ECLI:NL:RBOVE:2015:3322

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
22 april 2015
Publicatiedatum
10 juli 2015
Zaaknummer
C/08/157771 / HA ZA 14-316
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid bij levering van gebrekkige chemische korrels voor ondertapijt

In deze zaak vordert de eiseres, een besloten vennootschap die zich bezighoudt met de fabricage en verkoop van kunststofplaten, een verklaring van recht dat de gedaagde, Korrels B.V., toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen. De eiseres stelt dat de door Korrels geleverde chemische korrels gebrekkig zijn, wat heeft geleid tot schade bij de eiseres. De rechtbank heeft vastgesteld dat de algemene voorwaarden van Korrels van toepassing zijn, waarin een beperking van aansprakelijkheid is opgenomen. De eiseres heeft de grondstof in gebruik genomen zonder deze voorafgaand te testen, wat in strijd is met de onderzoeksplicht die in de algemene voorwaarden is opgenomen. De rechtbank oordeelt dat de eiseres niet tijdig heeft geklaagd over de gebreken en dat zij onvoldoende heeft onderbouwd dat de geleverde grondstof niet voldeed aan de overeenkomst. De vorderingen van de eiseres worden afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. F.E.J. Goffin op 22 april 2015.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer / rolnummer: C/08/157771 / HA ZA 14-316
Vonnis van 22 april 2015
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres],
gevestigd te [plaats],
eiseres,
advocaat mr. F. Kolkman te Almelo,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KORRELS B.V.,
gevestigd te Heerde,
gedaagde,
advocaat mr. M. Hoekstra te Zwolle.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Korrels genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het incidenteel vonnis strekkende tot verwijzing door de rechtbank Gelderland naar de rechtbank Overijssel van 21 mei 2014 en de daarin vermelde stukken
  • de conclusie van antwoord
  • de conclusie van repliek
  • de akte van depot
  • de conclusie van dupliek
  • de akte uitlating producties
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] houdt zich onder meer bezig met fabricage, verwerking en verkoop van kunststofplaat en -folie (ook wel “sheets” genoemd). De heer [naam 1] is enig bestuurder van [eiseres]. Zijn zoon, de heer [naam 2], is gevolmachtigde van [eiseres].
2.2.
De heer [naam 2] is tevens bestuurder van Customised Sheet Xtrusion B.V. (hierna: CSX). CSX houdt zich (ook) onder meer bezig met de productie van kunststofplaten door middel van plaatextrusie, alsmede met de handel in die kunststof platen.
2.3.
Korrels is een groothandel in chemische grondstoffen en chemicaliën voor industriële toepassing en houdt zich bezig met de in- en verkoop (groothandel) van plastic en rubber compounds.
2.4.
De algemene voorwaarden van Korrels (hierna: de algemene voorwaarden) houden, voor zover van belang, het volgende in:
7.1 Korrels BV is nimmer aansprakelijk voor de uiteindelijke geschiktheid van de producten voor elke individuele toepassing door opdrachtgever, noch voor eventuele adviezen ten aanzien van de opslag, het vervoer, het gebruik of de toepassing van de producten door of namens Korrels BV verstrekte informatie met betrekking tot de eigenschappen, specificaties, toepassingen, etc. van de producten is gebaseerd op onderzoek en wordt geacht betrouwbaar te zijn, maar kan niet worden gezien als enige garantie. Korrels BV kan hiervoor derhalve niet aansprakelijk worden gesteld, noch voor het gedrag of voor de resultaten verkregen door het gebruik van de desbetreffende producten, noch voor enige andere schade door of aan de betreffende producten toegebracht.
7.2 Indien en voor zover er op Korrels BV enige aansprakelijkheid mocht rusten, uit welken hoofde dan ook, is deze aansprakelijkheid te allen tijde beperkt tot de waarde van het geleverde product, zoals dit op de factuur aan de opdrachtgever voorkomt. De eventuele aansprakelijkheid van Korrels BV kan nooit het bedrag waarvoor zij verzekerd is te boven gaan. (..)
