ECLI:NL:RBOVE:2015:268

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
20 januari 2015
Publicatiedatum
20 januari 2015
Zaaknummer
08/952233-14 en 08/910094-14
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel en bedreiging met zware mishandeling in Almelo

Op 20 januari 2015 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die gedurende een half jaar een kwetsbare, aan drugs verslaafde vrouw op grove wijze heeft uitgebuit. De verdachte werd beschuldigd van mensenhandel, bedreiging, mishandeling en vernieling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de vrouw heeft gedwongen tot prostitutie door middel van dwang, geweld en bedreigingen. De verdachte heeft haar ook financieel uitgebuit door haar te dwingen het verdiende geld aan hem af te staan om een vermeende schuld in te lossen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 21 maanden. De zaak kwam aan het licht na een melding bij de politie, waarna een onderzoek werd ingesteld. De rechtbank heeft de verklaringen van de vrouw en andere bewijsmiddelen als overtuigend beschouwd. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan ernstige inbreuken op de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer, en de rechtbank heeft geen redenen gevonden om de verdachte niet strafbaar te achten. De rechtbank heeft ook de vordering van de officier van justitie tot een hogere straf in overweging genomen, maar heeft uiteindelijk een gevangenisstraf van 21 maanden opgelegd, rekening houdend met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 08/952233-14 en 08/910094-14 (gev ttz)
Datum vonnis: 20 januari 2015
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1983 in [geboorteplaats],
nu verblijvende in het huis van bewaring De Karelskamp te Almelo.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
6 januari 2015. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. A.M. Vloedbeld en van hetgeen door de verdachte en diens raadsman mr. R.B.J.G. Baggen advocaat te Arnhem, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Parketnummer 08/952233-14:
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan:
feit 1:mensenhandel;
feit 2 en feit 5:bedreiging;
feit 3:mishandeling;
feit4: vernieling.
Parketnummer en 08/910094-14:
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:zich schuldig heeft gemaakt aan mishandeling van [slachtoffer 3];
feit 2: munitie (kogelpatronen) voorhanden heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging onder parketnummer 08/952233-14 aan de verdachte, dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 24 januari 2014
tot en met 30 juni 2014 in de gemeente(n) Almelo en/of Hengelo en/of Enschede
en/of elders in Nederland,
een ander, genaamd [slachtoffer 1],
(lid 1, onder 4°)
(telkens) door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden
en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden, door fraude,
afpersing, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden
voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare
positie, die [slachtoffer 1], heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar
te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten (bestaande uit
seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling) dan wel onder de
genoemde omstandigheden, te weten door dwang en/of geweld en/of één of meer
(andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere
feitelijkheden, door fraude, afpersing, misleiding dan wel door misbruik van
uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door
misbruik van de kwetsbare positie enige handeling(en) heeft ondernomen
waarvan hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die
[slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van
arbeid en/of diensten,
en/of
(lid 1, onder 6)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting (in de
prostitutie) van die [slachtoffer 1],
immers is/heeft hij, verdachte, (telkens):
- ( terwijl die [slachtoffer 1] zwaar verslaafd is aan drugs (coke), en/of door
die drugsverslaving grote/veel schulden heeft bij verdachte en/of anderen)
- meermalen, althans éénmaal, die [slachtoffer 1] bedreigd dat zij geld moet
gaan verdienen om zo haar schuld af te lossen bij hem, verdachte en/of
- dreigend tegen die [slachtoffer 1] gezegd en/of ge-smst "Luister, ik maak geen
grapjes. Ja, je hebt die kankerring gekregen en daarom wou ik je die
kankerring ook niet geven, je zorgt voor me geld" en/of "helemaal niet je
zorgt gewoon voor me geld, bel me als je me geld hebt, klaar" en/of Nee,
als jij mijn geld hebt, dan betaal maar een paar duizend euro, dan heb ik
pas meer geld" en/of "Wat effe normaal, wat denk je, dat al mijn schuld zo
maar weg is of zo" en/of "Mafkees, wegwezen joh, mijn geld gaan regelen, ik
maak geen grappen met jou" en/of "Ga niet lullen voor 'k je vingers breek
junkie wil zo geld zien en telefoon" en/of "Jij gaat je klaarmaken en zorgen
dat er geld binnen komt" en/of "Ga je zo zegt n jij gaat nergens je gaat
werken klaar" en/of "Kanker ga de rollen nu niet omdraaien ja anders kom ik
nou terug om je een kankerschop te geven ja!" en/of "Maar ik schop je dwars
door die ramen heen....als binnen een uur mijn geld er niet is ga je dwars
door de achterraam ook nog" en/of "Als hij daar niet is schop ik jou ook?"
en/of "Niet lullen met mij ja, want jij gaat ook de kelder in" en/of
- die [slachtoffer 1] mishandeld en/of
- de ramen van de woning van die [slachtoffer 1] ingeslagen omdat zij niet
tijdig geld aan hem, verdachte, betaalt en/of
- de bankpas (pinpas) van die [slachtoffer 1] in zijn bezit gehad en/of
geld gepind met de bankpas (pinpas) van die [slachtoffer 1] en/of
- aldus en/of op enigerlei (andere) wijze in de communicatieve en/of
feitelijke omgang met die [slachtoffer 1] een situatie gecreeerd en/of in
stand gehouden, waarin verdachte door de feitelijke omstandigheden een
overwicht verkreeg over die [slachtoffer 1] en/of misbruik heeft gemaakt van
het uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht dat verdachte over
die [slachtoffer 1] had en/of
- door welke feiten en omstandigheden voor die [slachtoffer 1] een
(afhankelijkheids)situatie is ontstaan waaraan zij zich niet heeft kunnen
onttrekken en/of tengevolge waarvan zij geen weerstand aan verdachte heeft
kunnen bieden;
2.
