ECLI:NL:RBOVE:2015:3125

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
25 juni 2015
Publicatiedatum
30 juni 2015
Zaaknummer
08.963608.13 (LP)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man wegens mensenhandel en dwang tot prostitutie van een Bulgaarse vrouw

Op 25 juni 2015 heeft de Rechtbank Overijssel een 45-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, wegens mensenhandel. De verdachte had een vrouw uit Bulgarije onder valse voorwendselen naar Nederland gehaald en haar gedwongen tot prostitutie. De rechtbank oordeelde dat de verdachte gebruik had gemaakt van dwang en geweld, en dat hij de vrouw had misleid door haar te laten geloven dat zij als huishoudster naar Nederland zou komen. Tijdens de rechtszitting op 11 juni 2015 werd de vordering van de officier van justitie, mr. L.N. Stempher, besproken, evenals de verdediging door mr. O. Bolluyt, advocaat te Lelystad. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdachte ontkende de beschuldigingen, maar de rechtbank oordeelde dat de verklaringen van het slachtoffer geloofwaardig waren en ondersteund door andere getuigen en bewijsmiddelen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte de vrouw had vervoerd, overgebracht en gehuisvest met het oogmerk van seksuele uitbuiting. De verdachte had opzettelijk voordeel getrokken uit de uitbuiting van het slachtoffer, die in een kwetsbare positie verkeerde. De rechtbank achtte de bewezenverklaring van de tenlastelegging op basis van de verzamelde bewijsmiddelen gerechtvaardigd en sprak de verdachte vrij van medeplegen. De rechtbank benadrukte de ernst van mensenhandel als een vorm van moderne slavernij en de impact op de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.963608.13 (LP)
Datum vonnis: 25 juni 2015
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1969 in [geboorteplaats 1] (Bulgarije),
thans zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 11 juni 2015. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. L.N. Stempher en van hetgeen door de raadsman van verdachte mr. O. Bolluyt, advocaat te Lelystad, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan mensenhandel ten aanzien van [slachtoffer].
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2014 tot en met 14 maart 2014 te Hoogezand in de gemeente Hoogezand-Sappemeer en/of te (gemeente) Groningen en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
anderen of een ander, te weten [slachtoffer]
- door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer] heeft, heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer] en/of
(lid 1)
- die [slachtoffer] heeft aangeworven en/of medegenomen met het oogmerk die [slachtoffer] in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van (een) seksuele handeling(en) met of voor (een) derde(n) tegen betaling en/of
(lid 3)
- die [slachtoffer] door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer] heeft, heeft gedwongen en/of
bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) dan wel onder genoemde omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) en/of
(lid 4)
- opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer] en/of
(lid 6)
- die [slachtoffer] door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [slachtoffer] heeft, heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of verdachtes mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van die [slachtoffer]’s, seksuele handeling(en) met of voor (een) derde(n),
(lid 9)
immers hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) (telkens)
- misbruik gemaakt van de ontredderde toestand/positie waarin voornoemde [slachtoffer] verkeerde(n) en/of die [slachtoffer] (emotioneel) van hen/hem, verdachte en/of verdachtes mededader(s), afhankelijk gemaakt en/of
- met die [slachtoffer] een liefdesrelatie aangegaan en/of
- die [slachtoffer] vanuit Bulgarije naar/in Nederland overgebracht/vervoerd of laten
overbrengen/vervoeren en/of die [slachtoffer] (vervolgens) (aldaar) in een woning ondergebracht of laten onderbrengen, althans voor die [slachtoffer] (aldaar) woonruimte/onderdak geregeld of laten regelen, en/of
- voor die [slachtoffer] (een) werkplek(ken)/cabine(s) geregeld of laten regelen waar zij als prostituee kon werken en/of die [slachtoffer] naar haar werkplek(ken)/cabine(s) gebracht of van haar werkplek(ken)/cabine(s) opgehaald en/of klanten geregeld voor die [slachtoffer] en/of
- die [slachtoffer] als prostituee laten werken en/of toegezien of laten toezien op (een minimum aan) (de) werktijd(en) en/of aan inkomsten van die [slachtoffer] als prostituee en/of
- ( het) door die [slachtoffer] met/in de prostitutie verdiend geld geheel of gedeeltelijk onder zich genomen/gehouden en/of door die [slachtoffer] aan hen/hem, verdachte en/of verdachtes mededader(s), doen afstaan en/of doen afdragen en/of die [slachtoffer] (aldus) in een (verder) van hen/hem, verdachte en/of verdachtes mededaders, afhankelijke positie gebracht/gehouden en/of
- die [slachtoffer] bedreigd met een mes als die [slachtoffer] iets tegen de politie zou zeggen en/of
- die [slachtoffer] gedreigd te slaan als die [slachtoffer] niet met mannen naar bed zou gaan, hetgeen die [slachtoffer] via [naam 4] had gehoord en/of
- die [slachtoffer] gedreigd dat die [slachtoffer] met een mes in de darmen zou worden gestoken en dat die [slachtoffer] dan dood zou gaan en/of
- die [slachtoffer] gedreigd haar polsen door te snijden en stekende bewegingen gemaakt terwijl die [slachtoffer] in bed lag en/of
- die [slachtoffer] met een mes bedreigd omdat die [slachtoffer] na 1 dag nog geen geld had verdiend en nog geen klanten had gehad en/of
die [slachtoffer] (aldus) in (een) positie/situatie(s) gebracht waarin zij zich niet of (te) weinig kon onttrekken aan de van verdachte en/of verdachtes mededader(s) uitgaande (groeps)dwang.

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van voorarrest.