9.1
Opdrachtgever dient bij levering en bij in ontvangstneming van de producten te controleren of de bestelling c.q. zijn opdracht overeenstemt, bij gebreke waarvan hij daarvan schriftelijk melding dient te maken binnen 8 dagen na levering van de producten, onder opgave van redenen.
Klachten ter zake van uitwendig waarneembare gebreken dienen eveneens schriftelijk binnen 8 dagen na levering van de producten te geschieden.
9.2 Opdrachtgever kan op een niet zichtbaar gebrek in het product en/of over de prestatie geen beroep meer doen, indien hij niet binnen 8 dagen nadat hij de tekortkoming heeft ontdekt of redelijkerwijs had moeten ontdekken bij Korrels BV ter zake schriftelijk heeft geprotesteerd onder opgave van redenen, doch in geen geval later dan zes maanden na levering van de producten.
9.3 Opdrachtgever is verplicht de hem geleverde goederen te controleren alvorens deze te gebruiken.
9.4 Ingebruikneming van de producten geldt als acceptatie. Op de opdrachtgever rust de bewijslast dat de producten waarop de klachten betrekking hebben dezelfde zijn als die door Korrels BV zijn geleverd.
2.5.
[eiseres] heeft in december 2012 bij Korrels een hoeveelheid grondstof van het type SEBS (hierna: de grondstof) besteld. Op de factuur van deze bestelling is “KR1029” vermeld.
2.6.
De grondstof betreft een zogenaamd regranulaat dat tot stand komt door het doorlopen van een mechanische recycling-route waarbij gebruikte kunststoffen worden gesorteerd, gereinigd, gewassen, gemengd en ten slotte geëxtrudeerd tot droge korrels.
2.7.
Op 17 december 2012 heeft Korrels de grondstof aan [eiseres] geleverd. De grondstof is door [eiseres] gebruikt voor het vervaardigen van ondertapijt.
2.8.
CSX heeft het vervaardigde ondertapijt geleverd aan Luxi N.V. (hierna: Luxi). Luxi gebruikt het ondertapijt voor de productie van schoonloopmatten.
2.9.
[eiseres] heeft na vorenbedoelde eerste levering van de grondstof opnieuw een bestelling van de grondstof geplaatst bij Korrels. Op 7 februari 2013 heeft Korrels de grondstof voor de tweede maal geleverd aan [eiseres]. [eiseres] heeft over de kwaliteit van die levering geklaagd. Korrels heeft die levering opgehaald en per mail van 13 februari 2013 onder meer bericht:
Je hebt van ons een oude voorraad rest partij gekregen welke klaarblijkelijk niet goed was. De KR1029 zoals jij de laatste keer heb gehad weer bij ons in de planning staat voor over ca twee week.
2.10.
[eiseres] heeft per mail van 14 februari 2013 gereageerd:
Bij deze bestel ik 10 ton RE KR 1929 (de rechtbank begrijpt gelet ook op het onderwerp van de mail: KR 1029). Levering graag zo spoedig mogelijk.
2.11.
Op 20 februari 2013 heeft CSX een mail aan Korrels gestuurd waarin zij melding maakt van een aanhechtingsprobleem bij Luxi.
2.12.
Op 21 februari 2013 heeft Korrels aan CSX bericht:
Het is uw keuze om een coextrudaat te maken uit een SBS luierafval.
De geur en rook die van de sheet af komen geeft aan dat het materiaal degradeert. Dit type SBS is minimaal 4x geextrudeerd zonder enige vorm van thermische stabilisatie. Als een SBS degradeert, vernet (crosslinked) het materiaal. De MFI zakt volledig in en de olie in deze compound gaat kapot in laagmoleculaire delen waardoor er een sterke rookontwikkeling tot stand komt.
De hechting van het tapijt komt tot stand door de vezel in de smelt te drukken. Daarvoor is minimaal 1,3 mm. materiaal voor nodig die nog smelt tijdens het opwarmen met een infrarood straler. De door u gebruikte SBS is dusdanig vernet dat er geen of nauwelijks smelt is waar het tapijt aan kan hechten. Zie ook het eerdere resultaat met 100% SBS, totaal geen hechting. Vandaar dat u zelfstandig gekozen heeft voor een coextrudaat om blijkbaar toch enig goed materiaal aan het oppervlak te hebben waar het tapijt aan kan hechten. Blijkbaar zit u op de grens met de laagdikte verdeling.
