ECLI:NL:RBOVE:2015:3130

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
14 april 2015
Publicatiedatum
30 juni 2015
Zaaknummer
08/960155-14 (LP)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een verdachte voor gewoontewitwassen van grote geldbedragen

Op 14 april 2015 heeft de Rechtbank Overijssel in Zwolle uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die zich schuldig had gemaakt aan gewoontewitwassen. De verdachte, geboren in 1961 in Colombia, werd beschuldigd van het witwassen van aanzienlijke geldbedragen, met een totaal van ongeveer EUR 9.784.830,-, in de periode van 12 augustus 2014 tot en met 23 december 2014. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 23 december 2014 een geldbedrag van EUR 79.010,- voorhanden had, waarvan bewezen is dat het uit misdrijf afkomstig was. Daarnaast werd in de woning van de verdachte een bedrag van EUR 376.720,- aangetroffen, dat eveneens als uit misdrijf afkomstig werd beschouwd. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wist dat deze geldbedragen uit criminele activiteiten voortkwamen.

De officier van justitie had een gevangenisstraf van vijf jaar geëist, maar de rechtbank legde een gevangenisstraf van vier jaar op, rekening houdend met de omstandigheden van de verdachte en zijn rol in de gepleegde feiten. De rechtbank benadrukte de ernst van het witwassen van criminele gelden en de impact daarvan op de legale economie. De inbeslaggenomen geldbedragen werden verbeurd verklaard. De uitspraak is openbaar gedaan en de rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen konden worden.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/960155-14 (LP)
Datum vonnis: 14 april 2015
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1961 te [geboorteplaats] (Colombia),
thans in voorarrest verblijvende in de Penitentiaire Inrichting Arnhem, De Berg te Arnhem.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 31 maart 2015. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. G.C. Bos en van hetgeen door de verdachte en diens raadsman mr. S.V. Ramdihal, advocaat te Amsterdam, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan (gewoonte)witwassen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12 augustus 2014 tot en met 23 december 2014, te Rotterdam, althans in Nederland,
van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, althans zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen,
immers heeft hij, verdachte,
(telkens) van (een) voorwerp(en), te weten een geldstroom met individuele geldbedragen tot een uiteindelijk totaal van ongeveer EUR 9.784.830,-, waaronder een geldbedrag van ongeveer EUR 79.010,- en/of een geldbedag van ongeveer EUR 376.720,-, de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing verborgen en/of verhuld en/of verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op (een) voorwerp, te weten voornoemde geldbedrag(en), was en/of (een) voorwerp(en), te weten voornoemde geldbedrag(en), voorhanden gehad, terwijl hij wist dat dat/die voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
en/of
(telkens) één of meer voorwerp(en), te weten een geldstroom met individuele geldbedragen tot een uiteindelijk totaal van ongeveer EUR 9.784.830,-, waaronder een geldbedrag van ongeveer EUR 79.010,- en/of een geldbedag van ongeveer EUR 376.720,-, verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp(en), waaronder voornoemd(e) geldbedrag(en), gebruik gemaakt, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf.

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen terzake gewoontewitwassen tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren met aftrek van voorarrest en verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen geldbedragen.

4.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling van het bewijs

Deze paragraaf bevat het oordeel van de rechtbank over de vraag of de tenlastegelegde feiten bewezenverklaard kunnen worden of dat daarvan moet worden vrijgesproken. In het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, steunt de beslissing dat verdachte de feiten heeft begaan op de inhoud van bewijsmiddelen die als bijlage aan het vonnis zijn gehecht en daarvan op die wijze deel uitmaken. Deze bewijsmiddelen bevatten dan de redengevende feiten en omstandigheden op grond waarvan de rechtbank de overtuiging heeft gekregen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
5.1
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen terzake gewoontewitwassen van een geldstroom met individuele geldbedragen tot een uiteindelijk totaal van ongeveer
€ 9.784.830,-.
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van het tenlastegelegde.
5.2
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Op grond van het proces-verbaal van aanhouding verdachte d.d. 23 december 2014, het proces-verbaal van doorzoeking van het voertuig, de uitwerking van tapgesprekken, de verklaring van verdachte d.d. 23 december 2014 en zijn verklaring ter terechtzitting d.d. 31 maart 2015 staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat verdachte op 23 december 2014 een geldbedrag van € 79.010,- voorhanden heeft gehad.