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 6 maart 2014
tot en met 30 juni 2014 in de gemeente(n) Almelo en/of Hengelo en/of
Enschede, althans in Nederland [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf
tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft
verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] dreigend de woorden toegevoegd
"Luister, ik maak geen grapjes. Ja, je hebt die kankerring gekregen en daarom
wou ik je die kankerring ook niet geven, je zorgt voor me geld" en/of
"helemaal niet je zorgt gewoon voor me geld, bel me als je me geld hebt,
klaar" en/of Nee, als jij mijn geld hebt, dan betaal maar een paar duizend
euro, dan heb ik pas meer geld" en/of "Wat effe normaal, wat denk je, dat al
mijn schuld zo maar weg is of zo" en/of "Mafkees, wegwezen joh, mijn geld gaan
regelen, ik maak geen grappen met jou" en/of "Ga niet lullen voor 'k je
vingers breek junkie wil zo geld zien en telefoon" en/of "Jij gaat je
klaarmaken en zorgen dat er geld binnen komt" en/of "Ga je zo zegt n jij gaat
nergens je gaat werken klaar" en/of "Kanker ga de rollen nu niet omdraaien ja
anders kom ik nou terug om je een kankerschop te geven ja!" en/of "Maar ik
schop je dwars door die ramen heen....als binnen een uur mijn geld er niet is
ga je dwars door de achterraam ook nog" en/of "Als hij daar niet is schop ik
jou ook?" en/of "Niet lullen met mij ja, want jij gaat ook de kelder in",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3.
hij in of omstreeks de periode van 21 juni 2014 tot en met 22 juni 2014 in de
gemeente Almelo opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 2]
), (hard/met kracht) om/bij de keel/hals/nek heeft vastgepakt en/of die
[slachtoffer 2] hardhandig heeft vastgepakt en/of (weg)geduwd en/of die [slachtoffer 2] heeft
geschopt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
4.
hij in of omstreeks de periode van 21 juni 2014 tot en met 22 juni 2014 in de
gemeente Almelo opzettelijk en wederrechtelijk een voordeurruit (van een
woning aan de [adres 1]), in elk geval enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of Beter Wonen, in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of
onbruikbaar gemaakt;
5.
hij in of omstreeks de periode van 21 juni 2014 tot en met 22 juni 2014 in de
gemeente Almelo [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 2] (via Facebook) dreigend de woorden toegevoegd dat hij haar nog wel een keer zou komen opzoeken en/of dat hij nog niet klaar met haar was, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Voluit luidt de tenlastelegging onder parketnummer 08/910094-14 aan de verdachte, dat:
1.
hij op of omstreeks 08 mei 2014 in de gemeente Almelo opzettelijk mishandelend
een persoon (te weten [slachtoffer 3]), (hard/met kracht) heeft
opgepakt en/of heeft weggegooid, althans (krachtig) geweld op die [slachtoffer 3]
heeft uitgeoefend, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft
ondervonden;
2.
hij op of omstreeks 30 juni 2014 in de gemeente Almelo voorhanden heeft gehad
17 stuks volmantel kogelpatronen (merk HP, Geco en/of Sellier & Bellot,
kaliber 7,65mm) en/of een volmantel kogelpatroon (merk Sellier & Bellot,
kaliber 7,62 x 25mm), in elk geval munitie in de zin van de Wet Wapens en
Munitie van categorie III;

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de feiten 1, 2, 3 en 4 onder parketnummer 08/952233-14 en de feiten 1 en 2 onder parketnummer 08/910094-14 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 26 maanden met aftrek van de periode die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.

4.De voorvragen

De raadsman van verdachte heeft aangevoerd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk is ten aanzien van de vervolging van het ten laste gelegde feit mensenhandel aangezien de beginselen van een goede procesorde zijn geschonden. Hierdoor krijgt verdachte geen eerlijk proces. De opsporingsambtenaren hebben volgens de raadsman niet te goeder trouw gehandeld en het opsporingsonderzoek is zeer eenzijdig gericht geweest op verdachte, terwijl uit het dossier voldoende aanwijzingen naar voren komen voor de betrokkenheid van in elk geval één andere verdachte terzake mensenhandel.
De rechtbank overweegt dat het openbaar ministerie beslist over de vervolging.
De wijze waarop het openbaar ministerie van zijn bevoegdheid gebruik maakt staat in zijn algemeenheid niet ter beoordeling van de rechter.
Dat is slechts anders als de vervolging in strijd is met wettelijke of verdragsrechtelijke voorschriften en beginselen van een behoorlijke procesorde. Het enkele feit dat verdachte is vervolgd, en een andere mogelijke betrokkene niet, is onvoldoende om de conclusie te trekken dat het openbaar ministerie in redelijkheid, bij afweging van de betrokken belangen, niet tot (verdere) vervolging van verdachte over heeft kunnen gaan. Ook voor het overige is niet gebleken dat het openbaar ministerie de belangen van verdachte opzettelijk en ernstig heeft geschaad. De rechtbank verwerpt daarom het verweer. De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het openbaar ministerie ook ten aanzien van de overige feiten ontvankelijk is in de vervolging. De rechtbank heeft daarnaast vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling van het bewijs

Deze paragraaf bevat het oordeel van de rechtbank over de vraag of de tenlastegelegde feiten bewezenverklaard kunnen worden of dat daarvan moet worden vrijgesproken. In het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, steunt de beslissing dat verdachte de feiten heeft begaan op de inhoud van bewijsmiddelen die als bijlage aan het vonnis zijn gehecht en daarvan op die wijze deel uitmaken. Deze bewijsmiddelen bevatten dan de redengevende feiten en omstandigheden op grond waarvan de rechtbank de overtuiging heeft gekregen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Ten aanzien van feit 1 onder parketnummer 08/952233-14
5.1.1
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van het onder 1 tenlaste-gelegde. De officier van justitie heeft ter zitting een schriftelijk requisitoir overgelegd en verwezen naar de bijlage met opgenomen bewijsmiddelen die zij tevens heeft overgelegd.