4.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling van het bewijs

Deze paragraaf bevat het oordeel van de rechtbank over de vraag of het tenlastegelegde feit bewezenverklaard kan worden of dat daarvan moet worden vrijgesproken. In het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, steunt de beslissing dat verdachte het feit heeft begaan op de inhoud van bewijsmiddelen die als bijlage aan het vonnis zijn gehecht en daarvan op die wijze deel uitmaken. Deze bewijsmiddelen bevatten dan de redengevende feiten en omstandigheden op grond waarvan de rechtbank de overtuiging heeft gekregen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
5.1
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen terzake het tenlastegelegde.
De verdediging heeft primair vrijspraak bepleit. Subsidiair heeft de verdediging verzocht een gevangenisstraf voor de duur van het voorarrest op te leggen.
5.2
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Betrouwbaarheid van [slachtoffer]
In deze zaak, waarin de verdachte ontkent, zijn met name de verklaringen van aangeefster [slachtoffer] belangrijke bewijsmiddelen. De rechtbank overweegt ten aanzien van de betrouwbaarheid van haar verklaringen als volgt.
Verklaringen van [slachtoffer]
Aangeefster [slachtoffer] heeft onder meer het volgende verklaard. Zij is met verdachte vanuit Bulgarije naar Nederland gekomen en heeft vervolgens verbleven in het huis van verdachte. Aangeefster geeft aan enkele malen seksueel contact gehad te hebben met verdachte. [slachtoffer] dacht aanvankelijk dat zij als huishoudster bij verdachte zou gaan werken, maar na aankomst in Nederland moest zij als prostituee gaan werken. Verdachte bracht aangeefster naar de tippelzone in Groningen en hij haalde haar weer op en hij regelde klanten voor aangeefster bij klanten thuis. Het door aangeefster verdiende geld moest aangeefster afstaan aan verdachte en verdachte bedreigde aangeefster indien zij niet genoeg verdiende.
Ondersteunende bewijsmiddelen
De verklaringen van aangeefster [slachtoffer] worden ondersteund door de verklaring van [naam 1], die heeft verklaard dat aangeefster [slachtoffer] haar huilend opbelde en vertelde dat zij weg wilde uit Nederland, en door de verklaring van [naam 2], die heeft verklaard dat aangeefster [slachtoffer] haar huilend opbelde, haar vertelde over haar prostitutiewerkzaamheden en over de bedreigingen door verdachte. Voorts worden de verklaringen van aangeefster ondersteund door de verklaring van [naam 3], die heeft verklaard dat verdachte samen met aangeefster verbleef op de [adres] te Hoogezand en dat verdachte ’s avonds met aangeefster wegging en laat terug kwam.
Verdachte heeft verklaard dat hij met aangeefster [slachtoffer] vanuit Bulgarije naar Nederland is gekomen met zijn auto, dat hij 1 à 2 maal seksueel contact heeft gehad met aangeefster [slachtoffer] en dat hij samen met aangeefster [slachtoffer] in één bed sliep in Nederland.
Uit het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 april 2014 volgt dat aangeefster [slachtoffer] op 21 februari 2015 is aangetroffen op de [adres] te Hoogezand, het adres waar vermoedelijk ook verdachte verbleef.
Uit het proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 maart 2014 volgt dat aangeefster [slachtoffer] op 20 februari 2014 op de tippelzone in Groningen was en dat zij niet voldeed aan de zogenaamde eisen van zelfstandigheid, zoals inschrijving bij de gemeente (GBA) en inschrijving Kamer van Koophandel.
Uit het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 maart 2014 blijkt dat door verbalisanten wordt gezien dat aangeefster [slachtoffer] op 11 februari 2014 omstreeks 18.45 uur door verdachte werd afgezet op het terrein van de benzinepomp aan de Bornholmstraat te Groningen, zijnde een terrein gelegen op korte afstand van de tippelzone en dat aangeefster [slachtoffer] in de richting van de tippelzone liep.
Conclusie
De rechtbank merkt de verklaringen van [slachtoffer] als geloofwaardig en betrouwbaar aan. Haar verklaringen zijn op belangrijke onderdelen consistent en worden op een aantal wezenlijke onderdelen ondersteund door de verklaringen van verdachte en de verklaringen van [naam 1] en [naam 2], alsmede door objectief bepaalde en verifieerbare bewijsmiddelen, zoals onder meer de getuigenverklaring van [naam 3], het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 april 2014, het proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 maart 2014 en het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 maart 2014.
De rechtbank is van oordeel dat de verklaringen van [slachtoffer] als uitgangspunt genomen kunnen worden nu deze worden ondersteund door overige bewijsmiddelen en de rechtbank geen reden heeft om te twijfelen aan haar verklaringen.
Dwangmiddelen
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte jegens [slachtoffer] gebruik heeft gemaakt van dwangmiddelen.
Verdachte heeft ten aanzien van [slachtoffer] gebruik gemaakt van dwang. De rechtbank overweegt hiertoe dat verdachte onder andere door te dreigen met geweld verdachte aanzette tot prostitutiewerkzaamheden en tot het verdienen van (meer) geld.
Verdachte heeft ten aanzien van [slachtoffer] gebruik gemaakt van andere feitelijkheden, door met haar een liefdesrelatie aan te gaan, door voor haar (een) werkplek(ken) te regelen en haar te brengen naar en op te laten halen van haar werkplek, door klanten voor haar te regelen en door zorg te dragen voor controle en toezicht op de prostitutiewerkzaamheden en de verdiensten daaruit.
Verder heeft verdachte gedreigd met geweld. De rechtbank verwijst hiertoe naar de verklaringen van [slachtoffer], waaruit blijkt dat verdachte onder andere met een mes en met niet mis te verstane woorden dreigde met geweld, teneinde haar aan te zetten tot prostitutiewerkzaamheden en tot het verdienen van meer geld.
Verdachte heeft [slachtoffer] misleid, doordat [slachtoffer] in Bulgarije het idee had dat verdachte haar als echtgenote wilde en dat zij in een ander land bij verdachte huishoudelijke werkzaamheden zou verrichten, terwijl zij na aankomst in Nederland prostitutiewerkzaamheden moest verrichten.
