Uitspraak
Rechtbank Overijssel
1.Het onderzoek op de terechtzitting
8 januari 2015. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. H.C.C. Berendsenen van wat door de verdachte naar voren is gebracht.
2.De tenlastelegging
3.De vordering van de officier van justitie
4.De voorvragen
5.De beoordeling van het bewijs
6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
7.De strafbaarheid van de verdachte
8.De op te leggen straf of maatregel
9.De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 1]. Nu [slachtoffer 1] geen schade heeft geleden als gevolg van een door verdachte gepleegd strafbaar feit, zal de rechtbank [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk verklaren in zijn vordering.
10.De toegepaste wettelijke voorschriften
11.De beslissing
- verklaart bewezen, dat verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven onder 5.3 omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
- beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
mr. L.J.C. Hangx, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. Seuters, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 22 januari 2015.