Ons materiaal is wellicht een bonte mix geweest maar wel 100% homogeen en volledig uit SEBS, dus geen SBS. Het tapijt hecht aan ons materiaal.
De nieuwe 10 ton is een zwart gecompoundeerd materiaal welke net als vorige partijen homogeen is en thermisch gestabiliseerd. (..)
Ons standpunt is dat als u er voor kiest andere goedkopere materialen te gebruiken wij geen enkele vorm van acceptatie mbt de kwaliteit van de sheet kunnen garanderen en accepteren. Het niet hechten komt door een te dunne coexlaag in combinatie met een SBS die vernet is. (..)
De kwaliteit van het sbs is slecht en hecht niet. Wij kennen deze stroom en kiezen er niet voor niets voor om deze niet te gebruiken voor de toepassing. (..)
2.13.
Op 5 maart 2013 heeft Korrels een derde maal de grondstof aan [eiseres] geleverd. De grondstof is gebruikt voor het vervaardigen van ondertapijt.
2.14.
CSX heeft op 13 maart 2013 ondertapijt geleverd aan Luxi.
2.15.
Op 3 april 2013 heeft CSX klachten ontvangen over het aan Luxi geleverde ondertapijt. De geleverde matten blijven bij de verwerking tot schoonloopmatten (onder meer) aan de machine kleven en er is sprake van verval in de rollen.
2.16.
CSX heeft bij brief van 17 april 2013 opdracht gegeven aan Analyte laboratory for plastics & rubber (hierna: Analyte) om granulaat te vergelijken:
Voor een klant van ons hebben wij rubberen SEBS matten geproduceerd. Hierop wordt door de klant zelf tapijt geplakt. (..) Het probleem dat zich nu voordoet is dat het tapijt niet aan het rubber blijft plakken (..). Terwijl bij de eerste zending van exact hetzelfde materiaal (wat de grondstof producent beweerd) er totaal geen problemen waren. (..) Om er zeker van te zijn dat wij dezelfde granulaten hebben gekregen zouden wij het graag door u willen laten analyseren. (..)
2.17.
Analyte heeft op 22 april 2013 onder meer gerapporteerd:
Beschrijving aangeleverde monsters
2 kunststof monsterzakjes met de volgende codering:
-granulaat SEBS 1e partij (zwarte en witte granulaatkorrels)
-granulaat SEBS 2e partij (zwarte granulaatkorrels)
Resultaten
(..) Er is overduidelijk te zien dat de zwarte granulaatkorrels van de eerste partij minder polymeer en meer anorganische additieven (..) bevatten. De witte granulaatkorrels van de eerste partij zijn vergelijkbaar met de 2e partij (alleen zwarte korrels). (..) Er is dus duidelijk verschil tussen beide partijen.
2.18.
CSX heeft op 29 april 2013 aan Korrels bericht dat er problemen zijn ontstaan door de geleverde grondstof en dat uit analyse blijkt dat de samenstelling van de twee leveringen van de grondstof verschilt.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert samengevat - na vermindering van eis (bij akte uitlating producties):
- een verklaring van recht dat Korrels toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichting jegens [eiseres] en gehouden is de schade die [eiseres] ten gevolge daarvan ondervindt aan [eiseres] te vergoeden;
- een verklaring van recht dat de algemene voorwaarden van Korrels in zijn geheel vernietigd zijn, althans verzoekt de rechtbank deze in hun geheel te vernietigen;
- veroordeling van Korrels tot betaling van (€ 188.163,56 minus € 229,90=) € 187.933,66 vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
[eiseres] legt aan haar vorderingen zakelijk weergegeven het volgende ten grondslag. [eiseres] heeft de eerste levering van de grondstof getest en gebruikt voor vervaardiging van ondertapijt van schoonloopmatten voor CSX. [eiseres] heeft opnieuw een bestelling geplaatst en aangegeven dat zij precies hetzelfde product wilde. Omdat [eiseres] ervan uitging dat zij bij de volgende levering precies dezelfde grondstof kreeg heeft zij de grondstof niet opnieuw getest en de grondstof verwerkt voor CSX. Korrels is toerekenbaar tekort geschoten in de nakoming van haar verbintenis door, zonder [eiseres] te waarschuwen, een geheel ander product aan [eiseres] te leveren dan was afgesproken. Luxi claimt haar schade bij [eiseres]. [eiseres] heeft haar verkoopfacturen van 16 mei 2013 ad € 44.317,94 en 19 juni 2013 ad € 24.254,21 aan Luxi gecrediteerd.