Voor een veroordeling ter zake witwassen dient te worden bewezen dat voornoemd geldbedrag uit misdrijf afkomstig was. Hiertoe overweegt de rechtbank als volgt.
Gebleken is dat de handelingen ten aanzien van het geldbedrag van € 79.010,- plaatsvonden onder omstandigheden die, in de context van de gebeurtenissen en in samenhang bezien, als zogenoemde typologieën van – en daarmee kenmerkend voor – witwassen zijn aan te merken. Het is een feit van algemene bekendheid dat diverse vormen van criminaliteit gepaard gaan met grote hoeveelheden contant geld in grote coupures. Het in tassen – zonder enige verdere bescherming – vervoeren van grote hoeveelheden chartaal geld is zeer ongebruikelijk, onder meer vanwege de veiligheidsrisico’s. Crimineel geld maakt het kennelijk de moeite waard dat risico te lopen. Bovendien is niet gebleken dat, na de aanhouding van verdachte en de inbeslagname van het geld, iemand het geld heeft opgeëist. Voorts is er sprake van versluierd taalgebruik in de sms-berichten en de tapgesprekken en wordt er gebruik gemaakt van een zogenaamd token.
Voornoemde omstandigheden rechtvaardigen het vermoeden van witwassen van opbrengsten van misdrijven. Gelet op dit vermoeden mag van de verdachte worden verwacht dat hij een aannemelijke en verifieerbare verklaring geeft over de herkomst van het geldbedrag. Verdachte heeft geen verifieerbare gegevens verstrekt inhoudende dat het bij hem aangetroffen geldbedrag mogelijk op legale wijze is verkregen. Ook overigens biedt het dossier geen enkele aanwijzing dat het aangetroffen geldbedrag op legale wijze is verkregen.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan dan dat het bij verdachte aangetroffen geldbedrag van € 79.010,- – middellijk of onmiddellijk – uit misdrijf afkomstig is. Nu verdachte dit geld gelet op voornoemde processen-verbaal door een ander ter hand is gesteld en gesteld noch gebleken is dat het geld afkomstig is van een door verdachte zelf gepleegd misdrijf, gaat de rechtbank ervan uit dat het geldbedrag – middellijk of onmiddellijk – uit een door een ander gepleegd misdrijf afkomstig is. Gelet op de voornoemde omstandigheden acht de rechtbank bewezen dat verdachte wist dat het geldbedrag uit misdrijf afkomstig was.
Al met al is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van € 79.010,-.
Op 23 december 2014 heeft in de woning van verdachte een doorzoeking ter inbeslagneming plaatsgevonden, waarbij een totaal geldbedrag van € 376.720,- is aangetroffen. De rechtbank is van oordeel dat verdachte dit geldbedrag voorhanden heeft gehad, nu dit geldbedrag is aangetroffen in de slaapkamer van verdachte en verdachte geen verifieerbare verklaring heeft gegeven van wie dit geldbedrag – anders dan van verdachte – zou kunnen zijn.
Op grond van het voorgaande en gelet op de hiervoor reeds uiteengezette typologieën van witwassen en het ontbreken van een door verdachte gegeven aannemelijke en verifieerbare verklaring over de herkomst van het geld, is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan dan dat ook het geldbedrag van € 376.720,- – middellijk of onmiddellijk – uit misdrijf afkomstig zijn. Nu gesteld noch gebleken is dat het geld afkomstig is van een door verdachte zelf gepleegd misdrijf, gaat de rechtbank ervan uit dat ook dit geldbedrag –middellijk of onmiddellijk- uit een door een ander gepleegd misdrijf afkomstig is. Gelet op voornoemde omstandigheden acht de rechtbank bewezen dat verdachte wist dat het geldbedrag uit misdrijf afkomstig was.
Derhalve is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich tevens schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van een geldbedrag van € 376.720,- .
Tijdens de doorzoeking ter inbeslagneming in de woning van verdachte op 23 december 2014 zijn tevens diverse schriften en boeken aangetroffen met daarin administratie van inkomende en uitgaande geldbedragen, een geldtelmachine en vele chocoladerepen die dezelfde afmeting en dikte hadden als een stapel verpakte bankbiljetten. Verder is in de auto waarin verdachte zat toen hij werd aangehouden een telefoon van het merk Samsung aangetroffen met het telefoonnummer [telefoonnummer 1] en een administratiestuk met de ontcijfering van het geheimschrift gebruikt in de administratiestukken zoals aangetroffen in de woning van verdachte.