Als bewijsmiddelen noemt de officier van justitie ondermeer de MMA- melding van
24 januari 2014, het proces-verbaal van bevindingen van 20 februari 2014, het politieverhoor van aangeefster [slachtoffer 1] van 30 juni 2014, het verhoor van [slachtoffer 1] bij de rechter-commissaris van 11 december 2014 en de tapgesprekken sms-berichten tussen verdachte en [slachtoffer 1]. Uit de bewijsmiddelen volgt volgens de officier van justitie dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel.
De raadsman verzoekt de rechtbank om verdachte van het onder 1 tenlastegelegde vrij te spreken. De raadsman voert hiertoe aan dat er tussen verdachte en [slachtoffer 1] sprake was van een liefdesrelatie. Verdachte heeft [slachtoffer 1] op vele gebieden geholpen.
In telefoongesprekken met verdachte zegt zij dat zij van verdachte houdt.
Dit blijkt ook uit sms-berichten. De verklaringen die [slachtoffer 1] ten overstaan van de politie en de rechter-commissaris heeft afgelegd dienen als onbetrouwbaar te worden aangemerkt. Haar verklaringen bevatten inconsistenties en komen op onderdelen niet overeen met de inhoud van de telefoongesprekken die zij met verdachte heeft gevoerd.
De raadsman voert aan dat [slachtoffer 1] uitsluitend voor de heer [naam 1] werkte en niet voor verdachte. Uit een afgetapt telefoongesprek tussen verdachte en [slachtoffer 1] komt naar voren dat zij niet wil dat verdachte zich met haar werkzaamheden bemoeit.
De verdediging voert voorts aan dat niet bewezen kan worden dat verdachte opzettelijk voordeel heeft getrokken van de uitbuiting van [slachtoffer 1], nu geen sprake is van één of meer van de in artikel 273f Sr genoemde dwangmiddelen en van het oogmerk van uitbuiting en verdachte geen financieel voordeel heeft getrokken uit de door [slachtoffer 1] verleende diensten.
5.1.2
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de aan drugs verslaafde [slachtoffer 1] door dwang en geweld en door dreiging met geweld en andere feitelijkheden heeft gedwongen tot het zich beschikbaar stellen voor de prostitutie. De rechtbank acht op grond van de verklaring van [slachtoffer 1] bij de rechter-commissaris, in combinatie met de door verdachte aan [slachtoffer 1] verstuurde sms-berichten en de inhoud van de tussen hen afgetapte telefoongesprekken, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte ook geweld gebruikt heeft tegen [slachtoffer 1]. Bovendien heeft verdachte [slachtoffer 1] van drugs voorzien om haar werk gemakkelijker te kunnen doen.
Door op deze wijze te werk te gaan bij een afhankelijke en kwetsbare vrouw, heeft verdachte ook misbruik gemaakt van zijn uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht op [slachtoffer 1]. Ook acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ramen van de woning van [slachtoffer 1] heeft ingeslagen omdat zij niet tijdig aan hem heeft betaald. Uit een afgetapt telefoongesprek tussen haar en verdachte blijkt immers dat verdachte hiermee heeft gedreigd. De rechtbank acht het gelet op de aard en de ernst van de bedreiging aannemelijk dat verdachte ook daadwerkelijk de ramen bij [slachtoffer 1] heeft ingeslagen.
Voorts acht de rechtbank bewezen dat verdachte aangeefster heeft gedwongen zich beschikbaar te stellen voor de prostitutie met het oogmerk van uitbuiting. Aangeefster is immers gedwongen het met de prostitutie verdiende geld aan verdachte af te staan om de schuld die zij volgens verdachte bij hem had voor door verdachte verstrekte drugs in te lossen. Verdachte heeft ook ter zitting verklaard dat [slachtoffer 1] hem moest terugbetalen en dat hij haar bankpas in zijn bezit heeft gehad. De rechtbank acht gelet hierop bewezen dat de uitbuiting van [slachtoffer 1] was gericht op financieel gewin voor verdachte.
Over de periode waarin het strafbare feit heeft plaatsgevonden overweegt de rechtbank het volgende. Naar aanleiding van een MMA-melding op 24 januari 2014 is de politie overgegaan tot het aftappen van de telefoon van [slachtoffer 1]. Uit de telefoontaps komt vervolgens verdachte bij de politie in beeld. De inhoud van de telefoontaps en sms-berichten geven de politie begrijpelijkerwijs aanleiding om de rol van verdachte nader te onderzoeken, hetgeen uiteindelijk leidt tot de vervolging van verdachte. [slachtoffer 1] heeft weliswaar aanvankelijk ook belastend verklaard over [naam 1], maar in de verklaring van 30 juni 2014 verklaart zij belastend over verdachte. Bij de rechter-commissaris heeft [slachtoffer 1] verklaard dat zij aanvankelijk niet belastend over verdachte durfde te verklaren en dat zij daarom daar waar zij de naam [naam 1] noemde, zij verdachte bedoelde.
