ECLI:NL:RBOVE:2015:2657
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in mensenhandelzaak wegens gebrek aan bewijs van wetenschap over uitbuiting
Op 2 juni 2015 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 46-jarige vrouw uit Vroomshoop, die werd beschuldigd van mensenhandel en het aanwezig hebben van hennepplanten. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De verdachte verrichtte hand- en spandiensten voor prostitutiewerkzaamheden van Roemeense vrouwen, maar er was onvoldoende bewijs dat zij wist of had moeten weten dat deze vrouwen onder valse voorwendselen naar Nederland waren gebracht. De rechtbank oordeelde dat de handelingen van de verdachte, zoals het aannemen van telefoontjes en optreden als chauffeur, niet voldoende waren om te concluderen dat zij zich schuldig had gemaakt aan mensenhandel. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 24 maanden geëist, maar de rechtbank oordeelde dat er geen bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de uitbuiting van de vrouwen. Ook de aanwezigheid van hennepplanten in de tuin van de verdachte werd niet bewezen, waardoor zij ook van dit feit werd vrijgesproken. De benadeelde partijen, die schadevergoeding vorderden, werden niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, aangezien de verdachte werd vrijgesproken van de feiten waarop deze vorderingen betrekking hadden.