Verdachte heeft verklaard dat al deze spullen niet van hem zijn. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt.
Met de telefoon met het telefoonnummer [telefoonnummer 1] wordt een afspraak gemaakt om op 23 december 2014 omstreeks 15:00 uur af te spreken aan de [adres 1] te Rotterdam. In het proces-verbaal van aanhouding van verdachte is te lezen dat verdachte op 23 december 2014 omstreeks 15:41 uur op de [adres 1] te Rotterdam loopt en een andere persoon ontmoet, welke persoon bij verdachte in de auto (merk Volkswagen, type Polo, met het kenteken [kenteken 1]) stapt en vervolgens weer uitstapt. De telefoon met het telefoonnummer [telefoonnummer 1] wordt vervolgens aangetroffen in de auto waarin verdachte wordt aangehouden. Gelet op de omstandigheid dat het telefoongesprek gevoerd met en het sms-bericht verzonden met de telefoon met het telefoonnummer [telefoonnummer 1] passen bij de afspraak die verdachte op 23 december 2014 met een persoon had, de telefoon is aangetroffen in de auto waarvan verdachte gebruik maakte en verdachte geen verklaring heeft van wie de telefoon zou kunnen zijn, om 15.40 uur op 23 december wordt gebeld met de telefoon, verdachte vanaf dat moment onder observatie is, de telefoon omstreeks 16.13 uur wordt aangetroffen en bij verdachte kort voor, tijdens en na de ontmoeting geen derde is gezien, is de rechtbank van oordeel dat de telefoon verdachte toebehoorde en door verdachte is gebruikt voor de ontmoeting.
De rechtbank is eveneens van oordeel dat de administratie aangetroffen in de auto waarin verdachte wordt aangehouden toebehoort aan verdachte, nu verdachte ook geen verifieerbare verklaring heeft afgelegd van wie deze administratie kan zijn.
De rechtbank is voorts van oordeel dat de geldtelmachine, de chocoladerepen en de administratie toebehoren aan verdachte, nu deze spullen zijn aangetroffen en in beslag zijn genomen in de woning van verdachte en verdachte geen verifieerbare verklaring heeft afgelegd over de rechtmatige eigenaar van deze spullen. Bij de inbeslaggenomen administratie in de woning van verdachte overweegt de rechtbank dat deze administratie past bij de administratie aangetroffen in de auto van verdachte.
Uit de administratie valt onder meer af te leiden dat verdachte op 13 december 2014, op 21 december 2014 en op 22 december 2014 grote geldbedragen heeft overgedragen dan wel overgedragen heeft gekregen voor een totaal bedrag van miljoenen euro’s. Deze overdrachten worden gestaafd door uitgelezen berichten verstuurd met en ontvangen door de telefoon met het telefoonnummer [telefoonnummer 1] en tapgesprekken gevoerd met dit telefoonnummer.
De rechtbank overweegt dat gelet op het voorgaande het eveneens wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de andere bedragen genoemd in de administratiestukken voorhanden heeft gehad.
Op grond van het voorgaande en gelet op de hiervoor reeds uiteengezette typologieën van witwassen en het ontbreken van een door verdachte gegeven aannemelijke en verifieerbare verklaring over de herkomst van het geld, is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan dan dat de geldbedragen genoemd in de inbeslaggenomen administratie – middellijk of onmiddellijk – uit misdrijf afkomstig zijn. Nu verdachte de geldbedragen door een ander ter hand zijn gesteld en gesteld noch gebleken is dat het geld afkomstig is van een door verdachte zelf gepleegd misdrijf, gaat de rechtbank ervan uit dat ook deze geldbedragen –middellijk of onmiddellijk- uit een door een ander gepleegd misdrijf afkomstig zijn. Gelet op voornoemde omstandigheden acht de rechtbank bewezen dat verdachte wist dat de geldbedragen uit misdrijf afkomstig waren.
Derhalve is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich tevens schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van diverse individuele geldbedragen.