De rechtbank acht dit aannemelijk gezien de aard en de ernst van het door verdachte geuite geweld en de geuite bedreigingen tegen [slachtoffer 1]. Gelet hierop acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich reeds op het moment van MMA-melding van 24 januari 2014 schuldig maakte aan mensenhandel. Verdachte heeft zich derhalve in de periode van 24 januari 2014 tot 30 juni 2014 aan voornoemd misdrijf schuldig gemaakt.
Ten aanzien van feit 2 onder parketnummer 08/952233-14
5.2.1
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft bewezenverklaring van het onder 2 tenlastegelegde gevorderd. De officier van justitie heeft ter zitting een schriftelijk requisitoir overgelegd en verwezen naar een bijlage met bewijsmiddelen die zij tevens heeft overgelegd.
Als bewijsmiddelen noemt de officier van justitie onder meer de MMA- melding van
24 januari 2014, het proces-verbaal van bevindingen van 20 februari 2014, het politieverhoor van [slachtoffer 1] van 30 juni 2014 en het verhoor van [slachtoffer 1] bij de rechter-commissaris van 11 december 2014 en de tapgesprekken sms-berichten tussen verdachte en [slachtoffer 1]. Uit de bewijsmiddelen blijkt volgens de officier van justitie naar voren dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan bedreiging van [slachtoffer 1] in de zin van artikel 285 Sr.
De raadsman verzoekt de rechtbank om verdachte van het onder 2 tenlastegelegde vrij te spreken. Volgens de raadsman volgt uit de telefoongesprekken ook dat [slachtoffer 1] zich schuldig heeft gemaakt aan het strafbare feit bedreiging jegens verdachte. Het ging vaak over en weer. De tenlastegelegde uitingen zouden merendeels kunnen worden gekwalificeerd als bedreiging, maar zij dienen wel in de juiste context te worden geplaatst.
5.2.2
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat verdachte [slachtoffer 1] in de periode van 6 maart 2014 tot en met 30 juni 2014 heeft bedreigd met zware mishandeling. Uit de tapgesprekken en de sms-berichten van verdachte, gericht aan het adres van [slachtoffer 1] komt naar voren dat verdachte jegens haar grove bedreigingen heeft geuit. De rechtbank is van oordeel dat hierdoor bij [slachtoffer 1] de redelijke vrees kon ontstaan dat zij daadwerkelijk door verdachte ernstig mishandeld zou worden.
[slachtoffer 1] heeft immers verklaard dat verdachte haar al meermalen heeft mishandeld. Bovendien verkeerde zij in een kwetsbare en afhankelijke positie ten opzichte van verdachte. Het verweer van de raadsman dat [slachtoffer 1] ook bedreigingen heeft geuit jegens verdachte en dat verdachte daarom gelet op de context dient te worden vrijgesproken, treft geen doel.
Tot slot is de rechtbank van oordeel dat ook sprake is geweest van opzet bij verdachte gericht op het teweegbrengen van bovenbedoelde vrees bij [slachtoffer 1]. Verdachte heeft ten minste willens en wetens de kans aanvaard dat bij [slachtoffer 1] de vrees zou ontstaan dat zij daadwerkelijk door hem zwaar zou worden mishandeld.
Ten aanzien van feit 3 onder parketnummer 08/952233-14
5.3.1
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van het onder 3 tenlastegelegde. De officier van justitie heeft ter zitting een schriftelijk requisitoir overgelegd en verwezen naar een bijlage met bewijsmiddelen die zij tevens heeft overgelegd.
Als bewijsmiddelen noemt de officier van justitie de aangifte van [slachtoffer 2], het bij haar vastgestelde letsel en de vastgestelde schade aan de deur.
De raadsman verzoekt de rechtbank om verdachte van het onder 3 tenlastegelegde vrij te spreken wegens gebrek aan bewijs.
5.3.2
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het onder feit 3 tenlastegelegde nu voor een bewezenverklaring van dit feit onvoldoende wettige bewijsmiddelen in het dossier te vinden zijn.
Ten aanzien van feit 4 onder parketnummer 08/952233-14
5.4.1
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van het onder 4 tenlastegelegde. De officier van justitie heeft ter zitting een schriftelijk requisitoir overgelegd en verwezen naar een bijlage met bewijsmiddelen die zij tevens heeft overgelegd. Als bewijsmiddelen noemt de officier van justitie de aangifte van [slachtoffer 2] en de verklaring van de begeleidster van [slachtoffer 2], [naam 2]. Met de vaststelling dat verdachte eveneens de ruiten bij [slachtoffer 1] heeft vernield en hierover zelf een sms-bericht heeft gestuurd aan
[slachtoffer 1] concludeert de officier van justitie dat de aangifte van [slachtoffer 2] voldoende wordt ondersteund.
De raadsman verzoekt de rechtbank om verdachte van het onder 4 tenlastegelegde vrij te spreken wegens gebrek aan bewijs.
5.4.2
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het onder feit 4 tenlastegelegde nu voor een bewezenverklaring van dit feit onvoldoende wettige bewijsmiddelen in het dossier te vinden zijn.
Ten aanzien van feit 5 onder parketnummer 08/952233-14
5.5.1
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
Zowel de officier van justitie als de raadsman verzoeken de rechtbank om verdachte van het feit 5 tenlastegelegde vrij te spreken.