Luxi wil niet langer materiaal betrekken van [eiseres], terwijl [eiseres] reeds grondstoffen in voorraad had ten behoeve van de toegezegde vervolgorders en vordert de kosten daarvan als schade. Het betreft een voorraad SBS Regranulaat zwart ad € 32.201,98 en Tracel G 6830 MS ad € 12.817,53. Ook heeft [eiseres] schade door het missen van vervolgorders van Luxi. Zij loopt daardoor een omzet van € 71.500,- mis. Daarnaast heeft [eiseres] kosten gemaakt ter vaststelling van aansprakelijkheid ten bedrage van € 2.842,-.
3.3.
Korrels voert verweer. Zij stelt zich primair op het standpunt dat er geen sprake is van wanprestatie. De door haar geleverde grondstof is de grondstof die [eiseres] heeft besteld en voldoet aan de specificaties en eigenschappen van KR1029 als vermeld in de technische datasheet. De problemen die Luxi heeft ondervonden worden niet veroorzaakt door de kwaliteit van de door Korrels geleverde grondstof, maar zijn te wijten aan fouten in het productieproces van [eiseres]/CSX en door hen verkeerd gegeven instructies aan Luxi. Subsidiair stelt Korrels zich op het standpunt dat haar algemene voorwaarden van toepassing zijn en dat deze niet zijn c.q. kunnen worden vernietigd. Nu [eiseres] in strijd met die voorwaarden de grondstof niet eerst heeft gecontroleerd alvorens deze in productie te nemen, de klachttermijn van 8 dagen heeft laten verstrijken en de grondstof heeft geaccepteerd moeten de vorderingen van [eiseres] worden afgewezen. Meer subsidiair beperken de algemene voorwaarden de aansprakelijkheid, in die zin dat indirecte schade zoals nu door [eiseres] wordt gevorderd is uitgesloten. Uiterst subsidiair heeft Korrels verweer gevoerd tegen de afzonderlijk opgevoerde schadeposten. De posten zijn onvoldoende onderbouwd, betreft schade van CSX in plaats van [eiseres] en er wordt ten onrechte BTW gevorderd.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Vanuit proceseconomisch oogpunt zal de rechtbank eerst de vraag beantwoorden of Korrels met succes een beroep kan doen op haar algemene voorwaarden.
Toepasselijkheid algemene voorwaarden en redelijke mogelijkheid tot kennisname
4.2.
Bij voormeld incidenteel vonnis van 21 mei 2014 heeft de rechtbank Gelderland zich onbevoegd verklaard van het geschil kennis te nemen en de zaak verwezen naar de rechtbank Overijssel op grond van de overeengekomen algemene voorwaarden van Korrels. In dat tussenvonnis is onder meer overwogen dat Korrels er op mocht vertrouwen dat [eiseres] haar algemene voorwaarden (stilzwijgend) had aanvaard, zodat deze zijn overeengekomen. Bij dat oordeel is betrokken dat tussen partijen sprake was van een bestendige handelsrelatie, dat het gebruikelijk was dat [eiseres] telefonisch bestellingen bij Korrels plaatste waarna Korrels de bestelling leverde en een factuur aan [eiseres] verzond, dat vanaf oktober 2009 door Korrels op haar facturen expliciet werd verwezen naar haar algemene voorwaarden en dat niet gesteld of gebleken is dat [eiseres] tegen die voorwaarden had geprotesteerd, terwijl [eiseres] zelf ook algemene voorwaarden hanteert.