Uit de inbeslaggenomen geldtelmachine, het grote aantal chocoladerepen, de afbeeldingen van bankbiljetten van € 5,- die verdachte in zijn telefoon had staan en de verklaring van [naam 1], leidt de rechtbank af dat verdachte zich al langere tijd bezig hield met het witwassen van geld.
Gelet op het grote aantal geldbedragen dat verdachte in korte tijd heeft witgewassen, is de rechtbank van oordeel dat het wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan gewoontewitwassen.
5.3
De conclusie
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 12 augustus 2014 tot en met 23 december 2014, in Nederland,
van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt,
immers heeft hij, verdachte,
telkens van een voorwerp, te weten individuele geldbedragen, waaronder een geldbedrag van ongeveer EUR 79.010,- en een geldbedrag van ongeveer EUR 376.720,-, de herkomst verhuld, terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
en
telkens voorwerpen, te weten individuele geldbedragen, waaronder een geldbedrag van ongeveer EUR 79.010,- en een geldbedrag van ongeveer EUR 376.720,-, voorhanden gehad, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is telkens strafbaar gesteld bij artikel 420ter Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
de misdrijven: in de eerste en tweede plaats telkens van het plegen van witwassen een gewoonte maken.

7.De strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

8.De op te leggen straf of maatregel

8.1
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het witwassen van grote geldbedragen, gericht op het veiligstellen van uit misdrijf afkomstige opbrengsten. Het witwassen van criminele gelden vormt een bedreiging van de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer ernstig aan. Het in omloop zijn van dergelijke grote witgewassen geldbedragen heeft een sterk corrumperende werking en faciliteert veelal ander strafbaar handelen.
Ten voordele van verdachte heeft de rechtbank rekening gehouden met een uittreksel justitiële documentatie van verdachte d.d. 3 maart 2015, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder in Nederland voor een strafbaar feit is veroordeeld.
Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde is de rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te noemen duur passend en geboden is. De rechtbank zal een lagere gevangenisstraf opleggen dan geëist door de officier van justitie, omdat de rechtbank verdachte een geringere rol toedicht dan die van bankier, de rol die de officier van justitie verdachte toedicht.
8.2
De inbeslaggenomen voorwerpen
De rechtbank is van oordeel dat de inbeslaggenomen geldbedragen dienen te worden verbeurdverklaard, omdat dit voorwerpen zijn met betrekking tot welke de feiten zijn begaan.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 10, 27, 33, 33a, 55 en 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
  • verklaart bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
  • verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;

de inbeslaggenomen voorwerpen

- verklaart verbeurd de op de beslaglijst vermelde geldbedragen, te weten € 376.720,-,
€ 290,- en € 79.010,-.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M.M. Bordenga, voorzitter, mr. R.P. van Eerde en
mr. E. Leentjes, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.C. van Druten, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 14 april 2015.
Mr. Leentjes is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de Dienst Landelijke Recherche, met nummer 26DLR14189-78 (onderzoek 26Galjoen). Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Een geschrift, te weten de uitwerking van tapgesprekken, inhoudende, zakelijk weergegeven [1] :
Beller: [telefoonnummer 2]
Datum: 13-12-2014 17:29:42
Gebelde: [telefoonnummer 1]
(…)
NNMan8625 (A) wgd NNMan9705 (B)
(…)
B: Kunnen wij elkaar morgen zien? (…)
B: 10 uur is goed… (…)
B: Heb je de laatste vier cijfers voor me? (…)
A: is voor eh.. Salomon (fon)? (…)
A: Oké, de laatste vier cijfers? (…)
A: Oké… is eh… 1308..
B: Ja heel goed, ik zie je morgen om tien uur, ik zal je nu het adres sturen, oké..
Beller: [telefoonnummer 2]
Datum: 13-12-2014 17:50:39
Gebelde: [telefoonnummer 1]
(…)
SMS: City. Nieuwerkerk aan de IJssel. Street. [adres 2].
Beller: [telefoonnummer 1]
Datum: 21-12-2014 7:31:49
Gebelde: [telefoonnummer 3]
(…)
N1: Zie we elkaar zo of wat? Ik ben al vlakbij uw stad.
(…)
N1: stuur mij een bericht met het adres.