Verdachte heeft ten slotte misbruik gemaakt van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en van een kwetsbare positie. [slachtoffer] komt uit Bulgarije waar zij onder moeilijke omstandigheden leefde, van welke moeilijke leefsituatie verdachte op de hoogte was. [slachtoffer] beschikte niet over voldoende eigen financiële middelen toen zij als prostituee ging werken. Voorts ging zij werken in een voor haar onbekend land met voor haar onbekende regels en gewoonten, waarbij zij de taal niet sprak. Bovendien is zij analfabeet. Daardoor kwam [slachtoffer] in een situatie terecht die niet gelijk is aan de omstandigheden waarin een mondige prostituee in Nederland pleegt te verkeren.
Nu verdachte gebruik heeft gemaakt van voornoemde ongeoorloofde dwangmiddelen is [slachtoffer] in een uitbuitingssituatie beland.
Tenlastegelegde sub 1
De rechtbank acht bewezen dat verdachte [slachtoffer] heeft vervoerd, overgebracht en gehuisvest. Verdachte heeft [slachtoffer] meegenomen vanuit Bulgarije naar Nederland en zij woonde in Nederland in zijn woning.
Ook is de rechtbank van oordeel dat ten aanzien van [slachtoffer] sprake is geweest van het oogmerk van uitbuiting. Oogmerk veronderstelt tenminste een noodzakelijkheidsbewustzijn ten aanzien van het gevolg en is bij mensenhandel gelegen in het verkrijgen van financieel gewin. Dat verdachte het oogmerk van uitbuiting had, leidt de rechtbank af uit het feit dat hij financieel gewin heeft gehad van de werkzaamheden van [slachtoffer]. Nagenoeg alle opbrengsten zijn door [slachtoffer] aan verdachte afgestaan. Voorts kan het oogmerk van uitbuiting afgeleid worden uit de hiervoor geschetste feiten en omstandigheden, waaronder de bedreigingen met geweld indien [slachtoffer] in de ogen van verdachte te weinig verdiende. Uit voornoemde feiten en omstandigheden leidt de rechtbank niet alleen af dat verdachte het oogmerk had tot uitbuiting, maar dat hij [slachtoffer] ook feitelijk uitbuitte.
De rechtbank is derhalve van oordeel dat verdachte door middel van de dwangmiddelen dwang, andere feitenlijkheden, dreiging met geweld, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie [slachtoffer] heeft vervoerd, overgebracht en gehuisvest, met het oogmerk [slachtoffer] seksueel uit te buiten.
Tenlastegelegde sub 3
De rechtbank is van oordeel dat verdachte [slachtoffer] heeft meegenomen, door met haar vanuit Bulgarije naar Nederland te reizen, teneinde haar in een ander land, te weten Nederland, tot prostitutie te brengen.
Tenlastegelegde sub 4
Verdachte heeft [slachtoffer] met de hiervoor genoemde dwangmiddelen gedwongen en/of bewogen om zich in Nederland beschikbaar te stellen voor de prostitutie.
Tenlastegelegde sub 6
Verdachte heeft opzettelijk voordeel getrokken uit de uitbuiting van [slachtoffer], nu zij (nagenoeg) al het door haar verdiende geld aan hem moest afstaan.
Tenlastegelegde sub 9
Verdachte heeft [slachtoffer] met de hiervoor genoemde dwangmiddelen bewogen hem te bevoordelen, nu verdachte haar heeft gedwongen om (nagenoeg) al het door haar verdiende geld aan hem af te staan.
Medeplegen
De rechtbank is van oordeel dat medeplegen niet wettig en overtuigend is bewezen. De rechtbank zal verdachte hiervan vrijspreken.
5.3
De conclusie
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 1 februari 2014 tot en met 14 maart 2014 te Hoogezand in de gemeente Hoogezand-Sappemeer en te (gemeente) Groningen en/of (elders) in Nederland een ander, te weten [slachtoffer]
- door dwang en andere feitelijkheden en door dreiging met geweld en door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie, heeft vervoerd en overgebracht en gehuisvest, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer] en
(sub 1)
- die [slachtoffer] heeft medegenomen met het oogmerk die [slachtoffer] in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor derden tegen betaling en
(sub 3)
- die [slachtoffer] door dwang en andere feitelijkheden en door dreiging met geweld en door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie, heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard dan wel onder genoemde omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte wist dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard en
(sub 4)
- opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van die [slachtoffer] en
(sub 6)
- die [slachtoffer] door dwang en andere feitelijkheden en door dreiging met geweld en door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie, heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van die [slachtoffer]’s, seksuele handelingen met of voor (een) derde(n),
(sub 9)
immers hebbende verdachte (telkens)
- misbruik gemaakt van de ontredderde toestand/positie waarin voornoemde [slachtoffer] verkeerde en die [slachtoffer] (emotioneel) van hem, verdachte, afhankelijk gemaakt en
- met die [slachtoffer] een liefdesrelatie aangegaan en
- die [slachtoffer] vanuit Bulgarije naar/in Nederland overgebracht/vervoerd
en die [slachtoffer] (vervolgens) (aldaar) in een woning ondergebracht, en
- voor die [slachtoffer] (een) werkplek(ken) geregeld waar zij als prostituee kon werken en die [slachtoffer] naar haar werkplek(ken) gebracht of van haar werkplek(ken) opgehaald en klanten geregeld voor die [slachtoffer] en
- die [slachtoffer] als prostituee laten werken en toegezien op (een minimum aan) (de) werktijd(en) en aan inkomsten van die [slachtoffer] als prostituee en
- ( het) door die [slachtoffer] met/in de prostitutie verdiend geld geheel of gedeeltelijk onder zich genomen/gehouden en door die [slachtoffer] aan hem, verdachte, doen afstaan en/of doen afdragen en die [slachtoffer] (aldus) in een (verder) van hem, verdachte, afhankelijke positie gebracht/gehouden en
- die [slachtoffer] bedreigd met een mes als die [slachtoffer] iets tegen de politie zou zeggen en
- die [slachtoffer] gedreigd te slaan als die [slachtoffer] niet met mannen naar bed zou gaan, hetgeen die [slachtoffer] via [naam 4] had gehoord en
- die [slachtoffer] gedreigd dat die [slachtoffer] met een mes in de darmen zou worden gestoken en dat die [slachtoffer] dan dood zou gaan en
- die [slachtoffer] gedreigd haar polsen door te snijden en stekende bewegingen gemaakt terwijl die [slachtoffer] in bed lag en
- die [slachtoffer] met een mes bedreigd omdat die [slachtoffer] na 1 dag nog geen geld had verdiend en nog geen klanten had gehad en
die [slachtoffer] (aldus) in (een) positie/situatie(s) gebracht waarin zij zich niet kon onttrekken aan de van verdachte uitgaande dwang.