5.5.2
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het onder feit 5 tenlastegelegde nu voor een bewezenverklaring van dit feit onvoldoende wettige bewijsmiddelen in het dossier te vinden zijn.
Ten aanzien van feit 1 onder parketnummer 08/910094-14
5.6.1
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van het onder 1 tenlastegelegde. Als bewijsmiddelen noemt de officier van justitie de verklaring van
[slachtoffer 1] bij de rechter-commissaris en het proces-verbaal van bevindingen van 8 mei 2014.
De raadsman verzoekt de rechtbank om verdachte van het onder 1 tenlastegelegde vrij te spreken wegens gebrek aan bewijs.
5.6.2
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het onder feit 1 tenlastegelegde nu voor een bewezenverklaring van dit feit onvoldoende wettige bewijsmiddelen in het dossier te vinden zijn.
Ten aanzien van feit 2 onder parketnummer 08/910094-14
5.7.1
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Evenals de officier van justitie, de verdachte en zijn raadsman, acht de rechtbank het onder 2 tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen
5.8
De conclusie
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder parketnummer 08/952233-14 sub 3, 4 en 5 en onder parketnummer 08/910094-14 sub 1 is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het onder parketnummer 08/952233-14 sub 1 en sub 2 tenlastegelegde en het onder parketnummer 08/910094-14 sub 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat hij:
Parketnummer 08/952233-14
1.
in de periode van 24 januari 2014 tot en met 30 juni 2014 in Nederland,
een ander, genaamd [slachtoffer 1], door dwang en/of geweld en/of andere feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie, die [slachtoffer 1] heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van diensten (bestaande uit seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling),
en
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting (in de prostitutie) van die [slachtoffer 1], immers is/heeft hij, verdachte:
- ( terwijl die [slachtoffer 1] verslaafd is aan drugs (coke), en door die drugsverslaving
schulden heeft bij verdachte,
- dreigend tegen die [slachtoffer 1] gezegd en/of ge-smst "Luister, ik maak geen
grapjes. Ja, je hebt die kankerring gekregen en daarom wou ik je die
kankerring ook niet geven, je zorgt voor me geld" en "helemaal niet je
zorgt gewoon voor me geld, bel me als je me geld hebt, klaar" en "Nee,
als jij mijn geld hebt, dan betaal maar een paar duizend euro, dan heb ik
pas meer geld" en "Wat effe normaal, wat denk je, dat al mijn schuld zo
maar weg is of zo" en "Mafkees, wegwezen joh, mijn geld gaan regelen, ik
maak geen grappen met jou" en "Ga niet lullen voor 'k je vingers breek
junkie wil zo geld zien en telefoon" en "Jij gaat je klaarmaken en zorgen
dat er geld binnen komt" en "Ga je zo zegt n jij gaat nergens je gaat
werken klaar" en "Kanker ga de rollen nu niet omdraaien ja anders kom ik
nou terug om je een kankerschop te geven ja!" en "Maar ik schop je dwars
door die ramen heen....als binnen een uur mijn geld er niet is ga je dwars
door de achterraam ook nog" en "Als hij daar niet is schop ik jou ook?"
en "Niet lullen met mij ja, want jij gaat ook de kelder in" en
- die [slachtoffer 1] mishandeld en
- de ramen van de woning van die [slachtoffer 1] ingeslagen omdat zij niet
tijdig geld aan hem, verdachte, betaalt en
- de bankpas (pinpas) van die [slachtoffer 1] in zijn bezit gehad en
- aldus in de communicatieve en feitelijke omgang met die [slachtoffer 1] een situatie gecreëerd en in stand gehouden, waarin verdachte door de feitelijke omstandigheden een overwicht verkreeg over die [slachtoffer 1] en misbruik heeft gemaakt van het uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht dat verdachte over die [slachtoffer 1] had en
- door welke feiten en omstandigheden voor die [slachtoffer 1] een
(afhankelijkheids)situatie is ontstaan waaraan zij zich niet heeft kunnen
onttrekken en tengevolge waarvan zij geen weerstand aan verdachte heeft
kunnen bieden;
2.
hij in de periode van 6 maart 2014 tot en met 30 juni 2014 in de gemeente(n) Almelo en/of Hengelo in Nederland [slachtoffer 1] heeft bedreigd met met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] dreigend de woorden toegevoegd "Luister, ik maak geen grapjes. Ja, je hebt die kankerring gekregen en daarom wou ik je die kankerring ook niet geven, je zorgt voor me geld" en
"helemaal niet je zorgt gewoon voor me geld, bel me als je me geld hebt, klaar" en Nee, als jij mijn geld hebt, dan betaal maar een paar duizend euro, dan heb ik pas meer geld" en "Wat effe normaal, wat denk je, dat al mijn schuld zo maar weg is of zo" en "Mafkees, wegwezen joh, mijn geld gaan regelen, ik maak geen grappen met jou" en "Ga niet lullen voor 'k je vingers breek junkie wil zo geld zien en telefoon" en "Jij gaat je klaarmaken en zorgen dat er geld binnen komt" en "Ga je zo zegt n jij gaat nergens je gaat werken klaar" en "Kanker ga de rollen nu niet omdraaien ja anders kom ik nou terug om je een kankerschop te geven ja!" en "Maar ik schop je dwars door die ramen heen....als binnen een uur mijn geld er niet is ga je dwars door de achterraam ook nog" en "Als hij daar niet is schop ik jou ook?" en "Niet lullen met mij ja, want jij gaat ook de kelder in",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Parketnummer 08/910094-14
2.
hij op 30 juni 2014 in de gemeente Almelo voorhanden heeft gehad 17 stuks volmantel kogelpatronen (merk HP, Geco en Sellier & Bellot, kaliber 7,65mm) en een volmantel kogelpatroon (merk Sellier & Bellot, kaliber 7,62 x 25mm), in elk geval munitie in de zin van de Wet Wapens en Munitie van categorie III.
