ECLI:NL:RBOVE:2015:3293

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
9 juli 2015
Publicatiedatum
9 juli 2015
Zaaknummer
08.730622-14 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van Ajax-supporters voor openlijke geweldpleging tijdens supportersconfrontatie in Zwolle

Op 9 juli 2015 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen vijf Ajax-supporters die verdacht werden van openlijke geweldpleging tegen supporters van PEC Zwolle op 9 november 2014. De rechtbank oordeelde dat niet kon worden vastgesteld of de verdachten een rol hadden gespeeld in de massale vechtpartij tussen de supportersgroepen. Tijdens de zitting op 25 juni 2015 was de verdachte niet persoonlijk aanwezig, maar werd vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. G.J. Kruizinga. De officier van justitie, mr. A.K.J. Kooij, had gevorderd tot een gevangenisstraf van drie maanden, waarvan één maand voorwaardelijk, en een schadevergoeding aan het Schadefonds Geweldsmisdrijven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging.

De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om aan te tonen dat de verdachte een significante bijdrage had geleverd aan het geweld. De rechtbank baseerde haar oordeel op het proces-verbaal van bevindingen, waaruit bleek dat de Ajax-supporters zich in een groep hadden verzameld en zich gewelddadig gedroegen, maar er was geen bewijs dat de verdachte zelf geweld had gepleegd of een actieve rol had gespeeld. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de tenlastelegging, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij betrokken was bij het geweld. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de rechters in de rechtbank Overijssel.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.730622-14 (P)
Datum vonnis: 9 juli 2015
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1992 te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
25 juni 2015. De verdachte is niet in persoon verschenen en is ter terechtzitting verdedigd door mr. G.J. Kruizinga, advocaat te Amsterdam, die heeft verklaard daartoe uitdrukkelijk te zijn gemachtigd. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie, mr. A.K.J. Kooij, en van wat door de raadsman van verdachte,
mr. G.J. Kruizinga, advocaat te Amsterdam, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte wordt verdacht van:
Openlijke geweldpleging tegen personen in de nacht van 8 op 9 november 2014 te Zwolle.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
hij in of omstreeks de nacht van 8 op 9 november 2014 te Zwolle met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, te weten op of aan de Ceintuurbaan en/of de Meppelerstraatweg, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een of meer (aldaar) aanwezige personen (zich noemende en/of voordoende als supporters van Pec Zwolle), welk geweld bestond uit het
-in gesloten formatie en/of gekleed in donkere kleding en/of met capuchon(s) en/of bivakmuts(en) en/of masker(s) bedekte hoofden en/of gezichten en/of bewapend (met glazen en/of flessen en/of knuppels en/of stokken en/of (al dan niet) verzwaarde handschoenen) – rennen, althans met versnelde pas lopen, in de richting van die personen en/of
-(vervolgens) (met kracht) gooien van één of meer glazen en/of flessen en/of stenen en/of (andere) voorwerpen in/op/tegen en/of in de richting van die personen en/of
-slaan met vuisten en/of stokken en/of knuppels en/of met (andere) (slag)wapen(s), althans met daarvoor geschikte voorwerpen en/of
-(waarbij) (telkens/voortdurend) (luidkeels) werd geschreeuwd en/of geroepen.

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld voor het ten laste gelegde tot een gevangenisstraf van drie maanden, waarvan één maand voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, onder de bijzondere voorwaarde dat verdachte binnen drie maanden na het onherroepelijk worden van dit vonnis een bedrag van € 500,00 stort in het Schadefonds Geweldsmisdrijven.

