2.2De rechtbank stelt vast dat het verzoek van eiser met name ziet op de namen van deelnemende partijen, de namen van de kandidaten en de volgorde op de kandidatenlijst, hun woonplaatsen, geboortedata, burgerservicenummer (hierna: BSN) en handtekening. Daarnaast is het voor eiser van belang om vast te kunnen stellen of betrokkenen daadwerkelijk een instemmingsverklaring hebben afgelegd.
Ter zitting heeft eiser aangegeven dat het hem niet te doen is om de adressen van de kandidaten.
3. Bij besluit van 13 mei 2014 heeft verweerder meegedeeld dat niet aan eisers verzoek kan worden voldaan omdat de instemmingsverklaringen, tegelijkertijd met de kandidatenlijsten, zijn vernietigd op het moment dat onherroepelijk is beslist over de kandidatenlijsten. Dit is conform de regeling in de Kieswet voor de vernietiging van kandidatenlijsten en eventuele ondersteuningsverklaringen. Vernietiging van de instemmingsverklaringen is niet bij wet geregeld, waarschijnlijk heeft de wetgever dat, volgens verweerder, niet nodig geacht omdat de instemmingsverklaringen niet openbaar zijn op grond van artikel 10, tweede lid, onder e, van de Wob.
Bij het bestreden besluit heeft verweerder de weigering onder aanvulling van de motivering gehandhaafd. Volgens verweerder is de vraag of de instemmingsverklaringen terecht zijn vernietigd irrelevant omdat verstrekking van de gevraagde gegevens, met name de persoonsgegevens en BSN van de kandidaten, deels geweigerd dient te worden op grond van artikel 10, tweede lid, onder e, van de Wob. Voor zover het verzoek ziet op informatie die geen betrekking heeft op de persoonlijke levenssfeer stelt verweerder dat verstrekking daarvan achterwege kan blijven op grond van artikel 7, tweede lid, onder b, van de Wob. Het gaat om gegevens die reeds openbaar zijn gemaakt. Deze informatie is opgenomen in het proces-verbaal van de zitting van het centraal stembureau en in een openbare kennisgeving hierover. Deze stukken zijn tevens gepubliceerd op internet.
4. Eiser stelt verder dat een proces-verbaal van vernietiging van de kandidatenlijsten ontbreekt en dat eventuele vernietiging van deze stukken ten onrechte is geschied, omdat instemmingsverklaringen noodzakelijk zijn in het kader van het benoemingsproces, maar ook bij tussentijdse benoemingen bij het opstappen van een raadslid. Omdat de documenten nog bij verweerder hadden dienen te berusten, is verweerder gehouden al het mogelijke te doen om de gevraagde informatie te achterhalen en alsnog openbaar te maken.
Deze informatie is volgens eiser niet volledig opgenomen in het proces-verbaal van de zitting van het centraal stembureau en de kennisgeving daarover. Het enige stuk dat op de internetsite van de gemeente staat is het proces-verbaal van de uitslag van de verkiezingen en daarin staan alleen de namen van deelnemende partijen en de namen van de kandidaten vermeld, aldus eiser.
5. Artikel 3, eerste lid, van de Wob bepaalt dat een ieder een verzoek om informatie neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid kan richten tot een bestuursorgaan of een onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf.
Ingevolge artikel 10 tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob blijft het verstrekken van informatie ingevolge deze wet eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen het belang van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer.