Uitspraak
Rechtbank Overijssel
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
- Wat betreft het in de zaak met parketnummer 08/760117-14 onder 4 ten laste gelegde kan niet worden vastgesteld dat gemeen gevaar voor goederen te duchten is geweest en dat verdachte het vereiste opzet heeft gehad.
- Wat betreft het in de zaak met parketnummer 08/760117-14 onder 6, 7 en 8 ten laste gelegde moeten de door de aangever [slachtoffer 4], [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] overgelegde berichten en mails uitgesloten worden van het bewijs omdat deze door de politie niet via de formele weg zijn opgevraagd en verdachte de gestelde hoeveelheid aan contacten met aangevers heeft betwist. Daarnaast betreffen het Word-bestanden, die middels kopiëren en plakken zijn samengesteld. Aangezien er over de aard en de intensiteit van de gedragingen te weinig bewijs voorhanden is, kan niet worden vastgesteld dat er van belaging sprake is geweest. Daarnaast is verdachte door de aangevers nooit te kennen gegeven dat het contact ongewenst was. Ten aanzien van [slachtoffer 4] is de vernieling bij haar ouderlijke woning reeds onder feit 5 ten laste gelegd en kan die daarom niet bij feit 6 worden meegenomen.
- Wat betreft het in de zaak met parketnummer 08/165364-13 primair en subsidiair en het in de zaak met parketnummer 08/187378-13 ten laste gelegde, kan niet bewezen worden dat verdachte het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft gehad. Verdachte heeft deze goederen slechts weggenomen omdat zij aandacht wilde, niet omdat zij zich deze goederen wilde toe-eigenen.
- Wat betreft het in de zaak met parketnummer 08/196829-13 onder 2 kan op grond van de omstandigheden waaronder de bewoordingen zijn geuit bij de bedreigde niet de redelijke vrees zijn ontstaan dat hij het leven zou verliezen, dan wel zwaar mishandeld zou worden.
- Blijkens de beelden zoals opgenomen door de hiervoor bedoelde camera’s bij de [adres 7] en de [bedrijf 2], en het daarvan opgemaakt proces-verbaal van politie, is verdachte vanaf haar aankomst op de [adres 1] om 2.07 uur en haar vertrek om 3.09 uur meerdere malen van haar fiets gestapt en in de richting van de [adres 1] gelopen en vervolgens weer naar haar fiets terug gelopen. Het gedrag van verdachte zoals op deze beelden is te zien, komt overeen met de verklaring die verdachte hierover heeft afgelegd. Uit haar verklaring blijkt dat zij meerdere malen heeft gecheckt of er mensen in de buurt waren en dat zij twee of drie keer bij de woning aan de [adres 1] is teruggekomen.
- Bij het sporenonderzoek in de woning aan de [adres 1] is verbrand karton binnen, onder de brievenbus, op de vloer aangetroffen. Deze constatering komt overeen met de verklaring van verdachte dat zij meerdere malen heeft geprobeerd om via de brievenbus brandend karton naar binnen te gooien.
- Door de getuige [getuige] is omstreeks 3.10 uur, vlak voor de brandmelding, gezien dat de gordijnen voor de ramen van de woning aan de [adres 1] in de brand stonden. Deze verklaring komt overeen met de verklaring van verdachte dat zij de gordijnen, volgens haar via een openstaand raam, met een paarse aansteker heeft aangestoken. In de tas van verdachte is bij haar aanhouding een opgebrande lucifer en drie aanstekers, waaronder een paarse, aangetroffen.
- in de periode van 4 december 2012 tot en met 13 december 2013 te Zwolle [slachtoffer 4] (feit 6) en
- in de periode van 23 augustus 2012 tot en met 18 oktober 2013 te Zwolle [slachtoffer 5] (feit 7) en
- in de periode van 26 november 2012 tot en met 31 oktober 2013 te Zwolle [slachtoffer 6]
- op 26 juni 2013 heeft verdachte haar weer gebeld. Verdachte heeft haar over [slachtoffer 6] en [slachtoffer 5] vragen gesteld. Van haar moeder had ze gehoord dat verdachte haar in september ook al een aantal keren had gebeld en dat verdachte toen allemaal vragen over [slachtoffer 5], de vader van [slachtoffer 6] en over haar heeft gesteld;
- in de maanden juli, augustus en september 2013 is ze vaak door verdachte gebeld, maar ze heeft niet meer opgenomen omdat ze bang was voor verdachte;
- in september 2013 is ze er achter gekomen dat verdachte haar vanaf december 2012 privé-mailtjes via Facebook heeft gestuurd. De tekst in deze mailtjes zijn “raar”. Verdachte heeft het in die mailtjes over “kakkers” met wie ze onder meer haar, [slachtoffer 6] en [slachtoffer 5] bedoelt;
- nadat ze op 14 oktober 2013 weer door verdachte was gebeld en niet had opgenomen, heeft ze op 18 oktober 2013 het nummer van verdachte geblokkeerd;
- op zondag 8 december 2013 is verdachte bij het huis van haar ouders geweest. Verdachte heeft de tuinman gevraagd of haar ouders er waren. Verdachte heeft toen in de tuin een kerstdecoratie vernield;
- ze is bang dat verdachte haar of haar ouders iets aan gaat doen. Verdachte heeft in haar hoofd zitten dat zij “de kakkers” zijn die haar wat aangedaan hebben en dat ze nu wraak wil.
- hij heeft op 23 augustus 2012 een bericht via Facebook van verdachte ontvangen. Hij had nog nooit van haar gehoord. Het bericht luidde: ”Je hebt op het Deltion college gezeten? wat waren je intenties met een Aziatisch meisje?” Dit bericht heeft ze die week wel vier keer naar hem gestuurd;
- in de maanden november en december 2012 en januari 2013 tot en met maart 2013 heeft verdachte hem vele berichten gestuurd, waarvan de inhoud steeds erger werd. Het bericht op 5 maart 2013 luidde: “Vuile misbruiker, sluwe lafaard dat jij bent [slachtoffer 5], vuil kakkersjongetje”. De intentie van de berichten werden steeds heviger. Hij heeft niet meer op alle berichten gereageerd;
- één van de berichten waar hij angstig van werd luidde: “Ik zal je de waarheid zegen anders zal ik voor jou en je vrienden zelfmoord plegen. Ik hoop dat het jou zal bereiken of jij biedt excuses aan voor jezelf. Jij mag komen kijken, Jij moet zelfs….!”;
- in maart 2013 heeft hij op advies van de politie verdachtes telefoonnummer geblokkeerd;
- hij heeft in juni 2013 op Facebook gelezen dat verdachte berichten naar familie, vrienden en onbekenden over hem stuurde, met dezelfde inhoud als hiervoor genoemd;
- in de maand augustus 2013 is verdachte begonnen met zijn werkgever te mailen en te bellen. De eerste keer heeft verdachte eerst naar hem gebeld. Hij heeft toen tegen haar gezegd dat ze moest stoppen en dat hij haar niet kende. Verdachte heeft met grote regelmaat naar zijn werk gebeld. Ook collega’s hebben tegen haar gezegd dat ze moest stoppen;
- op 18 oktober 2013 is verdachte tijdens een inbraak in het kantoor van zijn werk aangehouden. Verdachte heeft vernielingen gepleegd en op de ramen heeft ze diverse teksten geschreven. Op een tafel in de kantine heeft verdachte haar naam en op een deur zijn initialen met haar eigen bloed geschreven. Op de voordeur in het pand heeft ze de volgende zinnen gekrast: “[slachtoffer 5] Leugenaar Misbruiker 2003/2004”;
- het beangstigt hem dat verdachte zo dichtbij komt en dat ze laat zien dat ze gevaarlijk en tot veel in staat is.