De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder parketnummer 08/952233-14 sub 1 en sub 2 en onder parketnummer 08/910094-14 sub 2 meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij de artikelen 273f en 285 Sr en artikel 26 Wet wapens en munitie. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
Parketnummer 08/952233-14:
feiten 1 en 2:het misdrijf: mensenhandel en
het misdrijf: bedreiging met zware mishandeling, meermalen gepleegd,
in eendaadse samenloop begaan
en
Parketnummer 08/910094-14:
feit 2
het misdrijf: handelen in strijd met artikel 26 eerste lid van de Wet wapens en munitie

7.De strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

8.De op te leggen straf of maatregel

8.1
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Verdachte heeft gedurende een half jaar een kwetsbare, aan drugs verslaafde vrouw op grove wijze uitgebuit, onder meer door haar meermalen te bedreigen met zware mishandeling; verdachte heeft daarbij ernstig inbreuk gemaakt op haar lichamelijke en geestelijke integriteit.
Dat de situatie van het slachtoffer uiterst zorgelijk was door haar verslavings- en psychiatrische problematiek heeft verdachte niet weerhouden van zijn handelwijze die erop was gericht zichzelf te bevoordelen. Verdachte heeft dus kennelijk slechts oog gehad voor zijn eigen financiële gewin. Ook ter zitting heeft verdachte er geen blijk van gegeven dat hij zich bewust is van de laakbaarheid van zijn handelen.
Verdachte heeft bovendien een aantal kogelpatronen voorhanden gehad.
De rechtbank heeft voorts kennisgenomen van verdachtes justitiële documentatie, waaruit blijkt dat hij meermalen met justitie in aanraking is gekomen.
De rechtbank stelt vast dat verdachte ter observatie is opgenomen in het Pieter Baan Centrum. Verdachte heeft echter (weloverwogen) geweigerd mee te werken aan het gedragsdeskundig onderzoek, zodat geen advies is geformuleerd.
Voor mensenhandel zijn door het LOVS geen oriëntatiepunten vastgesteld. Bij het bepalen van de straf en de hoogte hiervan heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en ernst van de bewezenverklaarde feiten in verhouding tot andere strafbare feiten, die tot uitdrukking komen in de strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat aan verdachte een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van eenentwintig maanden dient te worden opgelegd.
8.2
De inbeslaggenomen voorwerpen
De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat de in beslag genomen voorwerpen die zijn vermeld op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst onder de nummers 1, 2, 3 en 4 dienen te worden teruggegeven aan verdachte.
De in beslag genomen munitie en drugs dienen te worden onttrokken aan het verkeer. De weegschaal, theelepel (2x), gripzakjes, juslepel en BlackBerry dienen verbeurd te worden verklaard. Voorst dienen de ID-bewijzen van [naam 1] en [naam 3] te worden teruggegeven aan de gemeente. Het rijbewijs van [naam 4] zal ook aan de gemeente moeten worden teruggegeven. Tenslotte dient de bankpas van [naam 5] aan de ABN-AMRO te worden teruggeven.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 10, 27, 33, 33a, 36b, 36c, 55, 57, 91 Sr en artikel 26 en 55 wet wapens en munitie.

10.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
  • verklaart niet bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08/952233-14 feit 3, 4 en 5 en het onder parketnummer 08/910094-14 feit 1 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
  • verklaart bewezen, dat verdachte het onder parketnummer 08/952233-14 feit 1 en feit 2 en het onder parketnummer 08/910094-14 feit 2 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder parketnummer 08/952233-14 feit 1 en feit 2 en onder parketnummer 08/910094-14 feit 2 meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Parketnummer 08/952233-14:
feiten 1 en 2:het misdrijf: mensenhandel en
het misdrijf: bedreiging met zware mishandeling, meermalen gepleegd,
in eendaadse samenloop begaan
en
Parketnummer 08/910094-14:
feit 2
het misdrijf: handelen in strijd met artikel 26 eerste lid van de Wet wapens en munitie;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder parketnummer 08/952233-14 feit 1 en feit 2 en onder parketnummer 08/910094-14 feit 2 bewezenverklaarde;
straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
de inbeslaggenomen voorwerpen
  • gelast de teruggave aan verdachte van de op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst genoemde voorwerpen, genummerd 1, 2, 3 en 4;
  • verklaart verbeurd de weegschaal (A.07.07.001), 2x theelepel (A.07.07.005 en A.07.07.002), gripzakjes (A.07.07.003), juslepel (A.07.07.004) en Blackberry (A.07.06.004);
  • verklaart onttrokken aan het verkeer de munitie (A.01.01.001 en A.07.09.001) en drugs (A.01.03.001, A.07.03.001 en A.07.04.001);
  • gelast de teruggave van het ID-bewijs van [naam 1] (A.07.03.003) aan de gemeente Almelo;
  • gelast de teruggave van het ID-bewijs van [naam 3] (A.07.03.004) aan de gemeente Enschede;
  • gelast de teruggave van het rijbewijs van [naam 4] (A.07.03.008) aan de gemeente Almelo;
  • gelast de teruggave van de bankpas van [naam 5] (A.07.06.001) aan de ABN-AMRO.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.J. Stoové, voorzitter, mr. F.C. Berg en mr. H. Bloebaum, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.H. Falkmann-Herber, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 20 januari 2015.