De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij artikel 273f Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
het misdrijf: mensenhandel.

7.De strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

8.De op te leggen straf of maatregel

8.1
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensenhandel, gepleegd jegens een Bulgaarse vrouw. Mensenhandel, een vorm van moderne slavernij, is een ernstig strafbaar feit. Door het gebruik van dwangmiddelen heeft verdachte de persoonlijke vrijheid van zijn slachtoffer zo sterk ingeperkt dat zij niet in vrijheid kon beslissen of zij wel of niet in de prostitutie wilde (blijven) werken c.q. seksuele handelingen wilde verrichten met een derde. Verdachte heeft geen enkele rekening gehouden met de gevolgen van zijn handelen voor de psychische en lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Op geen enkel moment heeft verdachte getoond dat hij inzicht heeft in de laakbaarheid van zijn handelen. Integendeel, verdachte houdt vol dat hij zich niet aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Ten voordele van verdachte heeft de rechtbank rekening gehouden met een uittreksel justitiële documentatie van verdachte d.d. 1 mei 2015, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder in Nederland voor een strafbaar feit is veroordeeld.
De rechtbank is van oordeel dat oplegging van een (deels voorwaardelijke) gevangenisstraf van hierna te noemen duur passend en geboden is.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c en 27 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
  • verklaart bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
  • verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. G.H. Meijer en mr. S.M.M. Bordenga, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.C. van Druten, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 25 juni 2015.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de Koninklijke Marechaussee, District Landelijke en Buitenlandse Eenheden, Brigade Recherche, team 12, met dossiernummer 13-073439. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 24 februari 2014 gesloten proces-verbaal van verhoor getuige, inhoudende de verklaring van [slachtoffer], zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [1] :
"[verdachte] heeft mij naar hier gebracht. We zullen als prostituee werken. Hij sloeg met zijn hand hard op de tafel en zei daarbij: "Wat heb je de politie verteld". Hij had een groot mes. Hij wilde in mijn arm snijden. (…) Hij ([verdachte]) heeft mij hier gebracht. (…)
A: Ik ben analfabeet. (…)
V: Wanneer ben jij uit Bulgarije vertrokken?
A: (…) Eén week geleden. (…)
[verdachte] heeft ons naar de "weg of straat" (opmerking verbalisanten: Getuige doelt op de tippelzone in Groningen) gebracht om prostituee te worden. [verdachte] heeft mij uit Bulgarije opgehaald. In Bulgarije ontmoette ik [verdachte] in een café. [verdachte] begon mij voor te liegen. Hij wilde mij als zijn vrouw/echtgenote. Hij heeft een kind. Hij wilde zijn vrouw en kind niet. [verdachte] loog en bedroog mij. Hij ([verdachte]) wilde een huis voor mij kopen. (…) Wat ik wist was dat ik als zijn vrouw naar het buitenland zou gaan. Hij ([verdachte]) zou werken en ik zou de huishouding doen. (…)
V: Hield jij van [verdachte]?
A: In het begin vond ik hem wel leuk. (…)
V: Wat is de reden dat je met [verdachte] meeging naar Nederland?
A: Hij ging werken, o.a. auto's verkopen en ik zou de huishouding doen. (…)
A: Twee à drie keer hebben zij mij met jongens naar bed laten gaan. Ook met een Duitse man. Zij halen daar oud ijzer op bij die man. Ga maar met hem als prostituee, anders zal ik je slaan. De Duitser is daar, waar men ijzer en dingen verkoopt. Van [verdachte] moest ik met hem naar bed gaan. [verdachte] krijgt van de Duitser geld en brengt mij daartoe.
O: Je spreekt ook over de "straat" (tippelzone)?
A: [verdachte] bracht ons 's avonds daarheen.
V: Wie zijn ons?
A: lk en het "zwarte meisje", [naam 4]. Wij beiden gingen werken. (…) Uit angst deed ik dat. Door je hand op te heffen, hou je de auto's aan. lk heb twee à drie keer seks met mannen gehad, die ik had opgepikt. lk heb hiervoor ook geld ontvangen. Het was ongeveer 15 á 20 euro per klant.
V: Wat deed jij met dat geld?
A: [verdachte] pakte dit van mij af. (…) [verdachte] heeft gedreigd met een mes als ik iets zou vertellen aan de politie. (…)
2. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 26 februari 2014 gesloten proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer], zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [2] :
V: Wat heeft [verdachte] jou voorgesteld. Wat heeft hij met jou besproken?
A: Dat hij zou gaan werken. Dat ik thuis zou zitten en dat hij na zijn werk naar huis zou komen.
V: lk begrijp van jou, dat [verdachte] zou gaan werken en dat jij thuis de huishouding zou gaan doen. Klopt dat?
A: Ja. (…)
3. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 26 februari 2014 gesloten proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer], zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [3] :
V: Jij bent in de auto van [verdachte] naar Nederland gegaan?