Verder is in voormeld incidenteel vonnis geoordeeld dat de vraag of [eiseres] zich op vernietiging van de algemene voorwaarden kan beroepen negatief moet worden beantwoord, omdat Korrels aan [eiseres] vóór het sluiten van de overeenkomst een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen aangezien deze vanaf oktober 2009 integraal op de achterzijde van de facturen zijn afgedrukt.
4.3.
[eiseres] voert aan het niet eens te zijn met deze beslissingen en verwijst in haar conclusie van repliek naar hetgeen zij bij dagvaarding in dat verband naar voren heeft gebracht. Naar het oordeel van de rechtbank is echter sprake van uitdrukkelijke, zonder voorbehoud gegeven, beslissingen op geschilpunten tussen partijen. Aan dergelijke beslissingen is de rechtbank gedurende het verdere verloop van de procedure in dezelfde instantie in beginsel gebonden. Dit kan anders zijn indien de beslissingen berusten op een onjuiste juridische of feitelijke grondslag, dan wel de eisen van een goede procesorde om een andere reden meebrengen dat de rechter zijn eindbeslissing heroverweegt. Daarvan is geen sprake. De rechtbank betrekt bij haar oordeel dat de stellingen van [eiseres] in feite een herhaling zijn van hetgeen zij eerder heeft aangevoerd en dat die argumenten bij de beslissingen zijn betrokken.
Vordering tot verklaring van recht dat de algemene voorwaarden in zijn geheel zijn vernietigd respectievelijk de vordering tot vernietiging van de algemene voorwaarden
4.4.
Nu [eiseres] aan haar vordering tot verklaring van recht dat de algemene voorwaarden zijn vernietigd respectievelijk moeten worden vernietigd onder meer ten grondslag heeft gelegd dat geen sprake is geweest van een redelijke mogelijkheid tot kennisname daarvan, moeten deze vorderingen aldus gelet op het voorgaande in zoverre worden afgewezen.
4.5.
[eiseres] heeft verder aan haar voormelde vordering het volgende ten grondslag gelegd. Artikel 7.1 van de algemene voorwaarden sluiten de aansprakelijkheid van Korrels in zijn geheel uit. Wanneer ook schade is uitgesloten die het gevolg is van opzet en bewuste roekeloosheid is de betreffende clausule volgens [eiseres] nietig of vernietigbaar.
4.6.
Naar het oordeel van de rechtbank sluit het bepaalde in artikel 7.1 van de algemene voorwaarden de aansprakelijkheid van Korrels niet in het geheel uit. Het bepaalde in artikel 7.1 laat immers aansprakelijkheid van Korrels voor directe schade als gevolg van wanprestatie onverlet. In zoverre gaat het betoog van [eiseres] reeds niet op, terwijl voorts geen sprake is van strijd met de goede zeden of de openbare orde als bedoeld in art. 3:40 BW.
4.7.
[eiseres] heeft daarnaast nog aangevoerd, dat een beroep op de artikelen 7.1 (beperking aansprakelijkheid voor gevolgschade), 7.2 (beperking aansprakelijkheid tot factuurbedrag en verzekering) en 9.4 (ingebruikname van goederen geldt als acceptatie) van de algemene voorwaarden in strijd is met de redelijkheid en billijkheid en dat deze voorwaarden buiten toepassing moeten worden gelaten. Voor zover [eiseres] dat ten grondslag heeft willen leggen aan haar vordering tot vernietiging overweegt de rechtbank dat de door [eiseres] in dit verband gestelde feiten en omstandigheden niet tot vernietiging van de algemene voorwaarden kunnen leiden.