Buiten staat
Mr. Bloebaum is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Ten aanzien van de feiten 1 en 2 onder parketnummer 08/952233-14
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de regiopolitie Twente met nummer PL05OH-2014009075. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het op pagina 2051 en verder opgenomen proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] d.d. 26 augustus 2014, inhoudende als volgt.
“Op 24 januari 2014 is een “Meld Misdaad Anoniem” melding binnengekomen bij de regiopolitie Twente, met de volgende inhoud:
“Er wordt in drugs gedeald aan de [adres 2] in [woonplaats]. Op dit adres woont een Turkse vrouw van ongeveer 35 jaar oud. Het vermoeden bestaat dat deze vrouw ook prostitueert. Er is veel aanloop van klanten. Sommigen blijven maar kort. Anderen blijven een half uur tot een uur in het huis”
2.
Het op pagina 2052 en verder opgenomen proces-verbaal van bevindingen van verbalisant
[verbalisant 2] d.d. 11 maart 2014, inhoudende als volgt.
“Op 20 februari 2014 bevond ik, verbalisant, mij aan de [adres 2] te [woonplaats]. Ik sprak met [slachtoffer 1]. Ik hoorde dat [slachtoffer 1] ons het volgende vertelde:
Ik word gedwongen om seks te hebben met mannen, [naam 1] heeft mijn paspoort afgepakt en komt elke keer in mijn woning. Ik heb seks gehad met mannen. Ik zou daar 150 euro per uur voor krijgen. Ik zou zelf 50 euro krijgen. Ik heb dat geld nooit gekregen want ik had nog die schuld van 10.000 bij [naam 1]. Ook komt [naam 1] met mannen aan mijn deur. Ik kan dan smoezen bedenken, maar krijg later klappen waarom ik de deur niet opendoe.
3.
Het op pagina 2054 en verder opgenomen proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten
[verbalisant 3] en [verbalisant 4] d.d. 20 februari 2014, inhoudende als volgt.
Op 20 februari 2014 hadden wij, verbalisanten, een gesprek met [slachtoffer 1] in haar woning aan de [adres 2] in [woonplaats]. [slachtoffer 1] verklaarde:
- deze [naam 1] dwingt mij tot prostitutie
- [naam 1] heeft mijn paspoort ingenomen
- Wanneer ik weiger te werken als prostituee word ik geslagen tot ik wel ga werken
- Ik moet 150 euro voor 1 uur seks vragen aan de klanten
- Ik moet deze 150 euro volledig afgeven aan de chauffeur die mij naar de klant brengt
4.
Het op pagina 2410 en verder opgenomen proces verbaal verhoor getuige [slachtoffer 1] van 30 juni 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige:
[verdachte] kon mij psychisch helemaal manipuleren. Een ander voorbeeld is dat hij eerst seks met mij kan hebben gehad. Hij is dan heel lief maar vervolgens zegt hij dat ik hem nog geld moet geven en dat ik dat moet afbetalen door gelijk met een andere man naar bed te gaan. Hij heeft wel eens een mes bij mijn vagina gehouden. Ook heeft hij mij wel eens de keel dichtgeknepen. Als hij wel eens bolletjes kwijt is dan moet ik daar twee- a driehonderd euro voor betalen via seks met mannen. Ik heb nooit geld gezien als ik met een andere man naar bed moest. Ik ga er vanuit dat [verdachte] dit geld krijgt. Hij zegt dan dat mijn schuld naar hem toe iets minder is geworden. Ik heb een paar keer nee gezegd. Ik kreeg toen klappen van [verdachte].
5.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 1] van 11 december 2014, afgenomen bij de rechter-commissaris, zakelijk weergegeven als verklaring van getuige:
Ik ken [verdachte] te lang, zo’n 2 a 3 jaar. Hij dealde. Hij sloeg me. Hij terroriseerde mijn hele leven. Hij zei ook altijd dat ik hem geld schuldig was. Iedere dag werd mijn schuld meer. Ik gaf hem soms geld en soms pakte hij het zelf. Ik werd bedreigd. Ik deed ook prostitutiewerk in mijn eigen woning. Dat moest ik van hem. Bij [verdachte] bestaat geen ‘nee’. Hij dreigde en gaf klappen. De eerste keer had hij een advertentie op internet gezet met mijn foto en telefoonnummer. Ik heb geprobeerd te ontsnappen, maar hij kwam mij halen. Toen we thuis kwamen leek hij eerst heel rustig. Daarna brak de hel los. Zo’n klap had ik nog nooit eerder gehad. Ik weet niet hoe vaak ik seks moest hebben met andere mannen. Het was tientallen keren. Het geld dat die mannen betaalden ging naar [verdachte]. Ik gebruikte in die periode drugs samen met hem. Dat was ook een slimme manipulatie van hem. Hij vroeg dan: “waar zijn mijn bolletjes?”. Hij had dan weer een reden om mij te slaan en hij zei dat ik dan weer een schuld bij hem zou hebben. Hij werd ook steeds gewelddadiger. Hij heeft ook mijn rug gebrand met een sigaret. Het werken in de prostitutie met de foto op het internet was voor [verdachte]. [naam 1] had mij dus overgedragen aan [verdachte].
In het begin wilde ik niets over [verdachte] zeggen. Hij beheerste mijn leven zo. Ik zei dat het [naam 1] was. Daar waar ik over [naam 1] verklaarde was het eigenlijk [verdachte]. U vraagt mij waarom ik wel over [naam 1] durfde te verklaren en niet over [verdachte]. De politie wist al over [naam 1]. Over [verdachte] wisten ze nog niets. [verdachte] was voor mij ook onpeilbaar. Maar het was zo dat de één afmaakte waar de ander aan begon.