A: Ja
V: Wie zaten er allemaal in die auto van [verdachte], toen jullie vertrokken naar Nederland?
A: [verdachte] en ik en [naam 5] en de vriend van [naam 5]. (…) Een keer heeft [verdachte] tegen mij gezegd dat ik ook als prostituee zou gaan werken. [verdachte] heeft mij samen met [naam 5]/[naam 4] naar de tippelzone gebracht. [naam 5] /[naam 4] had toen 3 a 4 klanten. [naam 5]/[naam 4] vertelde tegen mij, kijk nou hoe ik dit doe, want zo ga jij dit ook doen. lk deed toen niks maar moest kijken. (…)
V: Toen jij in Nederland aankwam, had jij toen nog steeds het idee, dat jij in het huis van [verdachte] de huishouding zou gaan doen?
A: Ja, ja. (…)
V: Je komt aan in Nederland met zijn vieren in de auto. Waar gaan jullie naar toe?
A: Wij zijn naar die broer van [verdachte] gegaan, daar hebben we sleutels voor het appartement opgehaald. (…)
A: Ze brachten ons daar waar de prostituees waren. (…)
V: Wie heeft jou de prostitutie laten zien?
A: [verdachte] bracht ons in de auto daar heen. Hij zette ons op straat af. Die andere vrouw [naam 5]/[naam 4] kende de taal wel. Wij hebben die plek dus gevonden.
V: Hoe vaak ben jij naar die straat gebracht?
A: 3 à 4 keer.
V: Was dat al kort nadat jij uit Bulgarije in Nederland kwam?
A: Ja, na 2 of 3 dagen. (…)
V: Wat moest jij doen in die straat?
A: [naam 5] /[naam 4], vertelde mij dat ik mijn hand moest opsteken en dan eerst het geld moest vragen en dan pas mee moest gaan.
V: Jij staat in die straat, naar wie moet jij je hand dan opsteken?
A: Naar die jongens, zodat die auto's dan stopten en die jongens iets vies met ons konden doen.
V: Bedoel jij met vies, seks?
A: Ja. (…) Er was daar ook een park, waar ze vieze dingen met je konden doen.
V: Bedoel je met park, parkeerplaatsen met schotten aan de zijkant waar klanten seks hebben in de auto?
A: Ja.
(…)
A: (…) Hij heeft voor mij klanten gevonden waarmee ik naar bed ging.
V: Hij heeft klanten gevonden waarmee ik naar bed ging. Wie bedoel jij met "hij"?
A: [verdachte].
V: Hoe kwam jij bij die klanten?
A: De klant haalt mij op en ik ga dan mee naar zijn appartement.
V: Waar haalden die klanten jou dan op?
A: Die klant haalt mij op uit het appartement waar wij verbleven. De klant gaf dat geld niet aan mij. De klant betaalde eerst aan [verdachte].
V: Hoe vaak ben jij opgehaald?
A: 3 keer.
V: Waren dat 3 verschillende mannen?
A: Ja, drie verschillende mannen waren dat.
V: Waar ging je met die klanten naar toe?
A: In hun huis, waar die mannen verblijven.
V: Dus drie mannen in drie verschillende huizen/appartementen?
A: Ja.
V: Hoe kwam jij dan weer terug in het appartement waar jij woonde?
A: Die mannen brachten mij dan weer terug naar het appartement waar ik verbleef. (…) ze gaven het geld aan [verdachte].
V: Kreeg jij ook geld van [verdachte]?
A: Nee, hij heeft mij niks gegeven.
V: Voor de duidelijkheid. Jij ging met die klanten mee en had seks met die klanten in hun woning?
A: Ja.
V: Hebben wij goed begrepen dat jij 3 keer in de straat geweest bent waar die auto's komen?
A: Ja.
V: Wat had die [naam 5] /[naam 4] over dat werk verteld?
A: lk moest mijn hand opsteken en als een klant mij leuk zo vinden dan zou hij wel stoppen. lk ga dan met die man mee naar het park wat vies doen, hij betaalt en gaat dan weer weg.
V: Met vies doen, bedoel jij seks?
A: Ja. (…) lk ben daar dus 2 à 3 keer geweest. lk gaf toen het geld aan haar [naam 5]/[naam 4] en thuis gaf zij het geld aan [verdachte]. Ze lieten mij nooit het geld zien, zodat ik het geld niet kende en ik wist ook niet hoe lang voor hoeveel geld. (…) Nou kijk als een klant stopte, dan riep ik dat meisje [naam 5] /[naam 4] erbij om het geld van de klant te krijgen, dan ging ik verder met de klant. (…)
V: Heb jij klanten gehad op dat park waar die auto's tussen de schotten staan?
A: Ja, 2 a 3 klanten.
V: Heeft [naam 5] /[naam 4] jou uitgelegd wat voor sekshandelingen je moest doen?
A: Vieze dingen, jij gaat met de man naar bed en hij moet aan zijn trekken komen. (…)
V: Hoe kwam jij dan in die straat. Met welk vervoer?
A: [verdachte] bracht ons erheen met zijn auto. [verdachte] kwam ons ophalen, hij wist wanneer ze daar in de straat open en dicht gingen. (…)
A: (…) Waar wij stopten, zag ik aan de overkant de plek waar de auto's stopten. Het laatste stukje moesten wij lopen.
V: [verdachte] bracht ons en kwam ons ophalen. (…)
V: Wat vond jij ervan dat je seks moest hebben met mannen?
A: Het was moeilijk, het waren mannen die aan jou zaten en die met jou naar bed gaan. (…) [naam 5] /[naam 4] vertelde mij dat als ik niet met mannen naar bed ging, [verdachte] mij dan zou slaan. Het geld bleef ook bij [naam 5]/[naam 4], niet bij mij.
lk vroeg ook een keer aan hem [verdachte] geld, 20,- euro. (…) Hij schreeuwde tegen mij, waarom wil je dat geld hebben, waarom wil je dat geld hebben.
4. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 27 februari 2014 gesloten proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer], zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [4] :
A: [verdachte] heeft een mes getrokken tegen mij. (…) Toen ik na 1 dag geen geld had verdiend omdat ik geen klanten heb gehad, heeft [verdachte] thuis een mes getrokken. (…)
V: Wat zei [verdachte] toen hij jou bedreigde met dat mes?
A: Jij prostituee, jij moet werken, jij moet geld aan mij geven zodat ik drugs kan kopen. (…) [verdachte] zei tegen mij, ik zal je neersteken in je darmen en dan ga je dood. (…) Als jij geen geld verdient, ga je dood. (…) [verdachte], maakte een steek beweging met dat mes in mijn richting van mijn borst, (…) Aangeefster wijst richting borsthoogte en deinsde met haar lichaam achteruit. (…)
V: Hoe vaak ben jij bedreigd door [verdachte]?
A: 3 à 4 keer.
(…) A: De volgende keer pakte [verdachte] mijn hand en wilde mijn pols doorsnijden. Een andere keer, als ik ‘s nachts in bed lag en hij naar het toilet moest pakte hij het mes en maakte hij steekbewegingen naar mij. lk lag toen in bed en hij [verdachte] kwam boven mij met dat mes. (…)
O) Wij willen jou een foto laten zien. Deze foto zal als bijlage (2) bij dit verhoor worden gevoegd. V: Ken jij de persoon die op deze foto staat afgebeeld?
A: Ja dit is [verdachte]. Dezelfde man die mij uit Bulgarije heeft meegenomen.
O) De man op de getoonde foto (2) is: [verdachte]. (…)
5. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 3 maart 2014 gesloten proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer], zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [5] :
V: Wat heeft [verdachte] jou beloofd om mee te gaan naar Nederland?
A: Hij zou werken en ik zou thuis blijven. (…)
V: Als ik goed begrijp, ben jij vanuit Bulgarije met de auto naar Nederland gekomen. Na ongeveer 3 dagen dat jij in dat huis in Nederland zat, zei [verdachte] tegen jou dat jij prostituee moest worden?
A: Ja.
A: lk vertelde tegen [verdachte] dat ik deze dingen niet goed vond, Dat ik dit niet wilde en niet leuk vond. (…)
V: Wat vertelde [verdachte] tegen jou, toen jij hem vertelde dat je niet in de prostitutie wilde werken.
A: Als je niet werkt dan zal ik je slaan. Dan zal ik je polsen door snijden. Hij heeft ook een mes getrokken. (…) dan 3 à 4 dagen later trok hij weer een mes. Hij trok ongeveer 3 a 4 keer een mes. (…) Ik kende de taal niet. (…)
A: Hij schreeuwde: "Kijk maar wie goed geld betaalt en ga dan maar mee zonder condoom". (…) [verdachte] wilde dat ik zonder condoom zou werken omdat ik dan meer geld zou krijgen. lk wilde dat niet zonder condoom.(…)
6. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 11 maart 2014 gesloten proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer], zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [6] :
A: Hij heeft mij bedrogen. Hij wil mij als vrouw hebben, maar toen ik eenmaal in Nederland was moest ik tippelen. (…)
A: lk ging alleen 's avonds "uit" en had per avond twee à drie klanten.
V: Moest jij het ook zeggen of melden dat je een klant had op de tippelzone?
A: Ja, ik zei wel. lk moest hem ([verdachte]) zeggen. Hij nam al mijn geld. Als ik een klant kreeg moest ik dat [verdachte] vertellen. Zou ik dat niet doen, zou dat andere meisje alles aan [verdachte] vertellen. (…)
V: Wat deden [verdachte] en [naam 6] als jij en [naam 4] aan het werk waren op de tippelzone?
A: Wij moesten voor hun werken. Zij gingen de hele dag drugs roken en kaartje spelen, dit soort dingen. (…)
V: Heb jij zelf seks gehad met [verdachte]?
A: Ja, ja natuurlijk.
V: Wat vond je daarvan?
A: Moeilijk. Om plezierig te zeggen, dat was niet zo.
V: Waarom heb je het dan wel gedaan?
A: (…) lk was bang dat ik anders geslagen zou worden.
V: Hoe vaak heb je seks met [verdachte] gehad?
A: 4 keer.
(…) V: Je hebt eerder verteld dat je bij drie klanten thuis bent geweest. Hoe wisten die klanten dat jij zeg maar dat werk deed?
A: [verdachte] regelde alles via mijn telefoontoestel. Hij regelde alles met de klanten via mijn telefoontoestel en mijn telefoonnummer.
15. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant], politieambtenaar van de onderzoeksdienst te [geboorteplaats 2], in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal nummer VHR-190614.0935.5222, inhoudende de verklaring van [slachtoffer], zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Hij zei kom met mij ik ga voor jou zorgen en voor jou familie. (…) V:Wat gebeurde er verder?
A: Hij heeft mij gestuurd naar de straat. Hij stuurde mij voor één avond. (…) Er is mij gezegd je gaat met mannen werken. Jij zal seks hebben met mannen. Jij doet alles wat de mannen willen. Als je dat niet doet krijg je niets. [verdachte] heeft dit gezegd.
V:Heeft [verdachte] jou gebracht?