Daarbij komt dat terughoudendheid is geboden als het gaat om terzijdestelling van tussen bedrijven overeengekomen algemene voorwaarden wanneer sprake is geweest van een redelijke mogelijkheid tot kennisname daarvan. In dit geval zijn de algemene voorwaarden overeengekomen tussen professionele partijen die vaker zaken met elkaar hebben gedaan en die werkzaam zijn in dezelfde branche. De betreffende bedingen zijn bovendien in het handelsverkeer gebruikelijk. Daarnaast hanteert [eiseres] ook zelf soortgelijke algemene voorwaarden. Met betrekking tot het bepaalde in artikel 9.4 (ingebruikname van goederen geldt als acceptatie) heeft de rechtbank voorts het hierna in r.o. 4.18 vermelde oordeel betrokken dat [eiseres] onvoldoende heeft onderbouwd dat zij het in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs van haar te verwachten onderzoek binnen bekwame tijd heeft verricht. Tegen die achtergrond en de belangen van Korrels in aanmerking nemend een beroep te kunnen doen op de betreffende bedingen is de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende redenen zijn om de algemene voorwaarden, zoals door partijen overeengekomen, opzij te zetten.
4.8.
[eiseres] heeft ook anderszins geen feiten of omstandigheden naar voren gebracht op basis waarvan kan worden geoordeeld dat de algemene voorwaarden zijn of moeten worden vernietigd. De vordering van een verklaring van recht dat de algemene voorwaarden in zijn geheel vernietigd zijn, respectievelijk de vordering tot vernietiging van de algemene voorwaarden zal daarom worden afgewezen.
Algemene voorwaarden: onderzoeksplicht en klachtregeling
4.9.
Korrels heeft als verweer tegen de vorderingen van [eiseres] naar voren gebracht dat [eiseres] ingevolge de artikelen 9.1 tot en met 9.4 van de algemene voorwaarden de grondstof had moeten controleren alvorens deze te gebruiken en de geconstateerde gebreken ingeval van zichtbare gebreken binnen 8 dagen na levering en ingeval van niet zichtbare gebreken binnen 8 dagen na ontdekking daarvan had moeten melden. Nu [eiseres] dat heeft nagelaten en de grondstof in gebruik heeft genomen komt [eiseres] volgens Korrels geen beroep meer toe op de gestelde gebreken.
4.10.
[eiseres] heeft zich bij dagvaarding op het standpunt gesteld dat de in de algemene voorwaarden van Korrels genoemde klachttermijn niet reëel is en dat zij ervan uitging dat de derde levering van de grondstof gelijk aan de eerste levering zou zijn. Korrels had [eiseres] niet gewaarschuwd dat de samenstelling van de grondstof anders zou zijn, zodat er geen aanleiding was om de derde levering van de grondstof te testen. Bij conclusie van repliek heeft [eiseres] zich op het standpunt gesteld dat sprake was van niet zichtbare gebreken en dat zij na ontdekking daarvan binnen de klachttermijn schriftelijk bij Korrels heeft geprotesteerd. Voor zover niet binnen de klachttermijn zou zijn geklaagd is de klachttermijn niet reëel en is Korrels niet door de iets langere termijn in haar belangen geschaad.
4.11.
De rechtbank stelt voorop, dat tussen partijen niet in geschil is dat de gestelde gebreken aan de grondstof betrekking hebben op eigenschappen van de grondstof die niet (zonder meer) zichtbaar zijn.
4.12.
De rechtbank stelt verder vast, dat in artikel 9.1 van de algemene voorwaarden een onderzoeksplicht is opgenomen voor de koper om bij levering en in ontvangstneming van de producten te controleren of deze met de bestelling overeenstemmen.
Die onderzoeksplicht moet in samenhang worden gelezen met het in artikel 9.2 van de algemene voorwaarden bepaalde dat de koper op een niet zichtbaar gebrek geen beroep meer kan doen, indien hij niet binnen 8 dagen nadat hij de tekortkoming heeft ontdekt
of redelijkerwijs had moeten ontdekken(red. rb) schriftelijk heeft geprotesteerd.
4.13.