Beller: [telefoonnummer 1]
Datum: 21-12-2014 8:10:29
Gebelde: [telefoonnummer 3]
(…)
SMS: Hotel arena [adres 5]
Beller: [telefoonnummer 4]
Datum: 21-12-2014 21:30:17
Gebelde: [telefoonnummer 1]
(…)
NNman8625 Jeferson (ng) wgd NNman6728 (N2)
(…)
N2: Vindt u het goed om voor morgenvroeg af te spreken?
J: Vroeg in de ochtend is perfect. (…)
J: om 8 uur is het goed. Moet ik naar de hoofdstad komen?
N2: Ja, ik heb zo een ontmoeting met de vriend om dat te gaan doen en als ik bij hem ben zal hij contact met u opnemen om elkaar te ontmoeten want ik zal bezig zijn.
J: Okey en als u dat met hem hebt geregeld stuurt u mij een bericht met het adres.
N2: Alles goed.
Beller: [telefoonnummer 1]
Datum: 22-12-2014 18:18:50
Gebelde: [telefoonnummer 3]
(…)
NNman8625 (N1) num NNman 9973 (N2)
(…)
N1: Ze belden weer om te kijken wat er aan de hand was, de fout was daar in de hoofdstad. (…)
N1: Ik had gerapporteerd dat er 50 peso extra mee zouden gaan.
N2: Weet u wat daarmee is gebeurd? Ik had die 350 eruitgehaald weet u nog? (…)
N2: … en toen heb ik uit mijn zaak 50 erbij gedaan bij die 400. Want ik moest die 400 aan iemand doorgeven. (…)
N2: En toen u tegen mij zei dat het niet gedaan kon worden heb ik die 50 er niet meer uit gehaald daarom dat er 50 extra erbij waren. (…)
N2: Dus ik zei laat zij u die negenennegentig (99) vijftig (50) betalen en dan ben u mij vijftig schuldig en trek ik die dan de volgende keer af.
Beller: [telefoonnummer 1]
Datum: 22-12-2014 21:26:40
Gebelde: [telefoonnummer 4]
(…)
SMS: [adres 1]
Beller: [telefoonnummer 1]
Datum: 22-12-2014 21:32:11
Gebelde: [telefoonnummer 4]
(…)
NNman6728 (N1) wgd NNman8625 (N2)
N2: Dus over ongeveer 25 minuten zien we elkaar daar.
Beller: [telefoonnummer 5]
Datum: 23-12-2014 13:49:26
Gebelde: [telefoonnummer 1]
(…)
NNman8625 (N1) wgd NNman4614 (N2)
(…)
N1: Hallo? Namens [naam 2].
(..)
N2: Ik wilde je zien want ik moet je een document brengen. (…)
N2: Ik ben hier in Amsterdam.
N1: (…) Laten we zeggen om 16.00 uur?
(…)
N2: Ik ga mijn vriend zeggen dat u daar bent en ik bel je over 2 minuten want ik ga hem vragen of hij mij kan brengen. Ik zeg je dan hoe lang ik daarover doe en om hoe laat ik daar kan zijn.
Beller: [telefoonnummer 5]
Datum: 23-12-2014 14:28:28
Gebelde: [telefoonnummer 1]
(…)
NNman8625 (N1) wgd NNman4614 (N2)
(…)
N2: Ik ga dus daarnaartoe.
(…)
N1: Ik geef u over een half uurtje, twintig minuten of zo meteen 15 minuten, een adres. Het is bij de ingang bij binnenkomst.
(…)
N2: is het bij de dierentuin?
N1: Dat is het, dat is het, daar. Ik ga je een adres geven daar in de buurt. (…)
N1: Ik stuur je via een SMS een adres daar in de buurt van de dierentuin. Ik stuur je het zo.
Beller: [telefoonnummer 1]
Datum: 23-12-2014 14:34:42
Gebelde: [telefoonnummer 5]
(…)
SMS: [adres 1]
2. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant], [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 23 december 2014 gesloten proces-verbaal aanhouding verdachte, proces-verbaalnummer 26DLR14189-10, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [2] :
Het vermoeden was ontstaan dat in de middag van 23 december 2014 een ontmoeting zou zijn waarbij meer dan vermoedelijk een geldoverdracht zou plaatsvinden in de omgeving van de [adres 1] te Rotterdam. (…)
15:15 uur
(…)
Start observatie [adres 1] te Rotterdam
15:34 uur
Wordt gezien dat een Volkswagen Polo met kenteken [kenteken 2], hierna te noemen Polo, parkeert in de [adres 3] te Rotterdam.