A:Ja, hij heeft mij gebracht. (…) Hij zei dat hij met auto's gaan werken en ik moest thuisblijven en huiswerk doen, schoonmaken, koken dit soort dingen. (…)
Hij pakte mij en duwde mij in de auto. Ik werd op de achterbank geduwd en alle deuren werden afgesloten. Ik kon niet zomaar de deur meer open te doen. (…) Hij zei als je niet akkoord gaat om mee te gaan zal ik jou slaan. (…) In Nederland bracht hij mij naar de straat. Hij zei jij moet hier werken op de straat zonder condoom. (…) Hij zei, jij moet alles doen wat een man wil, jij werkt als prostituee. (…) [verdachte] zei waarom doe je het met condooms zonder verdien je meer geld. (…) Hij zei weer je moet zonder condoom werken dan krijg je meer geld. (…)
V: Dus bij de tweede afspraak had jij dus twee keer seks in [geboorteplaats 2]?
A; Ja, twee keer in de auto en het was vrijwillig van mijn kant. De derde afspraak zijn we vertrokken naar [geboorteplaats 1] en toen had ik seks in de flat van familie van [verdachte]. (…)
Als wij terug waren van het werk nam hij het mes en wilde mijn polsen snijden. (…) Hij vloekte en zei tegen mij hoer, vieze hoer waarom werk je niet zonder condoom dan krijg je meer geld. (…)
En hij zei de andere hebben meer klanten en jij hebt minder. En dit komt omdat jij met condoom werkt heb jij minder klanten. (…) De ander meisjes werken zonder condoom jij werkt niet. Als jij zo slim bent zal ik je polsen afsnijden. (…)
Hij (…) sloeg met het mes op de tafel en hij deed de beweging naar mijn polsen alsof hij deze zou snijden en ik leunde terug. Hij deed zo tegenover mij naar mijn hals (…). Toen hij mij bracht naar het werk zei hij ik zal jou porren met hem mes. Het mes was altijd bij hem. (…) Hij opende het raam en zei pas op ik zal jou benen verwonden. Ik zal gaten in jou benen doen. Daar was de mes niet in zijn hand. Dit was alleen met woorden. (…)
A:[verdachte] vroeg naar het geld. Ik was bang en gaf hem alles. (…) Ik nam het geld aan van de klanten. Een paar keer heeft [naam 4] dit gedaan. Eigenlijk waren er klanten die het niet aan [naam 4] wilde geven maar aan mij geven. Dus had ik het geld en gaf het aan [verdachte].
V:Dus jij gaf al je geld aan [verdachte] wat je had verdiend?
A: Ja, dit was verplicht. [verdachte] vroeg aan mij of ik geld had achtergehouden. (…)
7. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 19 maart 2014 gesloten proces-verbaal nummer 106, inhoudende de verklaring van [naam 3], zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [7] :
Op donderdag 13 maart 2014, omstreeks 17:30 uur, namen wij op de [adres], te Hoogezand, een getuigenverhoor af op een voor ons onbekend persoon, die ons opgaf te zijn genaamd:
Naam: [naam 3]
Voornamen: [naam 3] (…)
V: Foto bijlage 01, kent u haar?
A: lk ken haar niet, maar ik heb haar wel gezien.
(…) V: Met wie is zij hier verbleven?
A: Met de man die u op de foto heeft.
V: Bijlage 04, is dit de man.
A: Ja. (…)
A: (…) Hij gaat met de meisjes 's avonds weg en komt laat terug.
(…) Bijlage 1: [slachtoffer], born [geboortedatum 2] 1993 (…)
Bijlage 4: [verdachte], [geboortedatum 1] 1969 (…)
8. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 14 april 2014 gesloten proces-verbaal van bevindingen, proces-verbaalnummer 116, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [8] :
Binnen onderzoek Angelslo is bekend dat [verdachte] mogelijk verblijft op de [adres] te Hoogezand. Naar aanleiding hiervan is er op vrijdag 21 februari een controle uitgevoerd op de [adres] te Hoogezand en is [slachtoffer] aangetroffen. (…)
Op donderdag 13 maart 2014 zijn meerdere getuigen gehoord, op de [adres] te Hoogezand, naar aanleiding van een buurtonderzoek. Tijdens de verklaringen hebben de verbalisanten aan alle getuigen, welke een verklaring hebben afgelegd, een foto getoond van [verdachte]. Meerdere getuigen denken de persoon te herkennen als zijnde [verdachte].
9. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 18 maart 2014 gesloten proces-verbaal van bevindingen, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [9] :
Door ons is op vrijdagmiddag 21 februari 2014 samen met twee geüniformeerde collega's van de Basis Politie Zorg een onderzoek ingesteld op het adres [adres] te Hoogezand. (…) Uit gesprekken met aanwezige bewoners konden wij opmaken dat in één van de aanwezige kamers 2 Bulgaarse meisjes en 2 Bulgaarse mannen verbleven, doch dat deze niet aanwezig waren. Tijdens onze aanwezigheid zagen wij 2 meisjes lopen over de openbare weg, welke vervolgens het pand [adres] te Hoogezand binnen liepen. (…) Eén van de meisje overhandigde ons een Bulgaars identiteitsbewijs met de volgende personalia:
[slachtoffer], geboren te [geboorteplaats 2] (Bulgarije) op [geboortedatum 2] 1993. (…)
Verder blijkt uit de politiesystemen dat op donderdag 20 februari 2014 zowel [slachtoffer] als [naam 4] wederom op de tippelzone in Groningen waren. Beiden voldeden niet aan de zogenaamde eisen van zelfstandigheid, zoals inschrijving bij de gemeente (GBA) en inschrijving Kamer van Koophandel(…).
10. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant], [verbalisant], [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 10 maart 2014 gesloten proces-verbaal van bevindingen, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [10] :
Op dinsdag 11 februari 2014 werd een controle gepland op de tippelzone aan de Bornholmstraat te Groningen. Hierbij zagen wij, verbalisant [verbalisant] en [verbalisant], dat omstreeks 18.45 uur twee vrouwen werden afgezet op het terrein van de benzinepomp aan de Bornholmstraat te Groningen, zijnde een terrein gelegen op korte afstand van de tippelzone. De twee vrouwen werden afgezet door de inzittenden van een zwarte Seat, type Alhambra, voorzien van het Bulgaarse kenteken [kenteken].