Voor beantwoording van de vraag of [eiseres] tijdig heeft geklaagd over de gestelde gebreken aan de grondstof is van belang de vraag of en in hoeverre [eiseres] het in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs van haar te verwachten onderzoek heeft verricht en of zij dit binnen bekwame tijd heeft gedaan. Dat is een vraag van uitleg van de overeenkomst van partijen. Van belang bij de beoordeling van die vraag is onder meer de aard en inhoud van de rechtsverhouding, de aard en inhoud van de prestatie en de aard van het gestelde gebrek, de wijze waarop het gebrek aan het licht kan treden, de ingewikkeldheid van het onderzoek en de deskundigheid van de koper. In dat kader overweegt de rechtbank als volgt.
4.14.
[eiseres] heeft bij dagvaarding gesteld dat zij bij het plaatsen van de derde bestelling zou hebben aangegeven dat zij precies hetzelfde product
met dezelfde samenstellinggeleverd wilde krijgen als het product van de eerste geleverde partij. Korrels heeft dat bij conclusie van antwoord betwist. Volgens Korrels heeft [eiseres] net als bij de eerste bestelling ook bij de derde bestelling SEBS met productcode KR1029 besteld. Ter onderbouwing verwijst Korrels naar de email van [eiseres] aan Korrels van 14 februari 2014. Naar het oordeel van de rechtbank heeft [eiseres] gelet op de betwisting en onderbouwing daarvan door Korrels onvoldoende onderbouwd dat zij precies hetzelfde product
met dezelfde samenstellingbesteld zou hebben. De rechtbank stelt gelet daarop vast dat [eiseres], en evenzo Korrels, er vanuit mocht gaan dat Korrels naar aanleiding van de derde bestelling de grondstof (SEBS) van het type KR1029 zou leveren.
4.15.
Korrels heeft naar voren gebracht dat de grondstof een regranulaat betreft en dat de chemische samenstelling van regranulaten en (daardoor) de eigenschappen van iedere batch van de grondstof niet 100% identiek is. Voor regranulaten gelden daarom volgens Korrels altijd bandbreedtes/maxima/minima ten aanzien van de verschillende eigenschappen. Korrels verwijst naar een technische datasheet van de grondstof waarin de betreffende bandbreedtes/maxima/minima van de verschillende eigenschappen van de grondstof zijn genoemd. Korrels heeft er bovendien op gewezen dat [eiseres] hiervan, als professional werkzaam in dezelfde branche, op de hoogte was, althans zou moeten zijn. Volgens Korrels had [eiseres] ook gelet daarop iedere afzonderlijke levering voorafgaand aan ingebruikname daarvan moeten testen door middel van een chemische test. Dan waren eventuele niet-zichtbare gebreken qua samenstelling aan het licht gekomen, waarna [eiseres] het binnen de klachttermijn had kunnen melden.
4.16.
Bij conclusie van repliek heeft [eiseres] volstaan met de stelling, dat de bandbreedtes van de grondstof zoals die blijken uit de door Korrels overgelegde datasheet “niet gebruikelijk en niet produceerbaar” zijn. Gelet echter op de onderbouwing van Korrels en de wijze van totstandkoming van regranulaten (zoals weergegeven in r.o. 2.6) had het op de weg van [eiseres] gelegen haar standpunt in dit verband nader te onderbouwen. Dit klemt te meer, nu [eiseres] niet heeft betwist dat zij Korrels ten aanzien van de derde bestelling had verzocht om de grondstof iets aan te passen voor wat betreft de grote van de brokken en de verschillende kleuren van de korrels. Daaruit volgt dat ook [eiseres] zich ervan bewust was dat niet elke levering van de grondstof zonder meer over dezelfde (al dan niet zichtbare) eigenschappen beschikt.
4.17.
