ECLI:NL:RBOVE:2015:2657

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
2 juni 2015
Publicatiedatum
2 juni 2015
Zaaknummer
08/700434-12
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in mensenhandelzaak wegens gebrek aan bewijs van wetenschap over uitbuiting

Op 2 juni 2015 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 46-jarige vrouw uit Vroomshoop, die werd beschuldigd van mensenhandel en het aanwezig hebben van hennepplanten. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De verdachte verrichtte hand- en spandiensten voor prostitutiewerkzaamheden van Roemeense vrouwen, maar er was onvoldoende bewijs dat zij wist of had moeten weten dat deze vrouwen onder valse voorwendselen naar Nederland waren gebracht. De rechtbank oordeelde dat de handelingen van de verdachte, zoals het aannemen van telefoontjes en optreden als chauffeur, niet voldoende waren om te concluderen dat zij zich schuldig had gemaakt aan mensenhandel. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 24 maanden geëist, maar de rechtbank oordeelde dat er geen bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de uitbuiting van de vrouwen. Ook de aanwezigheid van hennepplanten in de tuin van de verdachte werd niet bewezen, waardoor zij ook van dit feit werd vrijgesproken. De benadeelde partijen, die schadevergoeding vorderden, werden niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, aangezien de verdachte werd vrijgesproken van de feiten waarop deze vorderingen betrekking hadden.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/700434-12
Datum vonnis: 2 juni 2015
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1968 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 19 mei 2015. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. Y. Oosterhof en van hetgeen door de verdachte en haar raadsvrouw
mr. P.M. Breukink, advocaat te Arnhem, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:zich samen met anderen heeft schuldig heeft gemaakt aan seksuele uitbuiting van enkele uit Roemenië afkomstige vrouwen;
feit 2:een aantal hennepplanten aanwezig heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
1.
zij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2011
tot en met 30 juni 2012 in de gemeente(n) Twenterand en/of Hof van twente
en/althans (elders) in Nederland en/of in Roemenië,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen,
een of meer (Roemeense) vrouw(en), te weten:
= [slachtoffer 1], en/of
= [slachtoffer 2], en/of
= [slachtoffer 3]
* (sub 1)
(telkens) door dwang en/of geweld en/of een of meer andere feitelijkheden
en/of door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke verhoudingen
voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft
geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen
met het oogmerk van uitbuiting van die voornoemde vrouw(en), en/of
* (sub. 3)
(telkens) (in Roemenië) heeft aangeworven, medegenomen en/of ontvoerd, met
het oogmerk die voornoemde vrouw(en) in een ander land (Nederland en/of
Duitsland) ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten
van één of meer seksuele handeling(en) met of voor een derde tegen betaling,
en/of
* (sub. 9)
(telkens) door een of meer andere feitelijkheden en/of door misleiding en/of
door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht
en/of door misbruik van een kwetsbare positie die voornoemde vrouw(en) heeft
gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of zijn mededader(s) te bevoordelen
uit de opbrengst van de seksuele handeling(en) van die vrouw(en) met of voor
een derde,
hierin bestaande dat verdachte tezamen met haar mededader(s) en/althans alleen
(telkens):
- gebruik heeft/hebben gemaakt van het geestelijke en/of lichamelijke
overwicht dat verdachte en/of haar mededader(s) over die [slachtoffer 3]
had(den), en/of
- ten aanzien van die vrouw(en) die de Nederlandse taal niet (goed) machtig
was/waren en/of onbekend was/waren in Nederland en/of onbekend was/waren
met de Nederlandse regels en/of wetten en/of gewoonten en/of (bijna) niemand
in Nederland kende(n) en/of/aldus zich in een kwetsbare (financiële) positie
bevond(en) voornoemde vrouw(en) heeft benaderd en/of heeft laten benaderen
voor prostitutie-werkzaamheden, en/of (vervolgens)
- tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd dat ze in Nederland schoonmaak
werkzaamheden kon/zou gaan verrichten, en/of
- die vrouw(en) vanuit Roemenië naar Nederland en/of Duitsland heeft
meegenomen/vervoerd en/of gebracht en/of het vervoer van die vrouw(en)
vanuit Roemenië naar Nederland heeft geregeld/georganiseerd/betaald, en/of
- de/het paspoort(en)/identiteitsbewijs/zen van die vrouw(en) af heeft
genomen en/of in bewaring heeft genomen en/of laten nemen, en/of
- haar, verdachtes en/of verdachtes mededaders woning/caravan en/of een door
verdachte en/of haar mededader(s) gehuurde (vakantie)woning/ruimte voor het
verrichten van prostitutie-werkzaamheden door die vrouw(en) ter beschikking
heeft gesteld, en/of
- die woning/ruimte(n) waar die vrouw(en) verbleef/verbleven heeft
afgesloten, en/of
- erotisch getinte foto('s) van die vrouw(en) heeft gemaakt en/of heeft laten
maken en/of (vervolgens) die foto('s) en/of (hernieuwd) contactadvertentie(s)
van die vrouw(en) op internet heeft gezet en/of laten zetten, en/of
- die vrouw(en) (mede via verdachtes en/of verdachtes mededaders escort
service) in contact heeft gebracht en/of laten brengen met
klant(en)/derde(n) en/of naar die klant(en)/derde(n) heeft vervoerd of
laten vervoeren, en/of
- controle heeft uitgeoefend en/of laten uitoefenen op de prostitutie
werkzaamheden van die vrouw(en), en/of
- de verdiensten van die vrouw(en) voor die prostitutie-werkzaamheden
(gedeeltelijk) heeft afgenomen en/of laten afgeven en/of bewaard en/of
een schuldrelatie met die vrouw(en) heeft laten ontstaan, en/of
- een of meer van die vrouw(en) heeft gestompt en/of geslagen en/of gedreigd
te slaan/stompen en/of die vrouw(en) met de dood heeft bedreigd/heeft
gedreigd dood te schieten, en/of
- die [slachtoffer 1] de haren (gedeeltelijk) heeft afgeknipt, en/of
- ( betaalde) sex met een of meer van die vrouw(en) heeft gehad;
2.
zij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2012
tot en met 18 juli 2012 te Vroomshoop in de gemeente Twenterand
tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen,
(telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt,
en/althans/in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een
pand aan de [adres 1]) (een) hoeveelheid/hoeveelheden hennep en/of een
(groot) aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een
hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep,
zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan
wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet.