(…)
15:41 uur
Wordt gezien dat NN1 op de [adres 1] loopt in de richting van de Statensingel.
(…)
15:43 uur
Wordt gezien dat NN1 en NN2 bij elkaar staan. Wordt gezien dat NN2 een blauwe plastic tas in zijn hand draagt van de winkelketen Albert Heijn.
(…)
15:44 uur
Wordt gezien dat NN1 als bestuurder en NN2 als bijrijder in de Polo stappen. Wordt gezien dat de Polo in beweging komt en richting de [adres 1] rijdt.
(…)
15:47 uur
Wordt gezien dat NN2 uit de Polo stapt. Wordt gezien dat NN2 niets in zijn handen heeft of bij zich draagt.
(…)
16:02 uur
Wordt gezien dat NN1 op de Coolsingel rijdt (…).
(…)
Hierop wordt de bestuurder van de Polo aangesproken. (…) Desgevraagd zegt de bestuurder dat hij geld bij zich heeft en knikt naar een blauwe plastic tas van de winkelketen Albert Heijn achter de bijrijdersstoel. Hierop wordt in deze tas een groot contant geldbedrag aangetroffen. NN1 wordt hierop om 16.15 uur aangehouden. NN1 blijkt te zijn voornoemde verdachte [verdachte].
3. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 23 december 2014 gesloten proces-verbaal van doorzoeking voertuig, proces-verbaalnummer 26DLR14189-11, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [3] :
Op dinsdag 23 december 2014, omstreeks 16:13 uur, werd door collega’s van het onderzoeksteam een personenauto doorzocht op grond van artikel 96b van het Wetboek van Strafvordering. De doorzoeking vond plaats op de openbare weg op de Bierstraat te Rotterdam. Het betrof een personenauto van het merk: Volkswagen, type Polo, kleur grijs, voorzien van het kenteken: [kenteken 1]. (…) Bij de doorzoeking werden de volgende goederen aangetroffen en in beslag genomen:
IBN-code
Omschrijving goederen
[kenteken 2].1
Blauwe AH tas
[kenteken 2].1.a
Deen tas
[kenteken 2].1.b
Gele tas Berschka
[kenteken 2].1.c
8 biljetten van 500 euro, 3 biljetten van 200 euro, 13 biljetten van 100 euro, 1421 biljetten van 50 euro, 96 biljetten van 20 euro, 10 biljetten van 10 euro, 8 biljetten van 5 euro
Totaal 79.010,00 euro
(…)
[kenteken 2].4
Schrift met harde kaft
[kenteken 2].5
Mobiele telefoon Samsung Duos
[kenteken 2].6
Zwart schriftje
[kenteken 2].7
navigatiesysteem
4. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 23 december 2014 gesloten proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, proces-verbaalnummer 26DLR14189-14, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [4] :
Op dinsdag 23 december 2014, omstreeks 16.40 uur, werd door mij, verbalisant, voor een doorzoeking ter inbeslagneming binnengetreden in de woning, [adres 4] Rotterdam. (…) In de slaapkamer van de aangehouden verdachte [verdachte] werd o.a. een schoenendoos aangetroffen met een groot geldbedrag. (…) In de woonkamer werd veel administratie aangetroffen, die duidde op ondergrondsbankieren. (…)
Bijlage inbeslaggenomen goederen Woning [adres 4] te Rotterdam.
IBN-code
Omschrijving goederen
[adres 4].01.01.001
Een schoenendoos opschrift “Prada”
[adres 4].01.01.001.A
585 biljetten van 500 euro, 98 biljetten van 200 euro, 183 biljetten van 100 euro, 824 biljetten van 50 euro, 170 biljetten van 20 euro, 167 biljetten van 10 euro, 10 biljetten van 5 euro
Totaal 376.720,00 euro
(…)
[adres 4].02.01.001
Een geldtelmachine merk Safescan 2250
(…)
[adres 4].03.01.002
12 chocoladerepen SPAR + 1 chocoladereep Chateau
[adres 4].03.02.001
Een notitieboekje, zilverkleurig
[adres 4].03.02.002
Een schrift, zwartkleurige kaft
[adres 4].03.02.003
Een notitieboek met blauwkleurige kaft
[adres 4].03.02.004
Een notitieboek opschrift “kasboek”
[adres 4].03.02.005
Een notitieboek met touwtje en zwartkleurige kaft
[adres 4].03.02.006
Een kladblok met notities opschrift “notepad A4”
[adres 4].03.02.007
Een notitieschrift ringband opschrift “Atlanta”
(…)
[adres 4].03.03.001.A
47 chocoladerepen merk Chateau in diverse smaken
5. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 2 februari 2015 gesloten proces-verbaal van bevindingen, proces-verbaalnummer 26DLR14189-52, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [5] :
Op 23 december 2014 zijn in de woning van verdachte [verdachte] aan de [adres 4] verschillende administratiestukken aangetroffen. (…)
De administratiestukken die in dit proces-verbaal worden besproken zijn:
Een A4 notitieschrift ringband met opschrift “Atlanta” met inbeslagname code [adres 4].03.01.007.
