ECLI:NL:RBOVE:2015:2763

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
22 mei 2015
Publicatiedatum
9 juni 2015
Zaaknummer
08/171489 / KG RK 15-334
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van griffiemedewerkers: verzoeker niet-ontvankelijk

Op 11 mei 2015 heeft verzoeker in een andere zaak een verzoek tot wraking ingediend tegen verschillende griffiemedewerkers en rechters. De rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, heeft op 22 mei 2015 uitspraak gedaan in deze wrakingsprocedure. De rechtbank oordeelt dat een wrakingsverzoek enkel gericht kan zijn tegen rechters en niet tegen griffiemedewerkers. Verzoeker is niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek, omdat hij niet heeft aangetoond dat de onpartijdigheid van de rechters in gevaar zou zijn. De rechtbank benadrukt dat verzoeker moet specificeren welke feiten of omstandigheden zijn bezwaren onderbouwen. Daarnaast werd opgemerkt dat de aanhef in brieven van de rechtbank geen grond voor wraking vormt. Aangezien verzoeker niet-ontvankelijk is verklaard, is een mondelinge behandeling van het verzoek niet nodig. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK OVERIJSSEL

Wrakingskamer
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer / rekestnummer: 08/171489 / KG RK 15-334
Beslissing van 22 mei 2015
in de zaak van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats]
verzoeker tot wraking.

1.De procedure

1.1.
Op 11 mei 2015 heeft verzoeker in de zaak met kenmerk 3751743 CV Expl 15-152 een verzoek tot wraking gedaan van:
mevrouw [A],
mevrouw [B],
de overige rechters en andere soorten ambtenaren, die de zaak in behandeling hebben,
alle soorten ambtenaren, die vóór dit verzoek andere verschonings- en wrakingsverzoeken van verzoeker hebben behandeld of niet hebben behandeld.

2.De ontvankelijkheid

2.1.
Voornoemde mevrouw [A] en mevrouw [B] zijn medewerkers ter griffie van de rechtbank. Een wrakingsverzoek kan slechts tegen rechters zijn gericht. Verzoeker is niet-ontvankelijk in zijn verzoek voor zover het is gericht tegen alle in het verzoek genoemde of aangewezen personen die geen rechter zijn (c en d).
2.2.
Verzoeker is evenwel ook niet-ontvankelijk in zijn verzoek, voor zover het is gericht tegen rechterlijke ambtenaren, omdat hij niet motiveert op grond van welke feiten of omstandigheden de onpartijdigheid van de rechters, die zijn zaak behandelen schade zou kunnen lijden. Individualisering van de betrokken rechter is nodig omdat verzoeker duidelijk zal moeten maken welke concrete en feitelijke bezwaren maken dat juist deze rechter zijn, verzoeker’s, zaak niet onpartijdig zal behandelen.
2.3.
Voor zover verzoeker zich stoort aan de aanhef die in brieven van de rechtbank aan hem wordt gebruikt, is daarin geen grond voor wraking gelegen. Daarnaast wordt door de in de brief of brieven gebruikte zin:
“Een schriftelijke reactie heeft onze voorkeur”de toegang tot de rechter niet belemmerd.
2.4.
Nu verzoeker in zijn verzoek reeds nu niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, kan een mondelinge behandeling van het verzoek achterwege blijven.
3. De beslissing
De rechtbank
3.1.
verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking.
Deze beslissing is gegeven door de mrs. J.A.O.M. van Aerde, S. Taalman en C. Verdoold in tegenwoordigheid van de griffier mr. M.K. van Haren en in het openbaar uitgesproken op 22 mei 2015.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.