Wij, verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant], zagen dat deze twee vrouwen in de richting van de tippelzone liepen. (…) lk, verbalisant [verbalisant], herkende de beide prostituees als zijnde de hierboven genoemde [naam 4] en [slachtoffer]. (…) Nadat de twee prostituees waren afgezet op het terrein van de benzinepomp aan de Bornholmstraat te Groningen, op enkele meters van onze geparkeerde personenauto, hebben wij, verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant], direct deze auto gevolgd. (…) Kon blijken dat als bestuurder optrad:
[verdachte], geboren op [geboortedatum 1] 1969 (conform ID-kaart) (…)
11. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 10 april 2014 gesloten proces-verbaal van verhoor verdachte, nummer PV 112-090420140935.4541.VE01, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [11] :
V: Hoe heet het meisje waarmee je naar Nederland kwam?
A: lk weet niet of zij gelogen heeft maar bij de aanhouding hoorde ik dat zij [slachtoffer]
heet. Tijdens de reis zei zij dat ze [slachtoffer] heette. (…)
V: Hoe ben jij naar Nederland gekomen?
A: Met mijn auto.
V: Welke auto is dat?
A: Een Seat Alhambra. (…)
V: Waar zij is ingestapt?
A: Van haar stad [geboorteplaats 2]. (…)
V: Waar zouden jullie verblijven?
A: Dus we gingen naar de kamer waar ik zou verblijven. (…)
O: Wij tonen jou een fotoblad met daarop een foto van een vrouw.
Het getoonde fotoblad wordt als bijlage -03- bij dit proces-verbaal gevoegd.
V: Wie is dit?
A: Dat is het meisje die meereed, meereisde naar Nederland. Zij heeft zichzelf als [slachtoffer] voorgesteld.
O: Getoonde foto betreft een foto van [slachtoffer]. (…)
12. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 15 april 2014 gesloten proces-verbaal van verhoor verdachte, nummer PV 115 – 150420140938.4541.VE01, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [12] :
O: Vorige week heb je aangegeven dat je met "[slachtoffer]" oftewel [slachtoffer], nader te noemen als [slachtoffer], via [naam 7] in contact bent gekomen. (…)
A: lk ben naar de stad gereden en heb haar opgehaald. Daarna zijn we samen naar mijn stad [geboorteplaats 1] gekomen. (…) de volgende dag zijn we naar Nederland gegaan. (…)
A: (…) En in Nederland aangekomen waren wij ongeveer 1 week samen. (…)
13. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 16 april 2014 gesloten proces-verbaal van verhoor verdachte, nummer PV 119 – 160420141315.4541.VE01, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [13] :
V: waar sliep [slachtoffer] ?
A: Ze sliep naast mij want het was een groot bed.
(…) V: Heb je seks gehad met [slachtoffer]?
A: 1 à 2 keer. (…)
A: In Nederland heeft zij mij alleen 1 à 2 keer gepijpt. (…)
V: Kun jij je nog herinneren welke datum jullie precies in Nederland zijn aangekomen?
A: Einde januari of de 5e of 6e februari.
14. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant], politieambtenaar van de onderzoeksdienst te [geboorteplaats 2], in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal nummer VHR-170614.0950.5222, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
V:Wat is uw voornaam?
A: [naam 1] ([naam 1]
V: Wat is uw achternaam?
A: [naam 1] (naam van de vader)
(…)
Ze is hier gestolen. En [verdachte] heeft haar verboden om met ons te praten. Omdat [slachtoffer] bij
hem was, ze mocht een week lang niet met ons praten. De tweede week mocht ze bellen en
kreeg ze van hem een telefoon en heeft ze mij vanuit Nederland gebeld. Toen ze belde begon
(…) zij (…) te huilen. (…) [slachtoffer] zei moeder ik wil dat jullie mij hier weghalen. (…) Ze huilde en zei als je mij hier niet weggehaald zal ik mijzelf hier doden. (…)
16. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant], politieambtenaar van de onderzoeksdienst te [geboorteplaats 2], in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal nummer VHR-180614.0945.5222, inhoudende de verklaring van [naam 2], zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
V:Wat is uw voornaam?
A:[naam 2]
V:Wat is uw achternaam?
A:[naam 2]
V:Wat is u tussennaam?
A:[naam 2] (…)
[slachtoffer] is mijn nicht de dochter van mijn zus. (…) Toen [slachtoffer] belde en huilde en toen ze zei jullie weten niet wat er met mij 's avonds gebeurt. Ik wil terug komen kom mij halen en ga ik mijzelf doden. (…) [slachtoffer] zei je wil niet weten hoeveel mannen er in de nacht over mij heen lopen. Jullie weten niet wat er 's nachts met mij gebeurd. (…)
[verdachte] wilde dat [slachtoffer] voor hem ging werken. En dat ze met klanten zou werken. [slachtoffer] wilde dit zelf niet. Ze moest hele vieze dingen met klanten doen. (…) [verdachte] zei tegen [slachtoffer] dat hij haar polsen zou doorsnijden. Hij zou haar met een mes snijden. En omdat [slachtoffer] bang was ging zij op straat werken. (…) Ze kwam laat om haar op te halen en de volgende dag bracht hij haar weer en kwam haar dan weer ophalen. (…)

Voetnoten

1.Map 4; Pagina 547-551
2.Map 4; Pagina 552-557
3.Map 4; Pagina 558-566
4.Map 4; Pagina 567-575
5.Map 4; Pagina 581-588
6.Map 4; Pagina 602-609
7.Map 4; Pagina 654-658
8.Map 4; Pagina 441-443
9.Map 4; Pagina 519-520
10.Map 4; Pagina 521-524
11.Map 2; Pagina 101-114
12.Map 2; Pagina 118-131
13.Map 2; Pagina 133-144