4.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling

5.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting - overeenkomstig de inhoud van het door hem aan de rechtbank overgelegde schriftelijk requisitoir - gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld voor wat hem is ten laste gelegd.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte een significante en wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan de geweldplegingen tussen de groepen (harde kern) supporters van Ajax en PEC Zwolle. Verdachte maakte immers deel uit van een groep Ajax-supporters die in de nacht op een afgelegen plek buiten het centrum van Zwolle tot een gewelddadige confrontatie gekomen is met een groep PEC Zwolle supporters. Leden van de groep hadden bivakmutsen, slagwapens, glaswerk, stenen en om de hand gewikkelde broekriemen bij zich. Het geweld bestond uit het over en weer met glas en stenen gooien en het slaan met stokken en andere voorwerpen. Door de voortgezette aanwezigheid van verdachte in een groep die naar haar uiterlijke verschijningsvorm kennelijk uit was op een gewelddadige confrontatie en door het dreigend en met versnelde pas in gesloten formatie met die groep meelopen richting de andere groep supporters heeft verdachte bijgedragen aan de sfeer van ontremming die is ontstaan en aan het daaruit voortvloeiende geweld.
5.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken, omdat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte een significante of wezenlijke bijdrage aan het geweld heeft geleverd.
De raadsman heeft subsidiair, mocht het tot een bewezenverklaring komen, bepleit dat een andere strafmodaliteit aangewezen is, nu verdachte niet eerder voor een soortgelijk feit is veroordeeld.
5.3
De overwegingen van de rechtbank
In het dossier bevindt zich een proces-verbaal van bevindingen, waaruit blijkt dat op zaterdag 8 november 2014 omstreeks 20.30 uur, tijdens de voetbalwedstrijd PEC Zwolle-Groningen, bij de politie informatie is binnengekomen dat er mogelijk een confrontatie zou gaan plaatsvinden tussen Ajax- en PEC Zwolle supporters. Volgens nader ingekomen informatie zou een groep van ongeveer veertig tot vijftig Ajax supporters zich om en nabij Zwolle bevinden.
Op zondag 9 november 2014 omstreeks 01.15 uur werd door de politie waargenomen dat twee groepen van voetbalsupporters, zijnde een groep Ajax supporters en een groep PEC Zwolle supporters, zich begaven naar de kruising van de Ceintuurbaan met de Meppelerstraatweg te Zwolle. Personen uit de groep Ajax supporters waren blijkens het proces-verbaal van bevindingen donker gekleed, droegen capuchons op hun hoofd en verplaatsten zich in de richting van de PEC Zwolle supporters. Kort daarna ontstond er een massale vechtpartij, waarbij met stokken werd geslagen en met stenen en/of flessen werd gegooid. Door leden van ‘FLEX ME’ en de aanhoudingseenheid van de politie is vervolgens een groep van 37 personen, onder wie verdachte, aangehouden. De groep arrestanten bestond uit 34 Ajax supporters en 3 PEC Zwolle supporters.
Ter beoordeling van de rechtbank ligt de vraag of wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte in vereniging geweld heeft gepleegd in de zin van artikel 141, eerste lid, Wetboek van Strafrecht (Sr). Vooropgesteld moet worden dat van het 'in vereniging' plegen van geweld in de zin van artikel 141, eerste lid, Sr sprake is indien de betrokkene een voldoende significante of wezenlijke bijdrage levert aan het geweld. Deze bijdrage hoeft zelf niet van gewelddadige aard te zijn. De enkele omstandigheid dat iemand aanwezig is in een groep die openlijk geweld pleegt, is niet zonder meer voldoende om hem te kunnen aanmerken als iemand die 'in vereniging' geweld pleegt (vgl. HR 12 oktober 2010, LJN BM2474, NJ 2010/560).
De rechtbank stelt op basis van het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant], vast dat de groep Ajax-supporters zich in gesloten formatie, doelgericht en met versnelde pas begaf richting de Ceintuurbaan in Zwolle, in de richting van de harde kern supporters van PEC Zwolle die eveneens richting de Ceintuurbaan liepen, en dat leden van de groep bivakmutsen droegen en in het bezit waren van slagwapens en glaswerk. Ten aanzien van verdachte kan volgens het proces-verbaal van aanhouding slechts worden opgemaakt dat hij op 9 november 2014 omstreeks 1.30 uur is aangehouden op de Ceintuurbaan te Zwolle.
Uit de stukken van het dossier is verder in het geheel niet af te leiden waar verdachte zich ten opzichte van welke groep heeft bevonden, of hij in het bezit was van specifieke kleding, slagwapens en/of glaswerk, of hij zelf concrete geweldshandelingen heeft verricht en of hij op vocale wijze een wezenlijke of significante bijdrage aan het groepsgeweld heeft geleverd. De rechtbank is van oordeel dat het dossier dus onvoldoende concrete aanknopingspunten biedt om vast te kunnen stellen wat de precieze rol van verdachte in de gewelddadige confrontatie tussen beide supportersgroepen is geweest.
Het voorgaande brengt de rechtbank tot de conclusie dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte een significante of wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het op 9 november 2014 aan de Ceintuurbaan te Zwolle gepleegde geweld.
5.4
De conclusie
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte ten laste is gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

6.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- heft het (geschorste) bevel bewaring op met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Taalman, voorzitter, mr. G.H. Meijer, en mr. S.M. Milani, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.R.J. Aink griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 9 juli 2015.
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.