5.3Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
primair
hij op 06 december 2013 in de gemeente Zwolle als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, de Ceintuurbaan, ter hoogte van de kruising van deze weg met de Tesselschadestraat en/of de dokter van Heesweg, zeer onvoorzichtig heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
- terwijl het verkeer op voornoemde kruising werd geregeld door een verkeersregelinstallatie, en
- terwijl de Ceintuurbaan ter plaatse uit twee rijbanen bestond, waarbij de rijbaan in de rijrichting van verdachte ter plaatse uit 5 rijstroken bestond, te weten een rijstrook voor rechts afslaand verkeer, twee rijstroken voor rechtdoor gaand verkeer en twee rijstroken voor links afslaand verkeer, en
- terwijl op de voor verdachte bestemde rijbaan, tussen de linker rijstrook voor links afslaand verkeer en de rechter rijstrook voor recht doorgaand verkeer een (dubbele) doorgetrokken streep op het wegdek was aangebracht, als bedoeld in artikel 76 van het Reglement Verkeersregels en verkeerstekens
- heeft gereden met een hogere snelheid dan de aldaar voor verdachte geldende maximum snelheid van 70 kilometer per uur, en
- daarbij kort voor voormelde kruising een voor hem rijdend motorrijtuig heeft ingehaald, waarbij hij, verdachte, heeft gereden over de rijstrook (voorsorteerstrook) bestemd voor het links afslaande verkeer op die Ceintuurbaan, waarbij hij in strijd met het gestelde in artikel 76 van voormeld reglement de doorgetrokken streep die tussen de rechter rijstrook bestemd voor links afgaand verkeer en de linker rijstrook voor rechtdoor gaand verkeer was aangebracht, heeft overschreden, en
- vervolgens in strijd met het gestelde in artikel 78 van voormeld reglement op die kruising niet die richting heeft gevolgd die de voorsorteerstrook, waarop hij zich bevond, aangaf en op die kruising niet linksaf is geslagen, doch rechtdoor is gereden, en
- zonder snelheid te minderen de kruising is opgereden terwijl het voor hem, verdachte, van toepassing zijnde verkeerslicht op voormelde kruising “rood” licht uitstraalde, als vermeld in artikel 68, aanhef en eerste lid, onder c, van voormeld reglement, inhoudende “stop”, en
- vervolgens is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met een voor verdachte van links komende personenauto, welke op het moment dat het verkeerslicht voor het verkeer uit deze richting “groen” licht uitstraalde, voormelde kruising is opgereden, en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor [slachtoffer] zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte primair meer of anders is tenlastegelegd en zal hem daarvan zal vrijspreken.