Een A5 zwart schrift met in beslagname code [adres 4].03.02.002
Een A5 zwart notitieboek met touwtje met inbeslagname code [adres 4].03.02.005
Een A6 zwart notitieboek met touwtje met inbeslagname code [kenteken 2].6
Een A5 notitieboek met opschrift kasboek met inbeslagname code [adres 4].03.02.004
Een A4 notitieblok met aantekeningen met inbeslagname code [adres 4].03.02.006.
In deze paragraaf worden de administratiestukken stuk voor stuk besproken.
Dit administratiestuk bevat twee delen. 3 pagina’s met het opschrift “caja menor” (Spaans voor kleine kas) en 2 pagina’s getiteld ‘cajita”(Spaans voor kasje). De cajita wordt gevuld met geld uit de caja menor. De caja menor wordt gevuld met grote inkomende geldbedragen. De data bij de administratie getiteld caja menor is vanaf 31 oktober tot en met 22 december. De cajita loopt van 24 oktober tot en met 21 december.
(…) Op de eerste pagina zijn aantekeningen te zien tussen 24 oktober en 21 december met daarbij het kopje ‘Cambio XL’(Spaans voor wisselen XL). Dit betreffen vermoedelijk wisselingen van valuta van kleine naar grote coupures.
In dit administratiestuk staat eenzelfde soort administratie als de cajita van administratiestuk 1 maar dan vanaf 12 augustus tot en met 24 oktober. Daarnaast zit achter het roze en het paarse tabblaadje een administratie in een geheimtaal van letters.
In dit administratiestuk zitten verschillende aantekeningen, waaronder verschillende adressen en telefoonnummers. Het meest opvallende is en uitleg van een geheimschrift waarin aan elk getal een letter is toegekend.
Dit administratiestuk is onderverdeeld in een stuk ‘recibidos’ (Spaans voor ontvangsten), een deel ‘Moshe’ en een deel ‘XL Moshe’. De administratie loopt van 21 oktober tot en met 22 december.
Dit administratiestuk bevat bedragen per datum, tussen 21 oktober en 21 december, met daarbij het bijschrift ‘cambio’ (Spaans voor wisselen), ‘telas’(Spaans voor doeken of stoffen) en cambalache (Spaans voor ruil).
