.), Heiploeg Seafood International B.V.
(aandeelhouder Heiploeg Holding International B.V., bestuurder Parlevliet en Van der Plas Beheer B.V.)en Heitrans International B.V.
(aandeelhouder Heiploeg Holding International B.V., bestuurder Parlevliet en Van der Plas Beheer B.V.).
3.Het geschil
.te verklaren voor recht:
. om alle werknemers die op 27 januari 2014 in dienst waren bij Heiploeg B.V., Heiploeg Seafood B.V. (de oud-werknemers van Heiploeg B.V. en Heiploeg Seafood B.V.), dan wel Heitrans International B.V., waarbij de werknemers die zijn ontslagen schriftelijk worden uitgenodigd om aan het begin van de eerstvolgende maand, dan wel vanaf het eerste moment waarop zij daartoe in de gelegenheid zijn, hun oude werkzaamheden te hervatten, dan wel, wanneer zij hun oude werkzaamheden niet wensen te hervatten, in overleg te treden over een beëindiging van hun arbeidsovereenkomst, dit binnen een maand na betekening van het in deze te wijzen vonnis, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag per werknemer, voor elke dag dat Heiploeg Seafood International B.V. en Heitrans International B.V. nalaten om ten aanzien van enige werknemer aan deze veroordeling te voldoen, waarbij het maximum van de te verbeuren dwangsom wordt gesteld op € 50.000,- per werknemer;
.om aan alle werknemers die vanuit Heiploeg B.V., Heiploeg Seafood B.V. en Heitrans B.V. vanaf de doorstart bij Heiploeg Seafood International B.V., dan wel Heitrans International B.V. in dienst zijn, dan wel sindsdien in dienst zijn geweest (dit is dus de groep werknemers die na het faillissement is overgenomen) een correcte en inzichtelijke berekening te verstrekken van het sedert 27 januari 2014, dan wel vanaf een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen datum, achterstallig loon en de achterstallige overige arbeidsvoorwaarden, dit binnen een maand na betekening van het in deze te wijzen vonnis, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag per werknemer, voor elke dag dat Heiploeg Seafood International B.V. en Heitrans International B.V. nalaten om ten aanzien van enige werknemer aan deze veroordeling te voldoen, waarbij het maximum van de te verbeuren dwangsom wordt gesteld op € 50.000,- per werknemer;
.om over te gaan tot betaling van het achterstallige loon en de overige achterstallige arbeidsvoorwaarden van alle werknemers die vanuit Heiploeg B.V., Heiploeg Seafood B.V. en Heitrans B.V. vanaf de doorstart bij Heiploeg Seafood International B.V., dan wel Heitrans International B.V. in dienst zijn, dan wel in dienst zijn geweest voor de periode dat ze dit zijn geweest, waarbij het loon dient te worden vermeerderd met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW, gesteld op 50% van het loon, en waarbij alle betalingen dienen te worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vervaldata tot aan de datum der voldoening, één en ander met gelijktijdige verstrekking van een bruto/netto specificatie, die binnen twee maanden na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag per werknemer, voor elke dag dat Heiploeg Seafood International B.V. en Heitrans International B.V. nalaten om ten aanzien van enige werknemer aan deze veroordeling te voldoen, waarbij het maximum van de te verbeuren dwangsom wordt gesteld op € 50.000,- per werknemer;
4.De beoordeling
'iedere natuurlijke of rechtspersoon die door een overgang in de zin van artikel 1, lid 1, de hoedanigheid van ondernemer ten aanzien van de onderneming, de vestiging of het onderdeel van de onderneming of vestiging verliest'en als verkrijger
'iedere natuurlijke of rechtspersoon die door een overgang in de zin van artikel 1, lid 1, de hoedanigheid van ondernemer ten aanzien van de onderneming, de vestiging of het onderdeel van de onderneming of vestiging verkrijgt'.
'de vervreemder verwikkeld is in een faillissementsprocedure of in een soortgelijke procedure met het oog op de liquidatie van het vermogen van de vervreemder onder toezicht van een bevoegde overheidsinstantie […]'
'die plaatsvindt in het kader van een faillissement, dat is gericht op een vereffening van het vermogen van de vervreemder onder toezicht van de bevoegde gerechtelijke instantie'. Reden was dat onverkorte toepassing van de Richtlijn een averechts effect zou (kunnen) hebben op de werkgelegenheid omdat dreiging van de toepasselijkheid van de Richtlijn ondernemingen minder aantrekkelijk maken voor overdracht.
in eenfaillissementsprocedureof ineen soortgelijke procedure met het oog op de liquidatie van het vermogen van de vervreemder onder toezicht van de bevoegde overheidsinstantie' (onderstrepingen kantonrechter). De andere eisen zien niet op de faillissementsprocedure maar op de 'soortgelijke procedure'.
- het ontbreken van een wettelijke regeling ter zake van de pre-pack,
- de bezwaren die kleven aan en
- de risico's op misbruik dan wel oneigenlijk gebruik van het faillissementsrecht bij een pre-pack,