U vraagt mij aan wie ik mijn pinpas had uitgeleend. Hij is door [naam 1] afgepakt en [verdachte] heeft hem ook gehad
6.
Tap-gesprekken en verstuurde sms-berichten tussen [verdachte] ([telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] en [telefoonnummer 3]) en [slachtoffer 1] ([telefoonnummer 4])
Uit het op pagina 2060 opgenomen proces-verbaal stemherkenning van
12 maart 2014 komt naar voren dat het telefoonnummer [telefoonnummer 4] bij [slachtoffer 1] in gebruik is.
Uit het op pagina 2062 opgenomen proces-verbaal stemherkenning van
30 juni 2014 komt naar voren dat het telefoonnummer [telefoonnummer 4] bij [slachtoffer 1] in gebruik is.
Uit het op pagina 2065 opgenomen proces-verbaal stemherkenning van
28 maart 2014 komt naar voren dat de telefoonnummers [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] bij verdachte in gebruik zijn.
Uit het op pagina 2071 opgenomen proces-verbaal stemherkenning van
23 juni 2014 komt naar voren dat het telefoonnummer [telefoonnummer 3] bij verdachte in gebruik is.
Tapgesprek 6 maart 2014 omstreeks 18.05.50 uur (pag. 2078)
verdachte: luister, ik maak geen grapjes. Ja, je hebt die kankerring gekregen en daarom wou ik je die kankerring ook niet geven, je zorgt gewoon voor me geld.
Nee, als je mijn geld hebt, dan betaal maar een paar duizend euro, dan heb ik pas meer geld.
Wat effe normaal, wat denk je, dat al mijn schuld zomaar weg is of zo. Mafkees, wegwezen joh, mijn geld gaan regelen ik maak geen grappen met jou.
Sms- bericht 6 maart 2014 (pag. 2079)
verdachte: Ga niet lullen voor ‘k je vingers breek junkie wil zo geld zien en telefoon
Sms-bericht 10 maart 2014 (pag. 2108)
verdachte: Jij gaat je klaarmaken en zorgen dat er geld binnen komt..
Sms-berichten 11 maart 2014 (pag. 2110 en 2111)
verdachte: Niet lullen met mij ja
en
verdachte: Want jij gaat ook de kelder in
Sms-bericht 11 maart 2014 (pag. 2121)
verdachte: Ga je zo zegt n jij gaat nergens je gaat werken klaar
Tap-gesprek 11 maart 2014 (pag. 2122)
verdachte: Kanker ga de rollen nu niet omdraaien ja anders kom ik nou terug om je een kankerschop te geven ja!
Maar ik schop je dwars door die ramen heen… als binnen een uur mijn geld er niet is ga je dwars door de achterraam ook nog.
Tapgesprek 24 maart 2014 (pag. 2233)
verdachte: …ik geef je twee minuten of als die kankerstenen op jou oprit, gaan allemaal door jou ramen, alle ramen, boven beneden… Oprotten jij kankerhoer, rennen jij REN!
Tapgesprek 24 maart 2014 (pag. 2234)
verdachte: Elke minuut later krijg je een kankerklap van mij.
7.
Het op pagina 2125 en verder opgenomen proces-verbaal verhoor getuige [getuige] (hulpverleenster zorgaccent) van 13 maart 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige:
[slachtoffer 1] is een jonge vrouw met psychiatrische problemen. Zij heeft last van een borderline persoonlijkheidsstoornis. Er zit een stukje angst bij. Het is een Turkse vrouw, die de Turkse cultuur hoog in het vaandel heeft staan, maar waarvan haar omgeving misbruik maakt. Er zijn dus mensen die haar geld afhandig maken. [slachtoffer 1] vertelde mij dat ze gedwongen werd tot prostitutie. Ze zou een schuld hebben bij die [naam 1] en die moest ze inlossen.
8.
Het op pagina 2140 en verder opgenomen proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 april 2014 van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 5], inhoudende als volgt.
Op 24 maart 2014 kwam mij, verbalisant [verbalisant 2], ter ore dat de ramen van de woning [adres 2] ([slachtoffer 1]) ingegooid waren. Hierop ben ik naar de woning van [slachtoffer 1] gegaan, Ik zag dat de ruit van de voordeur kapot was, zat een gat van ca. 30 cm doorsnede in. Ook in de grote ruit aan de voorzijde van de woning (woonkamer) zat een soortgelijk gat.
9.
De door verdachte op 6 januari 2015 ter terechtzitting afgelegde verklaring, zakelijk weergegeven inhoudende als volgt.
Ik heb de bankpas van [slachtoffer 1] in mijn bezit gehad.
Ten aanzien van feit 2 onder parketnummer 08/910094-14
1.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 6 januari 2015, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van de verdachte als bedoeld in art. 359, derde lid, laatste volzin, Sv.
2.
Het op pagina 2295 en verder opgenomen proces-verbaal betreffende pv Expertise munitie
d.d. 10 juli 2014, opgesteld door H.J. Kolkman brigadier van de politie Oost Nederland, team DRUWA, waaruit blijkt dat er bij verdachte 17 volmantel kogelpatronen van de merken HP, Geco en Sellier & Bellot, kaliber 7,65 mm zijn aangetroffen en 1 volmantel kogelpatroon van het merk Sellier&Bellot, kaliber 7,62 x 25 mm.