Uit administratiestuk 1 blijkt dat in de periode 31 oktober tot en met 22 december in totaal 5.560.500 binnen is gekomen en 5.469.320 uit is gegaan. Opvallend is, dat nadat een groot geldbedrag binnen is gekomen, dit bedrag direct weer uit de kas gaat maar dan een beetje minder. (…)
Zoals eerder vermeld zijn in de woning van verdachte 60 repen chocolade gevonden. (…) Tijdens de doorzoeking in de woning van verdachte zijn pakketjes van in plastic en carbon papier verpakte € 500,- bankbiljetten aangetroffen, zoals op de foto te zien is. Opmerkelijk is dat de verpakte bankbiljetten dezelfde afmeting en dikte hadden als de chocolade tabletten. Het vermoeden is ontstaan dat de bankbiljetten in het omhulsel van de chocolade tabletten werden verpakt. Met het gebruik van het carbonpapier is vermoedelijk getracht de aanwezigheid van de bankbiljetten in het omhulsel te maskeren, zodat de bankbiljetten door de op de vliegvelden aanwezige scanapparatuur niet zouden worden opgemerkt en op deze wijze naar andere landen kon worden vervoerd. (…)
Uit administratiestuk 2 en 5 blijkt een totaal aan geldwisselingen van grote coupure van 4.500.000 (administratiestuk 2) en 2.560.000 (administratiestuk 5) is 7.060.000 tussen 22 oktober en 21 december. (…) In de administratie staat op 14 december ‘entran [naam 3]’ wat betekent: Inkomend [naam 3]. (…)
In administratiestuk 3 zijn kleine uitgaven geadministreerd vergelijkbaar met de cajita van administratiestuk 1, met als oudste datum 12 augustus. (…) In dit administratiestuk (3) zijn twee pagina’s in een soort codetaal weergegeven (…). In het administratiestuk wat in het voertuig van [verdachte] is aangetroffen bij zijn aanhouding blijkt de ontcijfering van dit geheimschrift. Na ontcijferen blijkt dat 3.768.600 euro binnen is gekomen en 2.832.500 uit is gegaan. (…)
6. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 19 februari 2015 gesloten proces-verbaal, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [6] :
Op de mobiele telefoon, te weten de Samsung Galaxy Core Plus welke in gebruik was bij [verdachte], stonden in het geheugen (…) foto’s van diverse € 5,- euro biljetten. Meer dan vermoedelijk gaat het hier om zogenaamde tokens. Daarnaast werden tijdens de doorzoeking op de [adres 4] te Rotterdam, in de slaapkamer waar [verdachte] verbleef, diverse € 5,- euro biljetten aangetroffen.
7. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 16 februari 2015 gesloten proces-verbaal van verhoor getuige, proces-verbaalnummer 26DLR14189-61, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [7] :
V: Volgens onze systemen bent u de eigenaar van een Volkswagen Polo, voorzien van kenteken [kenteken 1]. Wat kunt u hierover verklaren?
A: Dat is mijn auto.
(…)
V: Wie hebben deze sleutels?
A: Dat is [naam 4] (fonetisch), hij heeft ze allebei. Hij heeft ze rond augustus 2014 gehad. (…) Hij moest telkens een auto huren hier in Nederland en zodoende heb ik mijn auto aan hem verhuurd. Hij zou daarvoor elke maand € 350,- euro in mijn brievenbus doen. (…) In augustus en september heeft hij wel betaald. In oktober heb ik hem kort gezien. November en december is er wel betaald.
8. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 23 december 2014 gesloten proces-verbaal van 1e verhoor verdachte [verdachte], proces-verbaalnummer 26DLR14189-9, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [8] :
V: Wat zegt de locatie: [adres 1] te Rotterdam u?
A: Daar heeft een persoon mij geld gegeven in een tas. AH-tas. (…) En dat geld moest ik later aan iemand anders afgeven. Die persoon heeft tegen mij gezegd, op het moment dat hij die AH-tas aan mij gaf, dat er geld in zat. (…) Ik heb een biljet van € 5,- aan de persoon gegeven, die het geld aan mij gaf. (…) De persoon heeft tegen mij gezegd dat er € 80.000,- in de tas zou zitten. (…) De persoon van wie ik het geld kreeg, is in mijn auto gaan zitten. Hij heeft de tas rechtsvoor in de auto gezet en ik heb de tas, nadat de man uitgestapt was, achter de passagiersstoel gezet. (…) Ik zou dit geld overdragen aan een andere persoon. (…)
9. Het proces-verbaal ter terechtzitting d.d. 31 maart 2015, inhoudende de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven [9] :
Iemand zei mij dat ik naar een bepaald adres moest gaan. Ik moest een biljet van 5 euro laten zien. Ik kreeg een tas met geld en er werd mij gezegd dat er € 80.000,- in zat. Ik zag een mogelijkheid om wat geld te verdienen. Ik zou er 300 euro voor krijgen. Eerlijk gezegd heb ik niet bedacht waar dit geld vandaan kwam.

Voetnoten

1.Zaaksdossier 01; p142-147
2.Zaaksdossier 01; P57-P59
3.Zaaksdossier 01; P60-61
4.Zaaksdossier 01; P73-74 en p 69
5.Zaaksdossier 01; P78-97
6.Zaaksdossier 01; loopproces-verbaal pagina 25
7.Zaaksdossier 01; p148-150
8.Zaaksdossier 01; p99-104
9.Het proces-verbaal ter terechtzitting d.d. 31 maart 2015