Gelet op het voorgaande is de stelling van [eiseres] dat Korrels had moeten melden dat de samenstelling van de derde levering afweek van de eerste levering en de stelling dat [eiseres] geen aanleiding had om de derde levering van de grondstof te testen, mede ook in het licht van de overeengekomen onderzoeksplicht, niet begrijpelijk. De rechtbank betrekt bij haar oordeel dat [eiseres] de eerste levering van de grondstof wel heeft getest voorafgaande aan ingebruikname daarvan en dat [eiseres] ten aanzien van de tweede levering van de grondstof kort na aflevering en voorafgaande aan ingebruikname daarvan heeft geklaagd over de kwaliteit van die levering van de grondstof. Door [eiseres] is bovendien niet gesteld waarom van haar het uitvoeren van een chemische test bij de derde levering niet gevergd kon worden. Ook heeft [eiseres] niet onderbouwd waarom de gestelde gebrekkige samenstelling van de grondstof bij een dergelijke chemische test niet aan het licht zou zijn gekomen.
4.18.
De rechtbank komt alles afwegende tot de slotsom dat [eiseres] onvoldoende heeft onderbouwd dat zij het in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs van haar te verwachten onderzoek binnen bekwame tijd heeft verricht. Zij had na aflevering van de grondstof en alvorens de grondstof in gebruik te nemen de grondstof chemisch kunnen testen. Door dat na te laten heeft [eiseres] niet binnen 8 dagen nadat zij de (mogelijke) tekortkoming
redelijkerwijs had moeten ontdekkenbij Korrels geprotesteerd. Dat betekent dat [eiseres] gelet op het bepaalde in artikel 9.1 in samenhang gelezen met artikel 9.2 van de algemene voorwaarden geen beroep meer toekomt op de gestelde gebreken.
4.19.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de vordering tot veroordeling van Korrels tot betaling van een bedrag van (€ 188.163,56 minus € 229,90=) € 187.933,66 vermeerderd met rente en kosten moet worden afgewezen.
Vordering tot verklaring van recht dat Korrels toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichting jegens [eiseres] en gehouden is de schade die [eiseres] ten gevolge daarvan ondervindt aan [eiseres] te vergoeden
4.20.
Voor zover [eiseres] gelet op het in r.o. 4.18 en 4.19 overwogene rechtens nog een belang heeft bij de vordering tot verklaring van recht dat Korrels toerekenbaar tekort is geschoten en de dientengevolge door [eiseres] geleden schade moet vergoeden, overweegt de rechtbank het volgende.
4.21.
[eiseres] heeft haar stelling dat de levering van de grondstof op 5 maart 2013 niet aan de overeenkomst beantwoordde onderbouwd door aan te voeren dat de samenstelling van die levering volgens de conclusies van Analyte afwijkt van de eerste levering van de grondstof. Korrels heeft de conclusies van Analyte betwist. Bovendien volgt uit r.o. 4.14 dat een verschil in samenstelling tussen beide leveringen niet zonder meer de conclusie rechtvaardigt dat de levering op 5 maart 2013 niet aan de overeenkomst beantwoordde. Het gaat immers om wat partijen over en weer van de grondstof (SEBS) van het type KR1029 mochten verwachten. Volgens Korrels voldeed de op 5 maart 2013 geleverde grondstof aan de geldende bandbreedtes/maxima/minima van de grondstof (SEBS) van het type KR1029. Gelet op hetgeen Korrels in dat verband naar voren heeft gebracht had het op de weg van [eiseres] gelegen om meer concreet te onderbouwen dat wel degelijke sprake was van een gebrekkige grondstof. Nu [eiseres] – op wie ter zake de initiële stelplicht rust - ook in zoverre niet aan haar stelplicht heeft voldaan is er voor dan ook voor bewijslevering geen plaats. Het deel van de gevorderde verklaring van recht ter zake de schadeplichtigheid stuit overigens in overwegende mate af op het bepaalde in de artikelen 7.1 en 7.2 van de algemene voorwaarden, te weten voor zover het gevolgschade betreft respectievelijk schade hoger dan de factuurwaarde en het verzekerde bedrag.
4.22.
[eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Korrels worden begroot op:
- griffierecht 3.715,00
- salaris advocaat
4.263,00(3 punten × tarief € 1.421,00)
Totaal
€ 7.978,00
4.23.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van Korrels tot op heden begroot op
€ 7.978,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de 15e dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt [eiseres] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [eiseres] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat,
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.E.J. Goffin en in het openbaar uitgesproken op 22 april 2015.