- ze kent verdachte uit de eerste en tweede klas van het Thomas á Kempis College. Ze is verdachte na de tweede klas uit het oog verloren;
- ze heeft op 22 april 2013 een berichtje van een oude klasgenoot gekregen die haar erop heeft geattendeerd dat er allerlei berichten over haar door verdachte op Facebook waren gezet. Ze heeft toen ontdekt dat ze sinds 26 november 2012 allerlei rare berichten van verdachte had ontvangen;
- ze heeft al vóór 22 april 2013 allerlei telefoontjes, smsjes, e-mails en brieven van verdachte gekregen. Daarbij zijn haar ouders door verdachte gebeld en heeft verdachte 4 à 5 keer volgeschreven brieven met allerlei onzin over haar bij haar ouders in de brievenbus gegooid;
- verdachte heeft ook vrienden en kennissen van haar met berichtjes over haar lastig gevallen;
- ze is op 7 juli 2013 met haar ouders bij de ouders van verdachte geweest om te vertellen wat verdachte allemaal had gedaan. Het is daarna twee dagen rustig geweest maar vanaf 9 juli 2013 is verdachte weer begonnen met haar allemaal berichtjes te sturen. De laatste contacten met verdachte zijn in oktober 2013 geweest;
- ze is door het gedrag van verdachte heel achterdochtig en panisch geworden en is altijd bang dat ze verdachte tegen zal komen. Ze gaat niet meer onbevangen over straat en voelt zich steeds onveiliger in haar eigen woning.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
- toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1], met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
- toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2], met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel,
- toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 6], met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
- toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [naam 4], met uitzondering van de gevorderde BTW en de schade aan de camera, en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
- toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [winkel], met uitzondering van de gevorderde BTW, en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
- de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1], dient te worden afgewezen omdat deze onvoldoende is onderbouwd en sprake is van “eigen schuld” zoals bedoeld in artikel 6:101 van het Burgerlijk Wetboek;
- de benadeelde partij [slachtoffer 2] dient primair, in het geval verdachte wordt vrijgesproken, niet ontvankelijk in de vordering te worden verklaard c.q. de vordering dient te worden afgewezen. Subsidiair dient de benadeelde partij niet ontvankelijk te worden verklaard ten aanzien van de gevorderde ‘autokosten’ omdat het verband tussen deze schade en het feit te ver verwijderd is. Het bedrag aan het gevorderde smartengeld is niet onderbouwd;
- de benadeelde partij [slachtoffer 6] dient primair, in het geval verdachte wordt vrijgesproken, niet ontvankelijk in de vordering te worden verklaard c.q. de vordering dient te worden afgewezen. Subsidiair dient de benadeelde partij niet ontvankelijk in de vordering te worden verklaard omdat deze vordering, met name gezien de schadepost “studievertraging”, een onevenredige belasting oplevert en zich niet leent voor behandeling in het strafgeding;
- de benadeelde partij [naam 4] dient primair, in het geval verdachte wordt vrijgesproken, niet ontvankelijk in de vordering te worden verklaard c.q. de vordering dient te worden afgewezen. Subsidiair dient de benadeelde partij niet ontvankelijk te worden verklaard ten aanzien van de gevorderde schade aan de verbrijzelde ruit en bewakingscamera omdat dit geen rechtstreekse schade betreft;
- de benadeelde partij [winkel] dient wat betreft de gevorderde BTW niet ontvankelijk te worden verklaard.
8.De schade van benadeelden
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het in de zaak met parketnummer 08/760117-14 onder 4 en het in de zaak met parketnummer 08/196829-13 onder 2 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt haar daarvan vrij;
- verklaart bewezen, dat verdachte het in de zaak met parketnummer 08/760117-14 onder 1, 2, 3, 5, 6, 7 en 8, het in de zaak met parketnummer 08/165364-13 primair, het in de zaak met parketnummer 08/187378-13 en het in de zaak met parketnummer 08/196829-13 onder 1 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt haar daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de genoemde strafbare feiten oplevert, zoals weergegeven onder 5;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
- bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
maatregel
- bepaalt dat de benadeelde partij:
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij:
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij:
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
[naam 4], wonende [adres 2], niet-ontvankelijk is in zijn vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
schadevergoeding
- bepaalt dat de benadeelde partij:
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
- Chinees/Indonesisch uiterlijk
- licht orange/roze trui
- iets van blauw
- klein van postuur
- kleinere fiets