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie vordert dat verdachte voor het onder 1 tenlastegelegde, voor zover deze tenlastelegging betrekking heeft op [slachtoffer 3], wordt vrijgesproken. Ten aanzien van het overige onder 1 en het onder 2 tenlastegelegde vordert de officier van justitie een gevangenisstraf van 24 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Tevens vordert de officier van justitie toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] tot een bedrag van € 2.000,- met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 3], vordert de officier van justitie dat deze niet-ontvankelijk wordt verklaard.

4.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De standpunten van de officier van justitie en de verdediging

Standpunt van de officier van justitie
Uit verschillende verklaringen, waaronder die van de slachtoffers, alsmede die van de medeverdachten [medeverdachten] en verdachte zelf, blijkt dat verdachtes aandeel in de mensenhandel met betrekking tot [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hierin heeft bestaan, dat zij de advertenties op internet verzorgde, als contactpersoon optrad en de escort van de slachtoffers verzorgde, terwijl zij wist dat de slachtoffers hun werkzaamheden niet uit vrije wil verrichtten. Daarmee kan het onder 1 tenlastegelegde bewezen worden verklaard.
Er is een aantal hennepplanten bij verdachte aangetroffen en gelet op de daarover afgelegde verklaringen kan volgens de officier van justitie ook feit 2 bewezen worden verklaard.
Standpunt van de verdediging
Verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 1 tenlastegelegde, nu niet kan worden bewezen dat verdachte wetenschap had van het feit dat de in de tenlastelegging genoemde vrouwen onder valse voorwendselen naar Nederland zijn gebracht en in Nederland tegen hun zin in de prostitutie werkzaam waren. Bovendien leveren de werkzaamheden en handelingen die verdachte, met betrekking tot één of meer van de in de tenlastelegging genoemde vrouwen, heeft verricht geen medeplegen op in de zin van artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht.
Verdachte dient eveneens te worden vrijgesproken van het onder 2 tenlastegelegde, nu uit het strafdossier niet blijkt van enige strafbare betrokkenheid van verdachte bij dit feit.
5.1
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Evenals de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat verdachte van het onder 1 tenlastegelegde, voor zover deze tenlastelegging betrekking heeft op [slachtoffer 3], dient te worden vrijgesproken. Uit niets blijkt dat verdachte met haar enige bemoeienis heeft gehad.
Met betrekking tot de in die tenlastelegging genoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] is de rechtbank van oordeel dat uit de inhoud van het proces-dossier en het verhandelde ter terechtzitting blijkt dat verdachte met betrekking tot die vrouwen hand- en spandiensten heeft verricht ten behoeve van de prostitutiewerkzaamheden van deze vrouwen. Deze hand- en spandiensten, bestaande uit het aannemen van telefoontjes en het optreden als chauffeur, leiden als zodanig niet tot strafbare betrokkenheid bij vrouwenhandel, nu op basis van de wettige bewijsmiddelen niet kan worden vastgesteld dat verdachte wetenschap had van de omstandigheid dat de in de tenlastelegging genoemde vrouwen onder valse voorwendselen naar Nederland zijn gebracht en in Nederland tegen hun zin in de prostitutie werkzaam waren, dan wel dat zij bewust de aanmerkelijke kans hierop heeft aanvaard. Om die reden kan niet worden bewezen verklaard dat het opzet van verdachte gericht was op, zoals tenlastegelegd:
- “ de uitbuiting van genoemde vrouwen;
- het aanwerven, meenemen en ontvoeren van die vrouwen met het oogmerk die vrouwen in
in Nederland en/of Duitsland ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten
van één of meer seksuele handeling(en) met of voor een derde tegen betaling en
- het door een of meer andere feitelijkheden en/of door misleiding en/of door misbruik van
uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een
kwetsbare positie, die vrouwen te dwingen dan wel te bewegen verdachte en/of haar
mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handeling(en) van die
vrouwen met of voor een derde”.
Op grond van vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte ter zake van het deel van het onder 1 tenlastegelegde dat betrekking heeft op [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], eveneens dient te worden vrijgesproken.
Voorts blijkt uit de bewijsmiddelen niet dat de aanwezigheid van hennepplanten in de tuin van verdachte een strafbaar feit opleveren, zodat verdachte ook ter zake van het onder 2 ten laste gelegde feit dient te worden vrijgesproken. Met name ontbreken gegevens over het gewicht en het THC-gehalte van de aangetroffen vier hennepplanten.
5.2
De conclusie
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder 1 en 2 is ten laste gelegd, zodat de rechtbank haar daarvan zal vrijspreken.

6.De vorderingen van de benadeelde partijen

[slachtoffer 1], wonende te [adres 2] (Roemenië) en [slachtoffer 3], wonende te [adres 3] (Roemenië), hebben zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partijen vorderen veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal respectievelijk € 38.840,= en € 7.500,= .
Naar het oordeel van de rechtbank zijn de benadeelde partijen in hun vorderingen niet ontvankelijk nu verdachte ter zake van de feiten waarop die vorderingen betrekking hebben, wordt vrijgesproken.

7.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt haar daarvan vrij;
schadevergoeding
- verklaart de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3], beiden voornoemd, niet- ontvankelijk in hun vordering en bepaalt dat zij hun vordering slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M.M. Bordenga, voorzitter, mr. M. Melaard en
mr. E. Venekatte, rechters, in tegenwoordigheid van P.G.M. Klaassen griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 2 juni 2015.
Mr. Bordenga is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.